Groep 6 thema 4 persoonsvorm + zinsdelen

persoonsvorm + zinsdelen
Hoe ging het ook al weer?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

persoonsvorm + zinsdelen
Hoe ging het ook al weer?

Slide 1 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm?
Mijn ouders en ik / gaan / morgen / naar de Efteling.

  • Vraagproef: Gaan mijn ouders en ik morgen naar de Efteling?
  • Getalproef: Ik ga morgen naar de Efteling
  • Tijdproef: Ik ging gisteren naar de Efteling

Slide 2 - Tekstslide

Persoonsvorm - hoe te vinden?
Mijn ouders en ik / gaan / morgen / naar de Efteling.

- Zin vragend maken > eerste ww vooraan, is de pv
- Zin van tijd veranderen  > ww dat verandert, is de pv 
- Zin van getal veranderen > ww dat verandert, is de pv


Slide 3 - Tekstslide

Ik bak pannenkoeken met een nieuwe pan.
Ik bakte pannenkoeken met een nieuwe pan.
Ik bak pannenkoeken met een nieuwe pan. 
Bak ik pannenkoeken met een nieuwe pan?
Ik bak pannenkoeken met een nieuwe pan.
Ik en mijn zusje bakken pannenkoeken met een nieuwe pan.
Zin is van tijd veranderd.
Zin is van getal veranderd.
Zin is vragend gemaakt.

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Op Facebook heeft Marnix meer dan 700 vrienden verzameld.
A
Heeft
B
Verzameld
C
Marnix
D
meer

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Wat hebben jullie dit weekend gedaan?
A
Wat
B
hebben
C
gedaan
D
jullie

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
De helikopter is zojuist opgestegen vanaf het verlichte wegdek.
A
is
B
opgestegen
C
verlichte
D
zojuist

Slide 7 - Quizvraag

Zinsdelen
  • Zinnen bestaan uit zinsdelen 
  • Een zinsdeel is één woord of een groepje woorden die bij elkaar horen. 
  • Voor de persoonsvorm staat maar één zinsdeel. 
  • Let op: de werkwoorden staan soms apart van elkaar in een zin, maar zijn wel één zinsdeel

Slide 8 - Tekstslide

Hoe zou jij deze zin verdelen?
"Dit jaar ben ik op De Nederlandse School begonnen."

Slide 9 - Open vraag

Zin verdelen in zinsdelen 
Dit jaar / ben / ik / op De Nederlandse School/ begonnen.

  1.  Zoek eerst de persoonsvorm en plaats daar streepjes 
  2. Kijk welke woorden je voor de persoonsvorm kunt zetten (en die  in dezelfde volgorde blijven bij het 'husselen van een zin'). Plaats dan streepjes.

Slide 10 - Tekstslide

Zijn de zinsdeelstreepjes goed geplaatst?

Dit jaar zal / niemand / van klas 2A / doubleren.
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Zijn de zinsdeelstreepjes goed geplaatst?

De meeste / leerlingen / waren / wel in / voor een grapje.
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Zijn de zinsdeelstreepjes goed geplaatst?

Zetten / jullie / de afvalcontainer / op tijd / buiten?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag