3.5 Het immuunsysteem

Thema 3.5 Het immuunsysteem
Ga rustig zitten en pak je lesmateriaal er alvast bij.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 3.5 Het immuunsysteem
Ga rustig zitten en pak je lesmateriaal er alvast bij.

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
- Herhalen: BS 4 Uitscheiding en nieren
- Uitleg BS 5: het immuunsysteem
- Proefjes met bloeddrukmeters
- demo hart

Slide 2 - Tekstslide

Tekst
Tekst
Uitscheidingsorganen
Naast de nieren zijn er meer organen die schadelijke stoffen uit ons bloed halen. Weet jij welke stoffen door welk orgaan worden uitgescheiden?
Koolstofdioxide en water
medicijnen
alcohol
afvalstoffen
Zouten
water
Water, zouten, overtollige vitaminen, afvalstoffen

Slide 3 - Sleepvraag

Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Urineleider
1
2
3
4

Slide 4 - Sleepvraag

De nierslagader: loopt deze naar je nieren toe of van je nieren af?
A
naar je nieren toe
B
van je nieren af

Slide 5 - Quizvraag

Wat is/zijn geen functie van de nieren?
A
Overtollige stoffen zoals water, zouten en vitamines verwijderen
B
Giftige stoffen zoals alcohol en medicijnen verwijderen
C
Overbodige afvalstoffen zoals CO2 verwijderen
D
Afbraakproducten vanuit de lever zoals ureum verwijderen

Slide 6 - Quizvraag

Nieren
A
Nierschors: zitten miljoenen filtertjes
B
Niermerg: zitten miljoenen filtertjes
C
Nierbekken: zitten miljoenen filtertjes
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 7 - Quizvraag

Immuunsysteem
Leerdoelen:
- Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties.
- Je kunt beschrijven op welke manier immuniteit ontstaat
- Je kunt beschrijven wat er aan de hand is bij een allergie

Slide 8 - Tekstslide

Eerste fase van afweer

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Specifieke afweer
Witte bloedcellen maken antistoffen die zich binden aan het antigen van de ziekteverwekker.
Specifiek: Één type antistof kan zich binden aan één type antigen.

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn de genummerde delen in de afbeelding?
A
1 antistof 2 ziekteverwekker 3 antigeen
B
1 antigeen 2 ziekteverwekker 3 antistof
C
1 ziekteverwekker 2 antistof 3 antigeen
D
1 antigeen 2 antistof 3 ziekteverwekker

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het eerste barrière van de aspecifieke afweer?
A
Een ontsteking
B
Macrofagen
C
Huid/slijmvliezen
D
Lymfocyten

Slide 13 - Quizvraag

Antigeen of antistof?
Een griepvirus dat binnendringt in je lichaam heeft een...
A
antigeen
B
antistof

Slide 14 - Quizvraag

Antigenen of antistoffen?
...... zijn specifiek gericht tegen één bepaalde ziekteverwekker.
A
antigenen
B
antistoffen

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Vaccineren

Slide 17 - Tekstslide

Vaccinatie overzicht

Slide 18 - Tekstslide

Vaccineren is een voorbeeld van
A
Actieve immuniteit
B
Natuurlijke immuniteit
C
Passieve immuniteit
D
Kunstmatige immuniteit

Slide 19 - Quizvraag

Zijn vaccinaties gevaarlijk?
Kort antwoord: Nee. 

Lang antwoord: Nee, ze zijn zorgvuldig getest en onderzocht. Maar net als heel veel andere stoffen kun je er bijvoorbeeld een allergische reactie op krijgen. 


Slide 20 - Tekstslide

Allergische reactie
  • Allergie= overgevoelig voor een bepaalde stof
  • Afweersysteem/ Immuunsysteem reageert erop: Rode plekken, uitslag, jeuk, branderig gevoel en ontstekingen.
  • Anafylactische reactie: dikke lippen, benauwd -> acuut gevaarlijk!

Slide 21 - Tekstslide

Wat is een allergie?
A
Een reactie van het immuunsysteem op een ongevaarlijke stof
B
Een vorm van immunisatie
C
Een erfelijke afwijking in het immuunsysteem
D
Een ander woord voor anafylactische shock

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een auto-immuunziekte?
A
een allergische reactie op een lichaamsvreemde stof
B
niet specifieke afweer van de huid en slijmvliezen
C
witte bloedcellen die eigen cellen aanvallen

Slide 23 - Quizvraag

Wat kan er gebeuren bij iemand met een pinda allergie?
A
Rode huiduitslag en koorts
B
Opgezwollen slijmvliezen en tong
C
Rode ogen en jeukbultjes

Slide 24 - Quizvraag

Werktijd
- Ga rustig verder aan de slag met je onderzoek met de bloeddrukmeters.
- Klaar met de bloeddrukmeters? Maak de opgaven van 3.5.
- Laatste 10 minuten van de les: demo hart. 

Slide 25 - Tekstslide