Oefentoets Paragraaf 10.3 Deelname aan verkiezingen

De inrichting van het bestuur van een staat (land) en zijn onderdanen.
Gemeentebestuur
Provinciale staten
Tweede en Eerste Kamer
Europese Unie
Staatsinrichting
Gemeentelijke overheid
De provinciale overheid
Landsbestuur
Europese regering
1 / 30
volgende
Slide 1: Sleepvraag
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

De inrichting van het bestuur van een staat (land) en zijn onderdanen.
Gemeentebestuur
Provinciale staten
Tweede en Eerste Kamer
Europese Unie
Staatsinrichting
Gemeentelijke overheid
De provinciale overheid
Landsbestuur
Europese regering

Slide 1 - Sleepvraag

Hoofd (= leiding) van de gemeente.
Voorzitter van de gemeenteraad.
College van burgemeester en wethouders.
Koning en de ministerraad (oftewel de regering).
Gemeenteraad
Burgemeester
College van B&W
Kroon

Slide 2 - Sleepvraag

Regering zonder de koning.
Hoofd (=leiding) van de provincie.
Voorzitter van de Provinciale Staten.
Mensen die zich bezig houden met de dagelijkse leiding van een provincie.
Kabinet
Provinciale staten
Commissaris van de koning
Gedeputeerde

Slide 3 - Sleepvraag

Eerste Kamer.
landelijke volksvertegenwoordiging, gekozen door de Nederlandse kiesgerechtigden.
Europese Tweede Kamer, met minder macht.
Dagelijks bestuur van de EU.
Senaat
Tweede Kamer
Europees Parlement
Europese commissie

Slide 4 - Sleepvraag

Regeringsleiders van EU-landen die de belangrijke beslissingen nemen.
Ministers van een bepaald vakdepartement. 
Europese Tweede Kamer, met minder macht.
Dagelijks bestuur van de EU.
Europese Raad
Raad van de Europese Unie
Europees Parlement
Europese commissie

Slide 5 - Sleepvraag

Bij de verkiezingen mogen alle burgers van Nederland stemmen.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Nederland heeft een opkomstplicht bij de verkiezingen
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Het aantal burgers dat stemt, liep na de afschaffing van 1970 vrijwel elke verkiezing terug.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Vanaf 2002 steeg de opkomst van de verkiezingen weer.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

In 2002 steeg de opkomst van de verkiezingen weer, doordat politicus Pim Fortuyn was vermoord.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

In 2017 was de opkomst zeer laag dit was 82%
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

De laagste opkomst is altijd bij de gemeenteraadsverkiezingen
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Gemeenteraadsverkiezing staat op plek 2 wanneer je kijkt naar opkomst
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Provinciale staten verkiezingen staat op nummer 4 als je kijkt naar opkomst
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

De verkiezingen voor het Europese parlement staan op de laatste plek als het gaat om opkomst van de Nederlandse burgers.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

In België is het geen plicht om je stem uit te brengen.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Als een Belg zich niet meld op het stembureau dan krijgt hij een boete.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag


A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Gezien de stijging van de opkomst is er in Nederland geen discussie om de opkomstplicht weer in te voeren.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

In België is het je plicht om je stem uit te brengen.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

De verkiezingen voor het Europese parlement staan op nummer 1 als het gaat om opkomst van de Nederlandse burgers.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Provinciale staten verkiezingen staat op nummer 3 als je kijkt naar opkomst
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Gemeenteraadsverkiezing staat op plek 3 wanneer je kijkt naar opkomst
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

De laagste opkomst is bij de Tweede Kamer verkiezingen
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

In 2017 was de opkomst zeer hoog dit was 82%
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

In 2005 steeg de opkomst van de verkiezingen weer, doordat politicus Pim Fortuyn was vermoord.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Vanaf 2002 daalde de opkomst van de verkiezingen weer.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Het aantal burgers dat stemt, liep na de afschaffing van 1970 vrijwel elke verkiezing omhoog.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Nederland heeft geen opkomstplicht bij de verkiezingen
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Bij de verkiezingen kunnen alle meerjarige burgers van Nederland stemmen.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag