In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
5.1 wat levert werken op?
Hoofdstuk 5
§4 als je zonder werk zit
Slide 1 - Tekstslide
Ben je werkloos als je naast school geen werk hebt?
Slide 2 - Woordweb
5.1 wat levert werken op?
Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn als je werkloos wordt.
Je kunt uitleggen wat het UWV voor je kan doen als je werkloos bent.
Je kunt uitleggen wat conjuncturele werkloosheid is.
Je kunt uitleggen wat structurele werkloosheid is.
Je kunt het verschil uitleggen tussen frictiewerkloosheid, seizoenwerkloosheid en regionale werkloosheid.
H5.4
Leerdoelen
Slide 3 - Tekstslide
5.1 wat levert werken op?
Lees de leertekst op blz. 142 van je boek.
Je bent officieel werkloos als je...:
tussen de 15 jaar en pensioensleeftijd bent
geen baan hebt
actief op zoek bent naar werk
H5.4
Opdracht
Slide 4 - Tekstslide
Noem vier gevolgen voor iemand die zijn baan verliest
Slide 5 - Open vraag
Hoe groot is de vraag naar arbeid?
A
8.941.000
B
9.246.00
Slide 6 - Quizvraag
Hoe groot is het aanbod van arbeid?
A
8.941.000
B
9.246.00
Slide 7 - Quizvraag
Hoeveel mensen zijn er werkloos?
Slide 8 - Open vraag
5.1 wat levert werken op?
Lees de leertekst op blz. 142
Als je werkloos bent, kun je je inschrijven bij het UWV
(Uitvoeringsinstantie Werknemersverzekeringen)
Het UWV is een overheidsinstelling die
je helpt met het zoeken naar een nieuwe baan
beoordeelt of je recht hebt op een WW-uitkering.
H5.4
Aantekening
Slide 9 - Tekstslide
Maak de zin kloppend:
Jayden doet het huishouden en zorgt voor de kinderen, terwijl zijn vriendin werkt. Jayden heeft zich niet ingeschreven bij het UWV. Jayden is .... werkloos.
A
geregistreerd
B
verborgen
C
niet
Slide 10 - Quizvraag
Maak de zin kloppend:
Myrthe is vorige week ontslagen, omdat haar afdeling gesloten werd. Ze heeft zich meteen gemeld bij het UWV, zodat ze een uitkering krijgt. Myrthe is .... werkloos
A
geregistreerd
B
verborgen
C
niet
Slide 11 - Quizvraag
Maak de zin kloppend:
Peter besluit na zijn proeftijd een andere baan te zoeken. Hij heeft te kort gewerkt om een uitkering te krijgen en meldt zich daarom niet bij het UWV. Peter is ... werkloos.
A
geregistreerd
B
verborgen
C
niet
Slide 12 - Quizvraag
5.1 wat levert werken op?
Maak opdracht 6 op blz. 143 van je boek (alleen in stilte)
H5.4
Opdracht
timer
3:00
Slide 13 - Tekstslide
5.1 wat levert werken op?
Lees de leertekst op p. 143. 144 en 145 over verschillende soorten werkloosheid. Hierna krijg je een korte aantekening
H5.4
Aantekening
Slide 14 - Tekstslide
5.1 wat levert werken op?
conjuncturele werkloosheid
gevolg van een daling van de vraag naar goederen en
diensten door vermindering van koopkracht
meestal tijdelijk
structurele werkloosheid
gevolg van veranderingen in de aanbodkant van de economie,
bijvoorbeeld: robots nemen mensenwerk over / bedrijven gaan in lagelonenlanden produceren
meestal blijvend
H5.4
Aantekening
Slide 15 - Tekstslide
5.1 wat levert werken op?
frictiewerkloosheid
kortdurende werkloosheid omdat je tijd nodig hebt om een nieuwe baan te vinden
seizoenwerkloosheid
werkloosheid die ontstaat als werk alleen in een bepaald deel van het jaar gedaan kan worden
regionale werkloosheid
werkloosheid die in een bepaald gebied hoger is dan gemiddeld in het land
H5.4
Aantekening
Slide 16 - Tekstslide
5.1 wat levert werken op?
Maak opdracht 7, 10, 11 en 12
H5.4
Opdracht
timer
5:00
Slide 17 - Tekstslide
5.1 wat levert werken op?
Lees de leerteksten van H5.1, H5.2, H5.3 en H5.4 nog een keer.