BVJ HAVO 3 wat zijn soorten en populaties?

Wat zijn soorten en wat zijn populaties?
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat zijn soorten en wat zijn populaties?

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk
Thema 5 basisstof 5 opdracht 3 t/m 9

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze basisstof kun/ken je:
  • benoemen wat een soort en wat een populatie is

Slide 3 - Tekstslide

Hoe kun je een soort definiëren?

Slide 4 - Open vraag

Soort versus populatie
Soort:
individuen kunnen onderling voortplanten (op natuurlijke wijze) en zo vruchtbare nakomelingen krijgen.

Slide 5 - Tekstslide

Soort versus populatie
Soort:
soms zijn er twijfelgevallen.

Bijv. een deel van de nakomelingen is vruchtbaar.

Of fysiek is paren eigenlijk niet mogelijk.

Slide 6 - Tekstslide

Een rat en muis
behoren tot dezelfde
soort.
A
nee
B
ja

Slide 7 - Quizvraag

De groene kikker en de
boomkikker behoren
tot hetzelfde soort.
A
nee
B
ja

Slide 8 - Quizvraag

Hoe kun je een populatie definiëren?

Slide 9 - Open vraag

Soort versus populatie
Populatie:
groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied.

Gebied is begrensd met natuurlijke grenzen. Bijv. rivier.
konijnen op Schiermonnikoog.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een populatie?
A
Een boom
B
Verschillende dieren in een gebied
C
Een groep individuen vd zelfde soort in 1 gebied
D
Alles wat in een bepaald gebied is

Slide 11 - Quizvraag

Een populatie is....
A
een groep organismen van hetzelfde soort.
B
groep organismen van verschillende soorten in een bepaald gebied.
C
een groep organismen van hetzelfde soort in een begrensd gebied.
D
een individu van één soort.

Slide 12 - Quizvraag

Als in een populatie veel verschillende genotypen voorkomen, heeft deze populatie een grote overlevingskans.
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een populatie in het rosarium naast de school

Slide 14 - Open vraag

Genenpool:
alle genen van de individuen in een populatie.

Hierdoor bevat een populatie dus ook verschillende allelen van die genen.

En kun je bepalen de 
allelfrequentie bepalen.
= aantal keren elk allel voorkomt in een populatie.

Verschillende haarkleuren.
Alleen roodharige mensen.

Slide 15 - Tekstslide

Allelfrequenties
Constant:
er treedt géén selectiedruk op door een van de allelen. De allelfrequenties blijven gelijk.
Bijv.: bloedgroepen.

Veranderend:
 De allelfrequenties veranderen. Dit kan doordat een allel de overlevingskans verkleint. 
Of een kenmerk geeft voordeel bij voortplanting (= seksuele selectie).

Hoe langer de staart hoe aantrekkelijker voor een vrouwtje.

Slide 16 - Tekstslide

Genetic drift:
een grote verandering in allelfrequenties treedt op in een kleine populatie.

Bijv. door scheiding populatie door bosbrand. 

Slide 17 - Tekstslide

Genetic drift:

Voorbeelden:
De kleurvarianten van de peppered moth (een mot) geven een voor- of nadeel in overleving bij een veranderende omgeving (bijv. vervuiling door fabrieken).

Slide 18 - Tekstslide

huiswerk
Thema 5 basisstof 4
opdrachten 6 t/m 9

Slide 19 - Tekstslide

Practicum natuurlijke selectie
Zie volgende dia voor de link naar de website.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Weet jij het nog?
Checkvragen basisstof 6

Slide 22 - Tekstslide

Bij genetic drift wordt de allelfrequentie beïnvloedt in een
...... populatie.

Slide 23 - Open vraag

Bij seksuele selectie beïnvloeden bepaalde eigenschappen de keuze voor een partner. Dit beïnvloedt dus ook de ....

Slide 24 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een gebeurtenis die een veranderende allelfrequentie (en eventueel genetic drift) veroorzaakt

Slide 25 - Open vraag