Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
NEXT Word order
1 / 44
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
In deze les zitten
44 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
3 videos
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Word Order
Welcome in today's lesson!
Today it's all about...
Word order
Slide 3 - Tekstslide
After this lesson you can...
... make sentences with the correct word order
Slide 4 - Tekstslide
Basishouding.... focus!
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Pay attention!
After the explanation, there will be a quiz :-)
Slide 7 - Tekstslide
General rule... In English
Slide 8 - Tekstslide
more examples...
Who - does - what - where - when
Slide 9 - Tekstslide
Wie
doet
wat
waar
wanneer
?
O
ww
lv
plaats
tijd
Slide 10 - Tekstslide
EXAMPLE:
Peter
liep
vanmiddag
samen met Patrick
naar zijn huis
.
Peter
walked
together with Patrick
to his house
this afternoon
.
Slide 11 - Tekstslide
Stappenplan
1. onderwerp
WIE
2. werkwoord(en)
DOET
3. lijdend voorwerp
WAT
4. plaats
WAAR
5. tijd
WANNEER
De
tijd
kan ook aan het begin van de zin worden gezet!
Slide 12 - Tekstslide
TIP!
Zet de werkwoorden van de zin bij elkaar!
Ik
heb
gisteren
heel veel friet
gegeten
.
I
have eaten
a lot of chips
yesterday
.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Eerst
plaats,
dan
tijd!
The gardener was working
in the garden
this morning
.
Slide 15 - Tekstslide
Eerst
plaats,
dan
tijd!
The principal was sitting
in his office
yesterday
.
Slide 16 - Tekstslide
Eerst
plaats,
dan
tijd!
The caretaker is sweeping
in the hall
at the moment
.
Slide 17 - Tekstslide
Any questions?
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Word order
Een zin kan uit 5 onderdelen bestaan.
Zet deze in de juiste volgorde:
Wie
Doet
Wat
Waar
Wanneer
Slide 20 - Sleepvraag
wie
doet
wat
waar
wanneer
Word Order
timer
1:00
Carolyn
in summer
walking
on the beach
enjoys
Slide 21 - Sleepvraag
wie
doet
wat
waar
wanneer
Word Order
timer
1:00
I
love to go
running
in the park
every saturday
Slide 22 - Sleepvraag
wie?
doet?
wat?
waar?
wanneer?
Word Order
timer
1:00
I
last week
a blue shirt
in the shop
bought
Slide 23 - Sleepvraag
wie?
doet?
wat?
waar?
wanneer?
Word Order
timer
1:00
We
in the park
go
roller-skating
every Saturday
Slide 24 - Sleepvraag
wie?
doet?
wat?
waar?
wanneer?
Word Order
timer
1:00
We
at the canteen
eat
lunch
most days
Slide 25 - Sleepvraag
Any questions?
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Choose the sentence with the correct word order.
Wie - doet - wat - waar- wanneer
A
He swims every day in the canal.
B
He swims in the canal every day.
C
In the canal swims he every day.
Slide 28 - Quizvraag
Correct word order:
in London / was born /
Anna / in 2008
A
In 2008 Anna was born in London.
B
In 2008 Anna in London was born.
C
Anna was born in London in 2008.
D
Was born Anna in 2008 in London.
Slide 29 - Quizvraag
Choose the sentence with the correct word order.
Wie - doet - wat - waar- wanneer
A
My sister got married in Amersfoort last year.
B
My sister got last year married in Amersfoort.
C
My sister last year got married in Amersfoort.
D
My sister got married last year in Amersfoort.
Slide 30 - Quizvraag
Correct word order:
her / in town / yesterday / I / met
Wie - doet - wat - waar- wanneer
A
I met her in town yesterday.
B
I met her yesterday in town.
C
I yesterday met her in town.
D
I met yesterday her in town.
Slide 31 - Quizvraag
Correct word order:
new shoes / bought / last Christmas / in that shop overthere / we
A
In that shop overthere last Christmas we bought new shoes.
B
We bought new shoes last Christmas in that shop overthere .
C
We bought new shoes in that shop overthere last Christmas.
D
Last Christmas in that shop overthere we bought new shoes.
Slide 32 - Quizvraag
Correct word order:
her / in town / yesterday / I / met/ at a restaurant
A
I met her at a restaurant in town yesterday.
B
I met her yesterday in town at a restaurant.
C
I yesterday met her at a restaurant in town.
D
I met yesterday her in town at a restaurant.
Slide 33 - Quizvraag
Slide 34 - Tekstslide
Correct word order:
every weekend / love watching / Mr. Bean's movies / on the couch / I
A
On the couch every weekend I love watching Mr. Bean's movies.
B
I love watching Mr. Bean's movies on the couch every weekend.
C
I love watching Mr. Bean's movies every weekend on the couch.
D
Mr. Bean's movies I love watching every weekend on the couch.
Slide 35 - Quizvraag
Well done!
Slide 36 - Tekstslide
Homework
No Holmwoods homework!
Work on your Animal project!
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Video
Slide 40 - Video
Slide 41 - Video
Slide 42 - Tekstslide
test-english.com
Slide 43 - Link
Thanks for your attention
Wait for Push your chair Throw away
the bell under the table your litter
Slide 44 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Word order chapter 2
Juni 2022
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
NEXT Word order
Februari 2024
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Word order - Bepalingen van plaats en tijd
Juni 2020
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
V13 - Word order
Juni 2024
- Les met
50 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
VWO-1 Word order (2)
Januari 2023
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Word order - Bijwoorden van frequentie
Juni 2020
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Extra lesje woordvolgorde
September 2021
- Les met
30 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
Extra lesje woordvolgorde
Februari 2022
- Les met
16 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1