MRN 3GT Les3 3.2

Pak even je spullen
schrift
rekenmachine
boek
pen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Pak even je spullen
schrift
rekenmachine
boek
pen

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van deze les
  • Weet je wat spaarmotieven zijn

  • Ken je twee manieren om te sparen en de voor- en nadelen

  • Kun je de enkelvoudige en samengestelde rente berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van deze les

Slide 3 - Tekstslide

Als ik rood sta, dan heb ik een...
Creditsaldo

Debetsaldo

Slide 4 - Tekstslide

Sparen of lenen?
  • Wat is een spaarmotief?
  • Waarom zou je sparen?
  • Waarom zou je lenen?

Slide 5 - Tekstslide

Spaarmotieven       vs       Leenmotieven

Slide 6 - Tekstslide

Spaarmotieven       vs       Leenmotieven
buffer voor als iets stuk gaat
later iets duurs kopen
rentenieren

Slide 7 - Tekstslide

Spaarmotieven       vs       Leenmotieven
buffer voor als iets stuk gaat
later iets duurs kopen
rentenieren
Voorzorg
Doel
Rente

Slide 8 - Tekstslide

Spaarmotieven       vs       Leenmotieven
buffer voor als iets stuk gaat
later iets duurs kopen
rentenieren
geld tekort voor uitgaven
nu iets duurs willen kopen
iets duurs willen vervangen
Voorzorg
Doel
Rente

Slide 9 - Tekstslide

Spaarrekening       vs       Spaardeposito
Variabele rente
Lage rente
Altijd beschikbaar
Rente op je spaarrekening
Vaste rente
Hogere rente
Geld is niet op te nemen
Rente wordt direct uitbetaald

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Maak opgave 3, 5 en 6 van pagina 74 en 75
  • Doe dit voor jezelf, dus in stilte
  • Kom je er niet uit? steek dan je vinger op
  • Klaar? Lees dan even de tekst over
      enkelvoudige en samengestelde rente.
timer
12:00

Slide 11 - Tekstslide

Spaarrekening       vs       Spaardeposito
Variabele rente
Lage rente
Altijd beschikbaar
Rente op je spaarrekening
Samengestelde rente


Vaste rente
Hogere rente
Geld is niet op te nemen
Rente wordt direct uitbetaald
Enkelvoudige rente

Slide 12 - Tekstslide

Spaarrekening       vs       Spaardeposito
Variabele rente
Lage rente
Altijd beschikbaar
Rente op je spaarrekening
Samengestelde rente


Vaste rente
Hogere rente
Geld is niet op te nemen
Rente wordt direct uitbetaald
Enkelvoudige rente
€ 1.000 na 3 jaar met 5% rente:
5 : 100 x € 1.000 = € 50 per jaar, dus 3 x € 50 = € 150 euro rente

Slide 13 - Tekstslide

Spaarrekening       vs       Spaardeposito
Variabele rente
Lage rente
Altijd beschikbaar
Rente op je spaarrekening
Samengestelde rente
€ 1.000 na 3 jaar met 5 % rente:
€ 1.000 x 1,05 x 1,05 x 1,05 =
€ 1.157,63, dus € 157,63 rente

Vaste rente
Hogere rente
Geld is niet op te nemen
Rente wordt direct uitbetaald
Enkelvoudige rente
€ 1.000 na 3 jaar met 5% rente:
5 : 100 x € 1.000 = € 50 per jaar, dus 3 x € 50 = € 150 euro rente

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Maak opgave 8 en 10 van pagina 74 en 75
  • Doe dit met je buur
  • Kom je er niet uit? steek dan je vinger op
  • SCHRIJF ALTIJD JE BEREKENING OP!
  • Klaar? Lees dan even de tekst over
      enkelvoudige en samengestelde rente.
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een spaarmotief?
A
Lenen van geld
B
Directe uitgaven
C
Voor onvoorziene uitgaven
D
Voor toekomstige aankopen

Slide 16 - Quizvraag

Wat zijn nog meer spaarmotieven?
A
Rente te vermijden
B
Toekomstige uitgaven dekken
C
Financiële zekerheid creëren
D
Directe consumptie verhogen

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent debetsaldo?
A
Negatief saldo op rekening
B
Geen saldo
C
Rentepercentage
D
Positief saldo op rekening

Slide 18 - Quizvraag

Wat is rente?
A
Opbrengst op spaargeld
B
Belasting op sparen
C
Vergoeding voor geleend geld
D
Kosten van een lening

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een spaardeposito?
A
Vast bedrag op een rekening
B
Direct opneembaar bedrag
C
Kredietlimiet bij bank
D
Vast rentepercentage voor termijn

Slide 20 - Quizvraag

Wat is enkelvoudige rente?
A
Rente op rente
B
Rente op spaarrekening
C
Rente op lening
D
Rente op het oorspronkelijke bedrag

Slide 21 - Quizvraag

Wat is samengestelde rente?
A
Rente op rente
B
Rente op spaarrekening
C
Rente op lening
D
Rente op het oorspronkelijke bedrag

Slide 22 - Quizvraag

Waarom zou ik een spaardeposito kiezen in plaats van een spaarrekening?
A
Rente op rente
B
De rente is hoger
C
Je kunt er altijd bij
D
De rente is variabel

Slide 23 - Quizvraag

Tot slot...
Voordat we klaar zijn wil ik weten
of je het snapt. 
  • Je krijgt drie vragen
  • Maak deze voor jezelf
  • Lever ze in bij de deur
  • ZET JE NAAM ERBOVEN

Slide 24 - Tekstslide