Oefenen met H4 3NS2

Wat geeft een molecuulformule aan?
1 / 23
volgende
Slide 1: Open vraag
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat geeft een molecuulformule aan?

Slide 1 - Open vraag





Helium behoort tot een groep van elementen in het Periodiek Systeem met overeenkomstige chemische eigenschappen.
Wat is de naam van die groep van elementen?










Helium behoort tot een groep van elementen in het Periodiek Systeem met overeenkomstige chemische eigenschappen.
Wat is de naam van die groep van elementen?
Helium behoort tot een groep van elementen in het Periodiek Systeem met overeenkomstige chemische eigenschappen.
Wat is de naam van die groep van elementen?

Slide 2 - Open vraag

Welke van de onderstaande uitspraken is juist?

1 Een stof met maar één soort moleculen kun je scheiden.
2 In moleculen van ontleedbare stoffen komen minstens drie verschillende atoomsoorten voor.

A
geen van beiden
B
alleen 1
C
alleen 2
D
zowel 1 als 2

Slide 3 - Quizvraag

In welke fase bewegen de moleculen langs elkaar?

Slide 4 - Open vraag

Tatoeage-inkt bestaat onder andere uit water, glycerol (            ) en kleurstof. Voor een gele kleur kan een stof worden gebruikt met de formule                    .
C3H8O3
C12H10N2O

Slide 5 - Tekstslide

Uit hoeveel atomen bestaat de gele kleurstof?
C12H10N2O
C12H10N2O
A
3
B
4
C
24
D
25

Slide 6 - Quizvraag

Geef de molecuulformule van stikstoftrifluoride.

Slide 7 - Open vraag

Geef de naam van
CS2

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Hierboven staat een tekening van één molecuul van een stof. Leg uit of
de molecuulformule van deze stof kan zijn.
CH4O

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Hierboven staat een tekening van één molecuul ethaan.
Schrijf de molecuulformule van ethaan op.

Slide 12 - Open vraag

Raket vliegt op water
________________________________________
De NASA doet onderzoek naar een nieuwe energiebron voor het aandrijven van een raket. Hiervoor wordt een speciaal mengsel gebruikt dat voornamelijk bestaat uit zéér kleine aluminiumdeeltjes met een beetje water.
Het heeft de naam Alice gekregen: Al-ice. Dit mengsel, dat de structuur heeft van tandpasta, wordt in een gietvorm gegoten en afgekoeld tot 30 graden onder nul (– 30 °C). Hierdoor ontstaat een vaste stof.
De raketaandrijving berust op een reactie tussen aluminium en water.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit hoe de naam Alice uit de beginstoffen van de reactie is afgeleid.

Slide 14 - Open vraag

Sleep de antwoorden naar het goede vakje
Niet ontleedbaar
ontleedbaar
C6H12O6 (s)
O2 (g)
CO2 (g)
Ne (g)

Slide 15 - Sleepvraag

Maak de volgende reactie kloppend:
... C (s) + ... O2 (g) --> ... CO (g)

Slide 16 - Open vraag

Gist
________________________________________
Bepaalde gistsoorten kunnen worden gebruikt bij de bereiding van verschillende voedingsmiddelen. Gist gebruikt daarbij glucose als voedsel en zet dit om tot alcohol en koolstofdioxide. De niet-kloppende reactievergelijking van dit vergistingsproces is:


C6H12O6>2C2H6O+..CO2

Slide 17 - Tekstslide

Welk coëfficiënt staat voor
als de reactievergelijking van het vergistingsproces kloppend is gemaakt?
CO2
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quizvraag

Acetyleen
________________________________________
Acetyleen kan worden gemaakt door water aan carbid toe te voegen. De reactie die daarbij optreedt, kan met de volgende onvolledige vergelijking worden weergegeven:



...+2H2O>C2H2+Ca(OH)2

Slide 19 - Tekstslide

In deze reactievergelijking is alleen de formule van carbid weggelaten. Wat is de formule van carbid?
A
CaC
B
CaC2
C
CaC2O
D
CaCO3

Slide 20 - Quizvraag

Dieke laat waterstofgas en zuurstofgas reageren. Er ontstaat water.
Stel de kloppende reactievergelijking op, inclusief de toestandsaanduiding (fase).

Slide 21 - Open vraag

Joost ontleedt de vaste stof natriumchloride (NaCl). Hierbij ontstaan de vaste stof natrium en chloorgas. Stel de kloppende reactievergelijking op, inclusief de toestandsaanduiding (fase).

Slide 22 - Open vraag

EINDE TOETS

Slide 23 - Tekstslide