Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
A1 personal pronouns
1 / 47
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
47 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
What are personal pronouns?
Slide 2 - Woordweb
PERSONAL PRONOUNS
Persoonlijke voornaamwoorden zeggen iets over de persoon die iets doet.
She
is very sweet.
They
are always late.
Why do
you
like
him
?
Slide 3 - Tekstslide
LET OP! HET ENGELSE WOORD 'I' SCHRIJF JE
ALTIJD
MET EEN HOOFDLETTER, OOK AL STAAT HET MIDDEN IN DE ZIN!
The personal pronouns
Slide 4 - Tekstslide
Personal Pronouns
I
You
She
We
You
They
He
It
Jij/je
Wij/we
Zij/ze
Ik
Jullie
Hij
Zij
Het
Slide 5 - Sleepvraag
Personal Pronouns
Me
You
Her
Us
You
Them
Him
It
Je/jou/u
Ons
Jullie
Mij/me
Ze/hun/hen
Hem
Haar
Het
Slide 6 - Sleepvraag
Personal pronoun
Possessive pronoun
he
her
they
your
we
my
our
it
Slide 7 - Sleepvraag
Persoonlijke voornaamwoorden (Personal Pronouns)
I
You
She
We
You
They
He
It
Jij/je
Wij/we
Zij (MV)
Ik
Jullie
Hij
Zij (EV)
Het
Slide 8 - Sleepvraag
Vul aan:
___ (ik) am 12 years old.
A
You
B
He
C
They
D
I
Slide 9 - Quizvraag
Vul aan:
My friends are always nice to ___ (hen).
A
you
B
us
C
them
D
me
Slide 10 - Quizvraag
Vul aan:
___ (zij) is late for school.
A
They
B
She
C
He
D
It
Slide 11 - Quizvraag
Vul aan:
___ (hij) is taller than ___ (mij).
A
he / me
B
we / I
C
she / him
D
you / us
Slide 12 - Quizvraag
Are ___ (we) going to play football with ___ (haar)?
A
you / him
B
we / her
C
I / it
D
they / us
Slide 13 - Quizvraag
Extra oefenen met
de Personal pronouns?
Klik op deze link!
Slide 14 - Tekstslide
Personal Pronouns
year 1
Slide 15 - Tekstslide
Personal pronouns
Slide 16 - Woordweb
Personal Pronouns
onderwerpsvorm
Let op:
I
is ltijd met een hoofdletter.
Slide 17 - Tekstslide
voorwerpsvorm
Slide 18 - Tekstslide
Personal pronouns
Slide 19 - Tekstslide
Wat zijn personal pronouns?
A
Voornaamwoorden
B
Bezittelijk voornaamwoorden
C
Lidwoorden
D
Voorzetsels
Slide 20 - Quizvraag
Maak deze zin af:
Personal pronouns...
A
vertellen iets over de uitspraak van woorden
B
verwijzen naar mensen dieren of dingen
C
verwijzen nooit naar dieren of dingen
D
gebruik je om bezit aan te geven
Slide 21 - Quizvraag
Personal Pronouns
timer
1:00
I
You
She
We
You
They
He
It
Jij/je
Wij/we
Zij/ze
Ik
Jullie
Hij
Zij
Het
Slide 22 - Sleepvraag
Which of these words is a personal pronoun?
A
Orange
B
you
C
car
D
blue
Slide 23 - Quizvraag
Personal Pronouns
voorwerpsvorm
timer
1:00
I
You
She
We
They
He
It
us
them
Me
you
Him
her
it
Slide 24 - Sleepvraag
Pick a personal pronoun:
... is cold outside.
A
He
B
We
C
She
D
It
Slide 25 - Quizvraag
Personal pronouns
This is for ... (hen).
A
you
B
him
C
me
D
them
Slide 26 - Quizvraag
Vervang het woord tussen haakjes:
(Lisa and Susan) are very good friends.
A
He
B
They
C
You
D
We
Slide 27 - Quizvraag
Vervang het gedeelte tussen haakjes:
Is (a hamburger) healthy?
A
she
B
they
C
he
D
it
Slide 28 - Quizvraag
Vervang het woord tussen haakjes:
(Grandma) is sitting in the garden
A
She
B
Him
C
Her
D
They
Slide 29 - Quizvraag
Personal pronouns
This is for ... (mij).
A
I
B
him
C
me
D
my
Slide 30 - Quizvraag
Choose the correct personal pronoun:
I have a cat. ........ is really cute.
A
She
B
It
C
He
D
They
Slide 31 - Quizvraag
Personal pronoun
Can you call ... (hem)?
A
her
B
him
C
me
D
he
Slide 32 - Quizvraag
Vervang het gedeelte tussen haakjes:
(Carol and I) are sisters.
A
She
B
They
C
I
D
We
Slide 33 - Quizvraag
Personal pronoun
... (zij) is sitting in the garden.
A
Her
B
Him
C
They
D
She
Slide 34 - Quizvraag
Vervang het woord tussen haakjes door personal pronoun
You can find (John) in the garden
A
She
B
Him
C
He
D
They
Slide 35 - Quizvraag
Personal pronoun
... is cold outside.
A
He
B
We
C
She
D
It
Slide 36 - Quizvraag
Vervang het woord tussen haakjes voor een personal pronoun
This present is for (the boys),
A
he
B
they
C
them
D
him
Slide 37 - Quizvraag
Personal pronouns
You can watch TV with ... .
A
we
B
they
C
I
D
them
Slide 38 - Quizvraag
A personal pronoun:
... like school. (ik)
A
i
B
I
C
you
D
we
Slide 39 - Quizvraag
Personal pronouns
There is Luke. This book is for...
A
his
B
he
C
her
D
him
Slide 40 - Quizvraag
Personal pronouns
Why don't you talk to .... ?
A
she
B
her
C
they
D
we
Slide 41 - Quizvraag
A personal pronoun:
My brother is nice. ..... is 26 years old.
A
you
B
she
C
he
D
him
Slide 42 - Quizvraag
Welke Personal Pronoun kan je als vervanging gebruiken?
They
She
He
It
We
Sister
Boy
School
Dad
Cars
Emily & Jack
Bike
Sophia and I
Parents
Teacher
Slide 43 - Sleepvraag
She-
He-
It
They
We
You
You and Tom
You and me
My family
That book
My brother and I
John and Diana
His parents
You and your team
Elisabeth
My uncle
Slide 44 - Sleepvraag
Match de blauwe
personal pronouns
met de juiste vorm van het werkwoord
to be
(in het rood)
am
are
is
I
You
He/she/it
We/You/they
Slide 45 - Sleepvraag
Hoe ging het?
A
Ik heb alle vragen goed.
B
Ik heb een paar kleine foutjes gemaakt.
C
Ik vind het erg moeilijk.
Slide 46 - Quizvraag
www.englisch-hilfen.de
Slide 47 - Link
Meer lessen zoals deze
Personal Pronouns
September 2024
- Les met
40 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
personal pronouns
September 2024
- Les met
33 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
M 1 Present Simple (herhalen)
Juni 2022
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
1TH LB personal pronouns
November 2023
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
MDE - personal pronouns
September 2024
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
personal pronouns
Februari 2024
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Personal pronouns
September 2024
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
personal pronouns
Oktober 2023
- Les met
31 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1