Oefentoets organen en cellen

Oefentoets 1mh4

  • Voor de oefentoets van planten en organen

1. Typ in je browserbalk: 

hoofdletters en kleine letters maken uit!

2. Log in met je mailadres en wachtwoord.

3. Start de toets. Noteer tijdens het maken van de oefentoets welke onderwerpen je nog moeilijk vindt. 

4. Klaar? Maak flash cards van de onderwerpen die je nog niet wist. 
timer
0:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefentoets 1mh4

  • Voor de oefentoets van planten en organen

1. Typ in je browserbalk: 

hoofdletters en kleine letters maken uit!

2. Log in met je mailadres en wachtwoord.

3. Start de toets. Noteer tijdens het maken van de oefentoets welke onderwerpen je nog moeilijk vindt. 

4. Klaar? Maak flash cards van de onderwerpen die je nog niet wist. 
timer
0:00

Slide 1 - Tekstslide

Oefentoets 1ha2

  • Voor de oefentoets van planten en organen

1. Typ in je browserbalk: 

hoofdletters en kleine letters maken uit!

2. Log in met je mailadres en wachtwoord.

3. Start de toets. Noteer tijdens het maken van de oefentoets welke onderwerpen je nog moeilijk vindt. 

4. Klaar? Maak flash cards van de onderwerpen die je nog niet wist. 
timer
0:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
- Oefentoets bespreken
- Gezamenlijk een oefentoets maken

Slide 3 - Tekstslide

Oefentoets 
hoofdstuk Organen en cellen

Slide 4 - Tekstslide

Dierlijke cellen hebben een celmembraan.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Celwanden zorgen voor stevigheid.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Bladgroenkorrels zitten in de kern van een plantencel.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

In de afbeelding is een orgaan getekend.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

In afbeelding is een dierlijk weefsel getekend.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Onder een microscoop kun je chromosomen alleen zien als een cel zich gaat delen.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Chromosomen bestaan onder meer uit DNA.

A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Chromosomen liggen in de plastiden.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Als een cel deelt, dan worden de chromosomen worden eerst gekopieerd en zijn er 92 chromosomen in een cel.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Chromosomen liggen in de celkern.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Als een cel deelt, dan worden de chromosomen worden eerst gekopieerd en zijn er 92 chromosomen in een cel.

A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Alle organismen hebben 46 chromosomen.

A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

HV In de afbeelding is een microscopische tekening te zien van een deel van een plant.
Stelling 1. In deze tekening zijn meerdere cellen te zien.
Stelling 2. In deze tekening is slechts één weefsel te zien.

A
Beide stellingen zijn juist.
B
Alleen stelling 1 is juist.
C
Alleen stelling 2 is juist.
D
Geen van beide stellingen is juist.

Slide 17 - Quizvraag

In de afbeelding is een bladcel afgebeeld.
Welke onderdelen van deze plantaardige cel komen ook bij dierlijke cellen voor? ...(1)....
A
1, 2 en 5.
B
1, 4 en 5.
C
2, 3 en 6.
D
2, 5 en 6.

Slide 18 - Quizvraag

In een organisme komen onder andere cellen, organen, organenstelsels en weefsels voor.
Wat is de juiste volgorde van deze delen, van klein naar groot?

A
Cel – orgaan – organenstelsel – organisme.
B
Orgaan – organenstelsel – organisme – cel.
C
Organenstelsel – cel – orgaan – organisme
D
Organisme – organenstelsel – orgaan – cel.

Slide 19 - Quizvraag

In de afbeelding is een orgaan van een mens getekend.
Tot welk organenstelsel behoort dit orgaan?
A
Tot het beenderstelsel.
B
Tot het bloedvatenstelsel.
C
Tot het verteringsstelsel.
D
Tot het zenuwstelsel.

Slide 20 - Quizvraag

In de afbeelding is een dierlijke cel schematisch getekend.
Noteer de namen van de genummerde onderdelen 2, 3 en 4.

Slide 21 - Open vraag

De basen zijn altijd in dezelfde paren. Dus als je de ene base weet, dan weet je ook welke base aan de andere kant zit...

Een stuk DNA bestaat uit GTTAATTC, welke letters (basen) staan aan de andere kant? (1 punt)

Slide 22 - Open vraag

Deze les
- Oefentoets bespreken
- Gezamenlijk oefentoetsje doen

Slide 23 - Tekstslide

Heel veel succes!

Yes, you can :)

Slide 24 - Tekstslide