Dalton (1808): atomen zijn harde, ondeelbare deeltjes met unieke eigenschappen en een eigen massa.
Rutherford (1911): atoom bestaat uit een zeer kleine positief geladen kern, waar de negatieve elektronen omheen cirkelen.
Bohr (1914): verfijning model van Rutherford door de elektronen een vaste baan rond de kern toe te kennen. Deze banen noemt hij elektronenschillen (K, L, M, etc.).
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Protonen, neutronen en elektronen
Dalton (1808): atomen zijn harde, ondeelbare deeltjes met unieke eigenschappen en een eigen massa.
Rutherford (1911): atoom bestaat uit een zeer kleine positief geladen kern, waar de negatieve elektronen omheen cirkelen.
Bohr (1914): verfijning model van Rutherford door de elektronen een vaste baan rond de kern toe te kennen. Deze banen noemt hij elektronenschillen (K, L, M, etc.).
Slide 1 - Tekstslide
Atoommodellen
Dit model beschrijft een atoom dat bestaat uit negatief geladen elektronen die
in vaste banen om een kleine kern van positief geladen protonen en neutrale
neutronen heen cirkelen.
Rutherford
Bohr
Slide 2 - Tekstslide
Atoomnummer en massagetal
Protonen en neutronen hebben nagenoeg dezelfde massa (Tabel 7).
De atomaire massaeenheid wordt uitgedrukt in unit, u.
Eén unit is gelijk aan 1,661∙10⁻²⁷ kg. Een proton en een neutron hebben beide een massa van 1,0 u.
Elektronen hebben een veel kleinere massa en dragen daardoor nauwelijks bij aan de massa van een atoom.
Slide 3 - Tekstslide
Atoomnummer en massagetal
Aantal protonen in de kern, bepaalt de identiteit van het atoom. Dit aantal wordt het atoomnummer genoemd en plaatst men linksonder het atoomsymbool, bijvoorbeeld ₂₅Mn.
Slide 4 - Tekstslide
Aluminium
Barium
Calcium
Chroom
Goud
Kalium
Kobalt
Koper
kwik
Jood
koolstof
neon
silicium
stikstof
waterstof
zuurstof
zwavel
Hoeveel protonen hebben de atomen?
Slide 5 - Tekstslide
Atoomnummer en massagetal
Aantal elektronen is in een neutraal atoom gelijk aan aantal protonen, dit kan veranderen wanneer atoom een chemische reactie aangaat. Dan is een atoom niet meer elektrisch neutraal. Aantal protonen verandert nooit bij een chemische reactie.
Slide 6 - Tekstslide
Isotopen
Meesteelementen hebben meerdere isotopen. Isotopen zijn atomen met hetzelfde aantal protonen in de kern, maar een ander aantal neutronen. Isotopen hebben dus hetzelfde atoomnummer, maar een andere massa.
Slide 7 - Tekstslide
Samengevat
Een atoom bestaat uit een atoomkern die protonen en neutronen bevat met daaromheen een elektronenwolk.
atoomnummer = aantal protonen
massagetal = aantal protonen + aantal neutronen
Atoommassa’s geef je weer in units (u).
Isotopen hebben hetzelfde atoomnummer maar een verschillend massagetal.
Slide 8 - Tekstslide
Aluminium
Barium
Calcium
Chroom
Goud
Kalium
Kobalt
Koper
kwik
Hoeveel protonen, neutronen en elektronen hebben de volgende atomen?