introductie krachten

Welkom
Pak je I-Pad, schrift, pen, potlood, geodriehoek, gum.
Doe je telefoon in je tas.
Leg je tas in het tassenrek.

We beginnen snel.......
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak je I-Pad, schrift, pen, potlood, geodriehoek, gum.
Doe je telefoon in je tas.
Leg je tas in het tassenrek.

We beginnen snel.......

Slide 1 - Tekstslide

Spoorboekje
5 minuten welkom
-
25 minuten instructie
-
10 minuten vragen
-
5 minuten afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Les 1. krachten
Vandaag leer je:

- Wat is zwaartekracht?
- Wat is een Newton?
-Hoe herken ik verschillende krachten? 
-Hoe teken ik een kracht?

Slide 3 - Tekstslide

Zwaartekracht
Alle voorwerpen op aarde worden door de aarde aangetrokken.  Dit noemen we zwaartekracht. 

In de natuurkunde is het symbool voor kracht 
F van het Engelse Force. 
Kracht druk je uit in de eenheid Newton(N)

Onthoud:
Gewicht is een kracht, je gewicht is de kracht die jouw massa op de vloer uitoefent. 

Slide 4 - Tekstslide

Zwaartekracht
Als jouw massa 60 kg is, dan werkt op jou een  zwaartekracht         van 
60 x 9.8 = 588 N
Onthoud: 
op aarde is 1kg = 9,8N

Vraag:
wat zou de zwaartekracht van de astronaut zijn van hiernaast? 

Fz

Slide 5 - Tekstslide

Zwaartekracht:

Hoe bereken je zwaartekracht?
1. Gegeven
2. Gevraagd
3. Formule
4. Berekening
5. Antwoord
Voorbeeld:
Bereken de zwaartekracht op een voorwerp met een massa van 75 kg.

1.       m = 75kg
2.            =  ?
3.             = m x 9.8
4.             = 75 x 9,8 = 735 N
5. De zwaartekracht op een voorwerp met een       massa van 75 kg is 735 N

Fz
Fz
Fz

Slide 6 - Tekstslide

Verschillende krachten
Bij het gewichtheffen tillen gewichtheffers tot wel 3 x hun eigen gewicht boven hun hoofd. Er is veel spierkracht voor nodig om het halter op te tillen en hoog te houden.

Dat komt omdat de aarde de halter naar beneden trekt. 
Op de halter werkt de zwaartekracht.

Slide 7 - Tekstslide

verschillende krachten
De windkracht kan een zeilboot of een windmolen in beweging zetten.

In een trampoline zitten veren. als je op de trampoline staat rekken de veren uit. in de veren ontstaat veerkracht.

Als je op de trampoline springt, remt de veerkracht je af en veer je weer terug.

Slide 8 - Tekstslide

Verschillende krachten
Als je op de vloer staat, werkt op jou de dragende kracht van de vloer.
Die kracht vanuit de vloer zorgt er voor dat je niet wegzakt.

Deze kracht heet de normaalkracht.
de normaalkracht werkt altijd loodrecht op de vloer.

Slide 9 - Tekstslide

verschillende krachten
Krachten kun je niet zien, maar de gevolgen door de verschillende krachten kun je wel zien.

1. De snelheid van een voorwerp groter of     
    kleiner maken.
2. De richting van een beweging veranderen.
3. De vorm van een voorwerp veranderen.

Slide 10 - Tekstslide

Soorten vervormingen

Slide 11 - Tekstslide

Plastische vervorming
Vervorming is permanent.

Slide 12 - Tekstslide

Elastische vervorming
Vervorming keert terug naar oorspronkelijke staat.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe teken je een kracht?

Slide 14 - Tekstslide

Hoe teken je een kracht?
Een kracht kun je niet zien.
De gevolgen van een kracht meestal wel.
Je tekent de kracht als een pijl, deze pijl geeft de richting van de kracht aan, de lengte geeft de grootte van de kracht aan en de plaats waar de kracht op werkt. dit noemen we ook wel het aangrijpingspunt van de kracht.


Slide 15 - Tekstslide

Hoe teken ik een kracht?
Op de vlieger werken 3 krachten.
1. spankracht
2. windkracht
3. zwaartekracht
Deze krachten staan in de tekening als een pijl.
-De pijl geeft de richting van de kracht aan
-De lengte van de pijl geeft de grootte van de   
  kracht aan.
-De plaats waar de kracht op de vlieger werkt 
  is het aangrijpingspunt van de kracht.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe teken ik een kracht?
Je tekent een kracht op schaal, dit heet krachtenschaal. De pijl die de windkracht weergeeft, heeft een lengte van 3,5cm.
De schaal is hier zo gekozen dat 1 cm overeenkomt met 10 N. De pijl stelt dan 
3,5 x 10 =35 N voor.

Je geeft de krachtenschaal kort weer met : 
1 cm = 10 N

Slide 17 - Tekstslide

Vragen?

Slide 18 - Tekstslide

Nu jullie!

Slide 19 - Tekstslide

1. Noem 10 verschillende soorten krachten?

Slide 20 - Open vraag

2. Wat is gewicht?

Slide 21 - Open vraag

3. Wat is de eenheid van kracht?

Slide 22 - Open vraag

4. wat is de zwaartekracht op een voorwerp van 1 kg?

Slide 23 - Open vraag

5. Hoe noem je een blijvende vervorming?

Slide 24 - Open vraag

6. Een kracht zelf kun je niet zien. welke 3 gevolgen kun je wel zien?

Slide 25 - Open vraag

7. Hoe kun je een kracht in een tekening weergeven?

Slide 26 - Open vraag

8. welke 3 dingen kun je in een pijl weergeven als je deze pijl tekent als kracht?

Slide 27 - Open vraag

Deze les
A
was een makkie
B
is te begrijpen maar......
C
Was moeilijk, moet thuis wel alles nog eens door nemen
D
ik snap het nog niet, maar ga daar hard aan werken!

Slide 28 - Quizvraag

tot volgende les!

Slide 29 - Tekstslide