H4.2 Wat is er thuis verzekerd? (1 les)

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

Leerdoelen
  • Dat je aansprakelijkheid voor schade aan anderen kunt verzekeren
  • Wat voor verzerkingen je voor een huis nodig hebt
  • Hoe je voor woonhuisverzerkingen de premie berekent

Slide 3 - Tekstslide

Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP)
Verzekert tegen de financiële gevolgen van een schade die je zonder opzet aan andere toebrengt. 

Slide 4 - Tekstslide

3C. Bereken hoeveel procent de premie voor Anisa (€60,-) lager dan gemiddeld is.

Slide 5 - Tekstslide

Gemiddelde premie voor een gezin standaard: € 6 × 12 = € 72 per jaar.
Anita betaalt per jaar € 72 – € 60 = € 12 minder dan het gemiddelde.
€ 12 ÷ 72 × 100% = 16,7%

Slide 6 - Tekstslide

Inboedelverzekering (inbraak- en brandschade)

Opstalverzekering (brand en stormschade)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Premie woonhuisverzekering:
Premie woonhuisverzekering = 
verzekerd bedrag : 1.000 x premiebedrag

Voorbeeld: De herbouwwaarde van je huis is €300.000. 
Je kiest: Standaard dekking

Slide 10 - Tekstslide

Opgave 8 blz. 106
€240.000

Jaarpemie Centraal Beheer = €0,90 per €1.000
Jaarpremie FBTO = €0,64 per €1.000

Slide 11 - Tekstslide

Onderverzekeren
Onderverzekerd = als de verzekerde waarde van je inboedel of woonhuis lager is dan de werkelijke waarde ervan.

De schadevergoeding bij onderverzekering =
verzekerde waarde : werkelijke waarde x schadebedrag

Slide 12 - Tekstslide

Hoe onstaat onderverzekering?

Slide 13 - Tekstslide

Hoe voorkom je onderverzekering?
Voorkomen met een geïndexeerde verzekering. 
Met indexering wordt het bedrag aangepast aan de prijsstijging.

Slide 14 - Tekstslide

Maken opgave 10 blz. 106
Klaar: Maken 1 t/m 9


Resultaat: Je weet hoe je onderverzekering uitrekent
timer
7:00

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Afmaken 4.2: 1 t/m 10

Slide 17 - Tekstslide

Wat is geen voorbeeld van een onzeker voorval?
A
inbraak
B
ongeluk
C
zelf vernielen
D
blikseminslag

Slide 18 - Quizvraag

Wat is premie?
A
De verzekering zelf
B
De schade die wordt uitbetaald
C
Het bedrag dat je elke maand betaalt aan je verzekering
D
De verzekeringsmaatschappij

Slide 19 - Quizvraag

Waar betaal je assurantiebelasting over?
A
Alleen over de premie.
B
Alleen over de polis.
C
Over de premie en de poliskosten.

Slide 20 - Quizvraag

Een ... verzekering dekt brandschade of stormschade aan een woning.
A
Opstal
B
Inboedel
C
AVP
D
algemene schade

Slide 21 - Quizvraag

Thijmen heeft een verzekering afgesloten met een 'eigen risico'.
Wat is een 'eigen risico'?
A
Dat je niet weet wanneer er iets gebeurd
B
Dat je een eigen risico neemt
C
Dat deel moet je zelf betalen bij schade

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een opstalverzekering?
A
Een verzekering voor als er schade is aan spullen die je opstalt.
B
Een verzekering voor als er schade is aan je huis zelf.
C
Een verzekering voor als er schade is aan je schuur.
D
Een verzekering voor als er schade is aan je spullen.

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een onderverzekering?
A
Met een onderverzekering ben je altijd verzekerd voor het laagste bedrag.
B
Je bent onderverzekerd als de verzekerde som lager is dan daadwerkelijk geleden schade.
C
Je bent met een onderverzekering nooit onder verzekerd.

Slide 24 - Quizvraag

Aan de slag
Wat? Afmaken 1 t/m 11 van 4.2
Hoe? Individueel
Hulp? 4.2 nogmaals lezen -> toch lastig? Hulp vragen aan de docent
Klaar: Afmaken 4.1 en 4.2 (huiswerk volgende les)
Tijd? 15 minuten
Resultaat: Je hebt de lesdoelen behaald

Slide 25 - Tekstslide