Drugs, drank of toch kiezen voor gezond deel 2

timer
9:00
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

timer
9:00

Slide 1 - Tekstslide

Instructie 

Slide 2 - Tekstslide

Drugs, drank of toch kiezen voor gezond?
Goed voor jezelf zorgen is soms best moeilijk. Daarvoor moet je de goede keuzes maken. Van de jongeren in De Springplank is Laura de enige die zich goed verzorgt, maar dat is alleen haar buitenkant. Hoe gezond leven de jongeren eigenlijk?

Veel jongeren roken en drinken regelmatig alcohol. Verder experimenteert Kevin weleens met drugs. Hij vindt het fijn om zo af en toe een blowtje te roken. Dan kan hij even alles om zich heen vergeten en zich prettig voelen. Dat is een keuze.

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel:

Aan het einde van deze les:
Les 1:
- Weet de leerling dat hij/ zij altijd een keuze kan maken
- Welke factoren jouw keuzes kunnen beïnvloeden en welke gevolgen dit kunnen hebben

Les 2: 
-Weet de leerling wat genotmiddelen zijn
-Kan de leerling informatie geven over het gebruik van genotmiddelen
-Weet de leerling wat verslaving is en wat de gevolgen zijn

Slide 4 - Tekstslide

Wat is keuzestress?

Keuzestress is een vorm van stress die veroorzaakt wordt doordat iemand overspoeld wordt met informatie die overwogen moet worden om een 'goede' keuze te kunnen maken.



Slide 5 - Tekstslide

Keuzes maken is een belangrijk thema in het leren zelfstandig te worden. 
De hele dag door moet je keuzes maken.
 Niet alle keuzes zijn even belangrijk natuurlijk. 
Maar wie gezond wil zijn, zal verstandige keuzes moeten maken.

Wie herkent wel eens keuzestress...


Slide 6 - Tekstslide

Emoties
Emoties hebben grote invloed op het maken van keuzes. 
Achteraf kun je pas bepalen of je de juiste keuze hebt gemaakt.

Slide 7 - Tekstslide

Invloeden op je leven en je keuzes
De wijze waarop jij je ontwikkelt (hebt) en hoe jij in het leven staat, heb je zelf in de hand. Je bepaalt zelf welke keuzes je maakt. Maar je wordt in je leven, in wat je denkt en bij het maken van keuzes wel beïnvloed door verschillende factoren.
Dit kunnen interne en externe factoren zijn.

Interne factoren: dit zijn de factoren die in  de persoon zelf zitten, zoals karakter en intelligentie. Deze factoren zijn erfelijk bepaalt.
Externe factoren: dit zijn de factoren van buitenaf zoals opvoeding, school en de omgeving.


Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden van externe factoren
  • Media: reclame, sociale media, berichten op internet, kranten en tv
  • Cultuur: de regels en gewoonten die gelden in het gezin en de omgeving
  • Omgeving: de stad, het dorp en de buurt (het huis) waarin je woont. Dit dit veilig of juist niet?

Slide 9 - Tekstslide

Gevolgen voor de gezondheid
Interne en externe factoren kunnen gevolgen hebben op je gezondheid.

Wanneer je een lichamelijke handicap hebt, heeft deze invloed op hoe jij je leven inricht.

De opvoeding en de omgeving waar jij opgegroeid bent, heeft invloed op jouw ontwikkeling, dus ook op jouw gezondheid.

Op de volgende sheet volgt een sleepvraag. Welke factoren kunnen een positieve of negatieve invloed op jouw ontwikkeling hebben.

Slide 10 - Tekstslide

Positieve factoren op school
Negatieve factoren op school
Deelnemen aan een sportclub
Gepest worden via sociale media
Vriendjes
Ontwikkelen van zelfvertrouwen
Gepest worden
Kan met sociale media omgaan
Faalangst, niet veilig voelen
Niet kunnen sporten (uitsluiten, overgewicht)
Leerproblemen
Intelligent

Slide 11 - Sleepvraag

Positieve factoren zorgen ervoor dat je goed in je vel zit, dat je voldoende steun ervaart om je te ontwikkelen en dat je in staat bent om zelfstandig te leven.

Door negatieve invloeden kunnen er lichamelijk klachten of psychische en sociale problemen ontstaan:
  • Fysiek: overgewicht, ondergewicht kans op hart en vaatziekten enz.
  • Psychisch: depressief voelen, onzeker, faalangstig, eenzaam voelen
  • Sociaal: onder druk van anderen (personen, sociale media) verkeerde keuzes maken, geen vrienden hebben, buitengesloten voelen, geen werk kunnen krijgen.

Slide 12 - Tekstslide

Drugs, drank of toch kiezen voor gezond? 

Aan de slag! 

Opruimen om 15.19 uur

Slide 13 - Tekstslide

Map z&W+ laptop op tafel.
Opdracht: drugs, alcohol of toch voor gezond kiezen.
Einde les inleveren!

Slide 14 - Tekstslide

Genotmiddelen

Slide 15 - Tekstslide

Wat weten jullie van
Genotmiddelen

Slide 16 - Woordweb

Genotmiddel?
Van genotmiddelen kun je genieten, vandaar het woord genotmiddelen. 
Genotmiddelen worden door bijna iedereen gebruikt. 
Bij genotmiddelen kun je denken aan:
thee, koffie, cola, alcohol, tabak, chocolade, drugs enz.
 
Wanneer je een genotmiddel gebruikt, krijg je er een lekker gevoel van.
Voor veel mensen is het gebruik ervan een gewoonte geworden.
Ze gebruiken het zonder erbij na te denken.
Stoppen met iets waaraan je gewend bent, kan heel moeilijk zijn.



Slide 17 - Tekstslide

Verslaafd: 
Je kunt niet stoppen met een genotmiddel je wordt afhankelijk
Lichamelijk verslaafd: 
Als je stopt met een genotmiddel krijg je lichamelijke klachten.
Dit zijn afkickverschijnselen, zoals hoofdpijn, trillen en zweten.
Je lichaam wil eigenlijk niet zonder het middel.

Geestelijk verslaafd.
Je denkt dat je niet zonder genotmiddel kan. Je voelt je niet prettig.
Je kunt alleen maar aan het genotmiddel denken.

Sociaal verslaafd.
Je mist het contact met de mensen met wie je een genotmiddel gebruikt.


Slide 18 - Tekstslide

Drugs kun je verdelen in 2 groepen:

Harddrugs:  Voorbeelden zijn Cocaïne, GHB, Heroïne, LSD, XTC en Amfetamine. Harddrugs zijn drugs met een onaanvaardbaar risico voor de gezondheid. Ze zijn illegaal en het bezit van deze middelen is strafbaar.

 Softdrugs:  Voorbeelden zijn Hasj en Weed, tabak en Cafeïne.  Softdrugs zijn minder schadelijk voor de gezondheid dan harddrugs (dat wil niet zeggen dat ze niet schadelijk zijn). In Nederland zijn ze in beperkte mate legaal en mogen verkocht worden bij Coffeeshops.

Slide 19 - Tekstslide

Alcohol

Slide 20 - Tekstslide

Alcohol en jongeren
Daan is zeventien jaar en gaat regelmatig met zijn vrienden op stap. Van tevoren gaan ze dan 'indrinken' bij een vriend thuis. Ze drinken veel bier en hebben dan de grootste lol. Daan komt regelmatig dronken thuis. Volgens de groepsleiding is dat een groot probleem. Hierdoor is het voor Daan moeilijk om zelfstandig te gaan wonen.

Volgens de wet mag hij Daan geen alcohol drinken en kopen. Hij vindt het onzin dat je 18 jaar moet zijn. Maar dat is geen probleem, lacht hij, een paar jongens zijn ouder, die kunnen zo bier halen.

Wat vind jij hiervan?



Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Gevolgen en risco's van alcoholgebruik:
Lichamelijk:
Korte termijn: alcohol verdooft het bewustzijn en verandert gedrag. Dit kan plezierig gevoel geven maar kan ook leiden tot verlies van controle over het lichaam, tot agressie of misselijkheid. Binge-drinking: als je in korte tijd veel drinkt kan dit leiden tot stilstand van je hart en ademhaling en dat kan coma en zelfs de dood tot gevolg hebben.

Lange termijn: op lange termijn kan alcoholgebruik ernstige schade aan de gezondheid veroorzaken.
-Vergroot de kans op kanker
-Brengt schade toe aan lever, alvleesklier, maag, hersenen en spieren.
-Kan ondervoeding veroorzaken

Slide 23 - Tekstslide

Gevolgen en risco's van alcoholgebruik:
Geestelijk (psychische) en sociale gevolgen:

Op geestelijk gebied zie je bij langdurig drankgebruik vaak de volgende problemen: Vermindering van de emotionele- en gedragscontrole, angst, hallucinaties, jaloersheid, achtervolging en depressies.

Op sociaal gebied kan overmatig alcoholgebruik leiden tot moeilijkheden in het gezin en op het werk en/of kunnen er financiële en juridische problemen ontstaan.

Vaak (niet altijd dus) is er alcoholmisbruik in het spel bij overlast, agressie of verkeersongelukken.

Slide 24 - Tekstslide

Drugs
Drugs zijn stoffen die je hersenen beïnvloeden.

Ze kunnen:
- verdoven                               (downers)
- oppeppen                              (uppers)
- je bewustzijn veranderen      (trippers)

Voorbeelden van drugs:
- Tabak en  Alcohol
- Soft- en harddrugs (hasj, wiet, cocaïne)
- Slaap- en kalmeringsmiddelen
- Cafeïne en XTC

Het kan je ontspannen en laat je dingen (een moment) vergeten.

Drugs beïnvloedt je hersenen:
Het denken, voelen en 
wat je om je heen ziet en hoort.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Check-out 
Hieronder staan drie zinnen over drugs. Vul de ontbrekende woorden in op de stippellijnen. Kies uit de woorden die achter de zin staan.
   

Xtc is een …………………………………………………………… . harddrug - softdrug

Wiet is een …………………………………………………………. harddrug - softdrug

In de Opiumwet staat dat bezit, handel en productie van drugs
………………………………………………………… strafbaar is.   niet - wel






Slide 27 - Tekstslide