T10 herhaling. Voeding en vertering

T10 herhaling. Voeding en vertering
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

T10 herhaling. Voeding en vertering

Slide 1 - Tekstslide

Hoe gaan wij dit doen
Elke keer als jij de vraag beantwoord hebt draai jij je laptop om. Dus je scherm naar het bord. Pas als iedereen de laptop heeft omgedraaid gaan wij verder

Slide 2 - Tekstslide

Is het een voedingsmiddel of een voedingsstof?
Voedingsmiddel
Voedingsstof
Appelsap
Eiwitten
Vitaminen
Aardappels
Vetten

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Tekstslide

voedingsstoffen
eiwitten
koolhydraten
vetten
water
mineralen
vitaminen

Slide 5 - Tekstslide

Welke functies heeft de voedingsstof? Sleep de juiste antwoorden naar de voedingsstof.
Let op: een voedingsstof kan meerdere functies hebben.
eiwitten
bouwstoffen
brandstoffen
reservestoffen
beschermende stoffen

Slide 6 - Sleepvraag

Welke functies heeft de voedingsstof? Sleep de juiste antwoorden naar de voedingsstof.
Let op: een voedingsstof kan meerdere functies hebben.
koolhydraten
bouwstoffen
brandstoffen
reservestoffen
beschermende stoffen

Slide 7 - Sleepvraag

Welke functies heeft de voedingsstof? Sleep de juiste antwoorden naar de voedingsstof.
Let op: een voedingsstof kan meerdere functies hebben.
mineralen
bouwstoffen
brandstoffen
reservestoffen
beschermende stoffen

Slide 8 - Sleepvraag

Welke functies heeft de voedingsstof? Sleep de juiste antwoorden naar de voedingsstof.
Let op: een voedingsstof kan meerdere functies hebben.
vitaminen
bouwstoffen
brandstoffen
reservestoffen
beschermende stoffen

Slide 9 - Sleepvraag

Welke functies heeft de voedingsstof? Sleep de juiste antwoorden naar de voedingsstof.
Let op: een voedingsstof kan meerdere functies hebben.
water
bouwstoffen
brandstoffen
reservestoffen
beschermende stoffen

Slide 10 - Sleepvraag

Welke functies heeft de voedingsstof? Sleep de juiste antwoorden naar de voedingsstof.
Let op: een voedingsstof kan meerdere functies hebben.
vetten
bouwstoffen
brandstoffen
reservestoffen
beschermende stoffen

Slide 11 - Sleepvraag

Schijf van vijf
Vak 1: vitaminen (onder andere 
vitamine C), mineralen en voedingsvezels
Vak 2: vetten en vitaminen
Vak 3: eiwitten, vitaminen en mineralen 
(onder andere kalk 
en ijzer)
Vak 4: koolhydraten (zetmeel), 
plantaardige eiwitten, mineralen, vitaminen
en voedingsvezels
Vak 5: water

Slide 12 - Tekstslide

De schijf van Vijf

Welke van de uitspraken over de Schijf van Vijf zijn juist?
De Schijf van Vijf helpt je om:









A
Beter te zorgen voor het milieu
B
Voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen
C
Koolhydraatarm te eten
D
Meer verzadigd vet te eten

Slide 13 - Quizvraag

Wat is ondervoeding?
A
Te weinig voedingsstoffen in het lichaam
B
Te weinig eiwitten in het lichaam krijgen
C
Hongersnood

Slide 14 - Quizvraag

Wat doen voedingsvezels?
A
Zorgen ervoor dat je energie hebt
B
Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt
C
Zorgen ervoor dat de darmperistaltiek goed werkt
D
Zorgen ervoor dat je cellen kunt maken

Slide 15 - Quizvraag

2

Slide 16 - Video

Organen die verteringssappen maken
Organen die géén verteringssappen maken
Alvleesklier
Darmsapklieren
Galblaas
Lever
Maagsapklieren
Speekselklieren
Tong
Twaalf
vingeringe darm

Slide 17 - Sleepvraag

De functie van het verteringsstelsel is het omzetten van...................... in ....................
Speeksel en maagsap zijn voorbeelden van.....................

De enzymen in...................... zorgen ervoor dat voedingsstoffen........................ worden afgebroken. Voedingsstoffen die...................... door de darmwand heen kunnen worden omgezet in verteringsproducten. Verteringsproducten kunnen...........................door de darmwand heen.
Verteringssappen
Verteringssappen
Sneller
Langzamer
Voedingsstoffen
Voedingsmiddelen
Wel
Niet

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Video

Speeksel
Wat gebeurd er in je mond als jij je mond vol propt met een beschuit? 

Slide 20 - Tekstslide

Speeksel
Wat gebeurd er in je mond als jij je mond vol propt met een beschuit? 
Speeksel zorgt ervoor dat het voedsel beter glijdt.

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de functie van de maag?
A
produceren van maagsap
B
voedsel wordt er niet opgeslagen
C
zorgen dat het eten niet in beweging komt
D
maagportier open en dicht houden

Slide 22 - Quizvraag

Als je een klein beetje bedorven voedsel doorslikt hoef je niet meteen ziek te worden.
Hoe kan dat?

Slide 23 - Tekstslide

Als je een klein beetje bedorven voedsel doorslikt hoef je niet meteen ziek te worden.
Hoe kan dat?

Het komt in je maag terecht, in je maag zit maagzuur wat naast verteren ook bacteriën doodt

Slide 24 - Tekstslide

In de dikke darm wordt...
A
Water uit de voedselbrij gehaald
B
Eiwitten uit de voedselbrij gehaald
C
Koolhydraten uit de voedselbrij gehaald
D
Vitaminen uit de voedselbrij gehaald

Slide 25 - Quizvraag

In de dunne darm
A
worden vetten verteerd
B
worden voedingsstoffen naar de bloedbaan getransporteerd
C
is de ontlasting dun
D
antwoord B en C zijn juist

Slide 26 - Quizvraag

Tandbederf ontstaat door:
A
suikers die je glazuur aantasten
B
bacterien die je glazuur aantasten
C
zuren die je glazuur aantasten
D
mineralen die je glazuur aantasten

Slide 27 - Quizvraag

Zichtbare deel van een tand:
Onzichtbare deel van een tand:
Kroon
Snijtand
Hoektand
Wortel
Kies

Slide 28 - Sleepvraag

Kunnen 16Je moet in een afbeelding van een tand/kies de juiste namen 
bij de onderdelen kunnen schrijven.
Koppel de juiste woorden aan de afbeelding.
cement
wortelvlies
kroon
glazuur
wortel
tandholte
tandvlees
bloedvaten
zenuw
tandbeen

Slide 29 - Sleepvraag

alleseter
vleeseter
planteneter

Slide 30 - Sleepvraag

Vleeseter
Alleseter
Planteneter

Slide 31 - Sleepvraag

Slide 32 - Video

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide