Les 2 (Week 35, 28/08 - Periode 1) - V2G/V2Z

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

1HV1 Première leçon
Les objectifs :
  • Ik kan werkwoorden vervoegen die eindigen op -er. 
  • Ik kan de woordenschat en grammatica uit klas 1 gebruiken. 
Le programme :
  • Être et avoir (klas 1)
  • Regelmatig werkwoorden op -er (klas 1)
  • Exercices
  • Blooket (als wij klaar zijn, anders volgende les).
Lundi 29 août

Slide 2 - Tekstslide

Schoolspullen
On fait l'appel !
Présent 

Présente   

Il/elle est absent(e) 

Slide 3 - Tekstslide

Les verbes Être et avoir
Wat weet je nog?

Slide 4 - Open vraag

1. Choisis les bonnes paires (verbe Être):
Je
Tu
Il/Elle/On
Nous
Vous
Ils/Elles
suis
sommes
est
sont
es
êtes

Slide 5 - Sleepvraag

1. Choisis les bonnes paires (verbe Avoir):
J'
Tu
Il/Elle/On
Nous
Vous
Ils/Elles
avons
ont
a
avez
as
ai

Slide 6 - Sleepvraag

Samenvatting

Slide 7 - Tekstslide

Werkwoorden op -er
(vorm, uitgangen, ...)

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Hoe vorm je een werkwoord dat eindigt op -er?
A
Gooi het juiste uitgang aan het einde van het werkwoord toe
B
Verwijder -er
C
Alle 3 andere antwoorden
D
Verwijder -er om de stam te vinden + voeg de juiste uitgang toe

Slide 10 - Quizvraag

Choisis la bonne terminaison (uitgang)

Tu ........ (aimer)

A
aimeras
B
aimes
C
aime
D
aimons

Slide 11 - Quizvraag

Choisis la bonne terminaison (uitgang)

Elle ........ (donner)

A
donnes
B
donne
C
donnent
D
donnere

Slide 12 - Quizvraag

Choisis la bonne terminaison (uitgang)

Ils ........ (habiter)

A
habiterent
B
habite
C
habitent
D
habitez

Slide 13 - Quizvraag

Choisis la bonne terminaison (uitgang)

Nous ........ (jouer)

A
jouons
B
jouez
C
jourons
D
jouent

Slide 14 - Quizvraag

Choisis la bonne terminaison (uitgang)

Je ........ (travailler)

A
travailles
B
travaillez
C
travaillere
D
travaille

Slide 15 - Quizvraag

Choisis la bonne terminaison (uitgang)

Vous ........ (trouver)

A
trouvez
B
trouvent
C
trouverez
D
trouves

Slide 16 - Quizvraag

Choisis la bonne terminaison (uitgang)

Vous ........ (trouver)

A
trouvez
B
trouvent
C
trouverez
D
trouves

Slide 17 - Quizvraag

Samenvatting

Slide 18 - Tekstslide

Maak een zin met het werwoord Être of Avoir

Slide 19 - Open vraag

Maak een zin met met een werkwoord dat eindigt op -er (aimer, adorer, destester, habiter, donner, regarer, jouer, trouver, chercher, travailler, ecouter, parler)

Slide 20 - Open vraag

Les devoirs pour Mardi 29/08



  • Oefenen op Blooket (Aller, Faire, Avoir, Etre) - Link staat in Magister.
  • Maak  4 blz. 12




Slide 21 - Tekstslide