Module 4 Acte 4 Les verbes en -ER

Les verbes en -ER
Module 4, acte 4 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransLager onderwijs

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les verbes en -ER
Module 4, acte 4 

Slide 1 - Tekstslide

Welke werkwoorden op -ER ken je al?

Slide 2 - Woordweb

Regelmatige werkwoorden op -ER
aimer - danser - dessiner - jouer - chanter - écouter
habiter - raconter - trouver - chercher - regarder - aider - parler
(manger - nager)

Deze werkwoorden zijn regelmatig en vervoeg je allemaal op dezelfde manier.

Slide 3 - Tekstslide

manger
danser
dessiner
chercher
raconter
aimer

Slide 4 - Sleepvraag

3

Slide 5 - Video

01:05
Wat blijft er over als je de uitgang -er van chanter eraf knipt?
A
de stam: chanter
B
de infinitief: chanter
C
de stam: chant
D
de uitgang: er

Slide 6 - Quizvraag

01:19
Wat is de uitgang bij 'nous'?
A
es
B
ons
C
ez
D
ent

Slide 7 - Quizvraag

01:46
Wat is de uitgang bij 'ils/elles'?
A
ons
B
ez
C
ent
D
e

Slide 8 - Quizvraag

Les verbes en -ER
1. Knip de uitgang -ER af je werkwoord = stam blijft over.
danser => dans
2. Kleef de juiste uitgang eraan. Kijk naar je onderwerp.
nous dansons
vous dansez
ils/elles dansent

Slide 9 - Tekstslide

Vervoeg: Je ... (chanter)

Slide 10 - Woordweb

Vervoeg: Tu ... (dessiner)

Slide 11 - Woordweb

Vervoeg: Juliette ... (jouer)

Slide 12 - Woordweb

Vervoeg: Nous ... (raconter)

Slide 13 - Woordweb

Vervoeg: Vous ... (trouver)

Slide 14 - Woordweb

Vervoeg: Elles ... (parler)

Slide 15 - Woordweb

Je
Tu
Il/Elle/
Julien/Le chat
Nous
Vous
Ils/Elles
Julien et le chat
cherche
trouves
habite
racontons
écoutez
aiment

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de juiste vorm van het werkwoord in deze zin:
Nous ... notre famille formidable.
A
aimer
B
aimons
C
aiment
D
aimez

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het werkwoord in deze zin:
Vous ... votre fils, monsieur?
A
aimer
B
aimons
C
aiment
D
aimez

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het werkwoord in deze zin:
Ils ... à l'école.
A
danse
B
dansons
C
dansent
D
dansez

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het werkwoord in deze zin:
Elles ... la musique classique?
A
aimer
B
aimons
C
aiment
D
aimez

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het werkwoord in deze zin:
Je ... avec ma tante.
A
danse
B
danses
C
dansent
D
dansez

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

elle aime
ils dansent
j'aime
Vous dansez
Nous aimons
Tu danses
ik houd van
wij houden van
jij danst
jullie dansen
zij houdt van
zij dansen

Slide 25 - Sleepvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Vertaal: hij danst

Slide 28 - Open vraag

Vertaal: ik houd van

Slide 29 - Open vraag

Vertaal: jullie vinden

Slide 30 - Open vraag

Vertaal: zij wonen

Slide 31 - Open vraag

Vertaal: wij zoeken

Slide 32 - Open vraag

Vertaal: jij kijkt

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide

cherches
elle
son cadeau
à Bruxelles
habitons
nous
la famille
ils
aiment

Slide 35 - Sleepvraag

Schrijf de zinnen nu juist in je werkboek. 
Vergeet chercher, habiter en aimer niet te vervoegen!

Slide 36 - Tekstslide

To do
1. Verwerking: Maak oefening 2 en 3 verder af - kopiëren
2. Uitdaging: Maak oefening 5
3. Afsluiter: Speel vier op een rij met je buur (flash - samen in 1 boekje met 2 verschillende kleuren)

Klaar? Werkboek afgeven aan de juf.

Slide 37 - Tekstslide