7.2 Evalueren

7.2 Evalueren
Boek: Communicatie M2; H2
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

7.2 Evalueren
Boek: Communicatie M2; H2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jamila werkt als pedagogisch medewerker in de kinderopvang. De kinderopvang bestaat 10 jaar en er is een groot feest. Jamila helpt mee. De eigenaar van de kinderopvang zegt dat Jamila een groepje ouders moet begeleiden dat meehelpt met de spelletjes. Als Jamila dat hoort, schrikt ze. Ze heeft niet het gevoel dat ze dat kan. Ze loopt aarzelend naar de ouders toe.

Wat gaat er volgens de theorie van de 'zichzelf waarmakende voorspelling' gebeuren als Jamila de groep ouders toespreekt? Leg je antwoord uit.

Slide 2 - Open vraag

Hoe goed klopt jouw antwoord?
Jamila heeft het gevoel dat ze de ouders niet goed kan begeleiden. De kans is groot dat ze aarzelend en op een weinig overtuigende manier voor de groep staat. De ouders zullen daarom waarschijnlijk niet naar haar luisteren. Als Jamila denkt dat ze de begeleiding prima aankan, is de kans groot dat ze met meer zelfvertrouwen voor de groep staat en dat de ouders beter zullen luisteren.
Zelfkennis
Een pedagogisch werker moet veel communiceren. Met ouders bijvoorbeeld, maar ook met kinderen en collega's. De communicatie verloopt beter als je beschikt over zelfkennis. Die zelfkennis is ook belangrijk om te werken aan je beroepshouding.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Anderen kunnen helpen.
A
Wel zelfkennis nodig
B
Geen zelfkennis nodig

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je gedrag aanpassen aan je zelfbeeld.
A
Wel zelfkennis nodig
B
Geen zelfkennis nodig

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jezelf kunnen presenteren aan anderen.
A
Wel zelfkennis nodig
B
Geen zelfkennis nodig

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reflecteren is een belangrijke vaardigheid voor de pedagogisch werker. Het is een sterk instrument om jezelf beter te leren kennen. Door terug te kijken op hoe je iets hebt gedaan, kun je in de toekomst andere en betere besluiten nemen.

Wat zijn de twee uitkomsten van een goede reflectie?
A
Je gaat gedrag van anderen herkennen.
B
Je gaat inzien waar bepaalde gevoelens vandaan komen.
C
Je ontdekt bepaalde gedragspatronen bij jezelf.
D
Je ziet hoe de organisatie op een andere manier kan worden vormgegeven.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sam werkt als onderwijsassistent op een basisschool. Ze begeleidt een groepje kinderen die extra rekenuitleg krijgen. De les verloopt prima en de leerlingen gaan vrolijk weer terug naar de les. Als de leerlingen al weg zijn, bedenkt Sam zich ineens dat ze niet met de leerlingen heeft geëvalueerd. Ze baalt stevig, want dat vergeet ze elke keer.
A
Streef geen perfectie na.
B
Zelfreflectie is subjectief.
C
Pas op voor de innerlijke criticus.
D
Kijk naar de gehele situatie.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Helma werkt als pedagogisch medewerker in de kinderopvang. 's Middags komt een moeder gejaagd binnenlopen. Helma weet dat haar vader net is overleden. Als de moeder merkt dat haar dochter een vieze luier heeft, krijgt Helma de wind van voren. Helma heeft het kind een half uur geleden verschoond. Helma weet van de situatie en laat het erbij.
A
Streef geen perfectie na.
B
Zelfreflectie is subjectief.
C
Pas op voor de innerlijke criticus.
D
Kijk naar de gehele situatie.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Marieke is onderwijsassistent op een basisschool. Ze werkt vooral in groep 1 en 2. Op een dag is een andere onderwijsassistent ziek en Marieke wordt gevraagd met de gymles van groep 7/8 mee te gaan. Ze stemt toe, maar ziet het absoluut niet zitten. Ze denkt dat de kinderen niet naar haar zullen luisteren en dat het een puinhoop wordt.
A
Streef geen perfectie na.
B
Zelfreflectie is subjectief.
C
Pas op voor de innerlijke criticus.
D
Kijk naar de gehele situatie.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Devin is pedagogisch medewerker op een bso. Een van de jongens luistert nooit naar hem. Als de jongen op een middag binnenkomt, laat Devin kort en duidelijk weten wat er van de jongen verwacht wordt. De jongen doet gelijk wat hij moet doen. Devin denkt dat het komt omdat de jongen moe is en geen puf heeft om te reageren. Devin denkt niet dat het aan zijn eigen gedrag ligt.
A
Streef geen perfectie na.
B
Zelfreflectie is subjectief.
C
Pas op voor de innerlijke criticus.
D
Kijk naar de gehele situatie.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Andere keer

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatiestappen
Evalueren betekent dat je een activiteit beoordeelt aan de hand van vooraf opgestelde criteria. Je kijkt of de activiteit goed verlopen is en wat er eventueel beter kan. Evalueren gebeurt altijd volgens dezelfde stappen.

Wat is de juiste volgorde van de evaluatiestappen?
Zet de stappen in de juiste volgorde op de volgende pagina

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4
5
Gegevens verzamelen
Verbeterpunten vaststellen
Doelen opstellen
Conclusies trekken
Criteria formuleren

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies