Toets Voeding en vertering Basis

Voeding en Vertering 
 Toets hoofdstuk 2
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Voeding en Vertering 
 Toets hoofdstuk 2

Slide 1 - Tekstslide

Is melk een dierlijk voedingsmiddel?
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Dingen die je eet en drinkt zijn voedingsstoffen.
Is deze stelling juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Bestaat een broodje hamburger met alles erop en eraan uit
A: zowel een dierlijk- als een plantaardig voedingsmiddel?
B: alleen uit dierlijke voedingsmiddelen?
C: alleen uit plantaardige middelen?
Antwoord met A, B of C.

Slide 4 - Open vraag

Yoghurt is een dierlijk voedingsmiddel.
Is deze stelling juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Een enzym is een stof waarmee je een andere stof aantoont.
Is deze stelling juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

We kennen zes groepen voedingsstoffen.
Water en mineralen zijn twee groepen. Welk vier mis ik nog?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het doel van spijsvertering?
A
Voedingsstoffen verteren ( kleiner maken) om eventueel opgenomen te worden
B
Voedingstoffen eten
C
Voedingstoffen uitpoepen zodat je schoner bent
D
Om je eten zo goed mogelijk eetbaar te maken zodat je meer energie krijgt.

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heten de stoffen die zorgen voor de energie die je nodig hebt?
A
Brandstoffen
B
Bouwstoffen
C
Reserve stoffen
D
Beschermende stoffen

Slide 9 - Quizvraag

Hoe heten stoffen die je nodig hebt om nieuwe cellen te maken?
A
Beschermende stoffen
B
Reserve stoffen
C
Brandstoffen
D
Bouwstoffen

Slide 10 - Quizvraag

Er zijn 6 groepen voedingsstoffen welke hoort er niet bij?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Frisdranken
D
Vitaminen

Slide 11 - Quizvraag

Welke groepen voedingsstoffen zijn nodig voor de opbouw van je lichaam?
A
Eiwitten, koolhydraten, vetten
B
Alle groepen voedingsstoffen
C
water, mineralen, vitaminen
D
Alleen bouwstoffen

Slide 12 - Quizvraag

Welke groep voedingsstoffen leveren geen energie op?
A
eiwitten
B
water
C
koolhydraten
D
vetten

Slide 13 - Quizvraag

Waardoor ontstaan de peristaltische bewegingen van de darmen?
A
Lengtespieren
B
Kringspieren
C
Lengte- en kringspieren

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het nut van kauwen?
A
voedingsstoffen opnemen
B
oppervlakte vergroten
C
kaakspieren versterken

Slide 15 - Quizvraag



Welk organenstelsel is dit
A
ademhalingsstelsel
B
bloedvatenstelsel
C
bottenstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de functie van enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen versnellen het afbreken van voedingsstoffen
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 17 - Quizvraag

Iemand die moeilijk kan poepen, moet veel groente en fruit eten.
Leg uit waarom dit kan helpen bij gemakkelijker poepen.

Slide 18 - Open vraag

Dirk gaat regelmatig naar de sportschool en wilt sterkere spieren krijgen, welke voedingsstof moet hij veel eten?

Slide 19 - Open vraag

Wat is de rol van voedingsvezels bij vertering?
A
zorgen voor oppervlakte vergroting
B
zorgen voor een goede darmperistaltiek
C
helpen bij vertering van vet
D
helpen bij vertering van koolhydraten

Slide 20 - Quizvraag

Wanneer je moet braken, ontstaan er omgekeerde peristaltische bewegingen in een deel van het verteringsstelsel. Het voedsel beweegt daardoor de ‘andere’ kant op.

In welke darm ontstaan deze omgekeerde peristaltische bewegingen?

Slide 21 - Open vraag

Noem twee functies van de darmperistaltiek.

Slide 22 - Open vraag

In de afbeelding is het verteringsstelsel van de
mens schematisch getekend. Enkele organen zijn met nummers aangegeven.

Met welk nummer is de alvleesklier aangegeven?
A
Nummer 2
B
Nummer 6
C
Nummer 8
D
Nummer 12

Slide 23 - Quizvraag

Tot welk vak behoort
bloemkool?
A
Groen
B
Geel
C
Roze
D
Oranje

Slide 24 - Quizvraag

Tot welk vak behoren
eieren?
A
Groen
B
Geel
C
Roze
D
Oranje

Slide 25 - Quizvraag

Het gebit bestaat uit verschillende tanden,
we noemen die...
A
Melktanden en blijvende tanden
B
Voortanden en kiezen
C
Kiezen, snijtanden en voortanden
D
Hoektanden, snijtanden en kiezen

Slide 26 - Quizvraag

verteringsklieren
speekselklieren
lever
alvleesklier
darmsapklieren
maagsapklieren

Slide 27 - Sleepvraag

Je ziet hier de Maaltijdschijf. Aardappels horen in het ...
A
vak van de groente
B
vak van brood en zetmeel producten
C
vak van het vocht
D
vak van vlees en eiwit

Slide 28 - Quizvraag