Oefenen spelling 1

Oefenen spelling 1
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Oefenen spelling 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verkleinwoord van bikini
A
bikinietje
B
bikini'tje
C
bikinitje

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het meervoud van paragraaf?
A
paragraven
B
paragrafen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van
hyena
A
hyenatje
B
hyena'tje
C
hyenaatje

Slide 4 - Quizvraag

Zij heeft een slim .... om de juiste spelling te weten.
A
trucje
B
truucje
C
truukje
D
trukje

Slide 5 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Mercedes
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Wil jij het ...... uitdoen als je weggaat?
A
licht
B
ligt

Slide 7 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Pieter Van Duinrade
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

mobieltje
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 9 - Quizvraag

Slechts … hebben het dieet de volle drie maanden volgehouden.

A
weinige
B
weinigen

Slide 10 - Quizvraag

.......... jongens ontweken de blik van hun ouders.

A
Beide
B
Beiden

Slide 11 - Quizvraag

stad + schouwburg
A
stadschouwburg
B
stadsschouwburg

Slide 12 - Quizvraag

Ik heb nooit … (geloven) in geesten.

Slide 13 - Open vraag

De boer heeft zijn gewassen met chemicaliën … (besproeien).

Slide 14 - Open vraag

Verbeter de woorden die fout gespeld zijn:
tosties, x-en, AOW'er, Wies idee, 3'tje, jury'tje, spray'tje

Slide 15 - Open vraag