Oefenen spelling 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Geloof maar niet wat zij zegt, ze ......(spelden) je maar wat op de mouw.

Aan de horizon ...... (onderscheiden) de stuurman gisteravond duidelijk twee boortorens.

De foto’s die Sam van het feest gemaakt had, ........
(sharen) hij via social media met zijn vrienden.

... je mij, dan verraad ik jou ook! (verraden)

In de finale hebben de twee bevriende rappers tegen elkaar … (battelen).

Hij had te veel tijd aan zijn hobby’s ......(besteden), waardoor hij zijn studie ... (verwaarlozen).

De kinderen keken uit naar de lang ... (verwachten) cadeaus.

.......... jongens ontweken de blik van hun ouders.

1. Beide
2. Beiden

Slechts ...... zetten hun fiets in de stalling.

1. enkele
2. enkelen

Meervouds-n bij verwijzingen

Welke zin is juist of welke zinnen zijn juist?
a. Schrijf tien zinnen. Ze moeten alle met een hoofdletter beginnen.
b. Denk aan je handen: je moet ze beiden aan het stuur houden.

1. Alleen A is goed
2. Alleen B is goed
3. A en B zijn allebei goed
4. A en B zijn allebei fout

Juist of onjuist:
nederlandse

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist:
Mercedes

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist:
Janneke de Boer

1. Juist
2. Onjuist

1 de amfibie - de …
2 de firma - de …
3 de gladjanus - de …
4 het museum - de ......
5 de missionaris - de …

Wat is het meervoud van paragraaf?

1. paragraven
2. paragrafen

Juist of onjuist:
Pieter Van Duinrade

1. Juist
2. Onjuist

Schrijf over. Zet hoofdletters waar dat moet.

in de europese unie viert het christendom pasen, maar moslims vieren geen paasdagen.