Nectar Hfst 2 KGT LES 15 lesson-up versie

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Schedel
Sleutelbeen
Halswervels
Teenkootje
Rib
Heiligbeen
Handwortelbeentjes
Kuitbeen
Knieschijf
Heupbeen
Middenvoetsbeentje
Middenhandsbeentje
Dijbeen
Ellepijp
Onderkaak
Borstbeen
Voetwortelbeentjes
Vingerkootje
Spaakbeen
Schouderblad
Lendewervel
Borstwervel
Opperarmbeen
Staartbeen
Scheenbeen

Slide 4 - Sleepvraag

Gewricht
Naad-verbinding 
Vergroeide botten
Kraakbeen

Slide 5 - Sleepvraag

Sleep de namen van de onderdelen van het gewricht uit de rechter kolom naar het juiste nummer in de linker kolom.
kraakbeenlaagje
gewrichtssmeer
gewrichtskapsel
gewrichtsband
gewrichtsknobbel
gewrichtskom

Slide 6 - Sleepvraag

gewrichtsonderdeel
functie
slijtage voorkomen
gewrichtskop en -kom bij elkaar houden
gewrichtssmeer
gewrichtskapsel
gewrichts banden
kraakbeenlaagje

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Welke 3 soorten gewrichten ken je?
En geef per gewricht een voorbeeld waar je het kan vinden in je lichaam.

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Welk nadeel heb je als zoolganger?
A
de hele zool wordt gebruikt bij het lopen
B
je zakt makkelijk weg in de bodem
C
je bent niet zo snel
D
je hebt geen knie

Slide 27 - Quizvraag

Safouan en Bas doen een uitspraak over topgangers;
Safouan:,, Topgangers kunnen snel rennen omdat ze hun hele voetzool gebruiken.
Bas:,, Topgangers zakken snel weg in zachte ondergrond omdat ze alleen op het topje van hun poten lopen.

Wie heeft/hebben gelijk?
A
Safouan
B
Bas
C
Safouan en Bas
D
Geen van beide

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide