H1.1 + 1.2 Gouden Handel



De Gouden Eeuw in Nederland
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



De Gouden Eeuw in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
  • Kennismaking
  • Spullen en afspraken
  • Leerdoelen
  • Boek ontdekken
  • Start Hoofdstuk 1

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennismaking
Wie ben ik en wie zijn jullie?

- Meneer Hooghoudt
- 29 jaar
- uit Leiden 
- Afgelopen zomer op vakantie geweest met 5 vrienden naar o.a. Duitsland, Oostenrijk en Italië

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennismaking
Wie ben ik en wie zijn jullie?

- Naam
- Leeftijd
- Waar kom je vandaan? 
- Heb je afgelopen zomer iets met geschiedenis gedaan? Nee? Wat vond je het leukst aan de zomer?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spullen en afspraken
Neem je mee naar de les:
- Boek 
- Laptop opgeladen
- JDW map 

Afspraken:
- Wees eerlijk en luister naar elkaar!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

...kan je het tijdvak benoemen. (R)
...kan je de producten waarin gehandeld werd benoemen. (R)
...kan je drie gebieden noemen waar de Nederlandse Republiek handelde (R)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is wat?
Dikgedrukt = een begrip
schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip
Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.
uitleg van moeilijk woord
Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.
uitleg
Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van regenten en vorsten

In dit hoofdstuk gaan we zien hoe de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in de zeventiende eeuw kon uitgroeien tot een rijk en machtig land. 
regent
Rijke burger en bestuurder van een gewest (provincie) of stad. 
vorst
Andere naam voor een koning.

Slide 9 - Tekstslide

Laat de leerlingen aflezen over welk tijdvak dit hoofdstuk gaat. Vraag welk hoofdstuk aan het einde van klas 1 (voor de zomervakantie) is behandeld = hfk 6 ‘Een nieuwe tijd’ uit leerboek 1 dat ging over de tijd van ontdekkers en hervormers (de zestiende eeuw). U activeert de voorkennis van de leerlingen door kort de hoofdlijnen van hoofdstuk 6 uit leerboek 1 te herhalen: ontdekkingsreizen – de hervorming – de Opstand – een nieuw land: De Republiek. Wijs de leerlingen erop dat het conflict met de Spaanse koning niet ophield in 1600, maar ook in de zeventiende eeuw nog doorging. Echter wel met het verschil dat van daadwerkelijke oorlogsstrijd geen sprake meer was.
Op de foto zien leerlingen een stukje van de grachtengordel in Amsterdam. In de zeventiende eeuw ging het erg goed met de Republiek. Nederlandse handelaren verdienden veel geld met de handel. Rijke koopmannen en regenten woonden in grote, deftige grachtenhuizen zoals op de foto. Nog altijd komen veel toeristen naar Nederland om al dit moois uit de Gouden Eeuw te bewonderen. Dit hoofdstuk gaat over hoe de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden juist in de zeventiende eeuw kon uitgroeien tot een rijk en machtig land.

Hoe heet het tijdvak van de zeventiende eeuw?
A
Tijd van ontdekkers en hervormers
B
Tijd van regenten en vorsten
C
Tijd van pruiken en revoluties
D
Tijd van burgers en stoommachines

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van wanneer tot wanneer duurt de tijd van regenten en vorsten?
A
1500-1600
B
1600-1700
C
1700-1800
D
1800-1900

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Bespreek a.d.h.v. de kaart welke producten waar te vinden zijn. Vertel dat Nederland al voor 1600 een echt handelsland was. Nederlandse handelaren voeren naar Noord- en Zuid-Europa. Vanuit ons land namen zij in schepen melk, boter en stoffen mee om te verkopen in andere Europese landen; vanuit Noord-Europa namen ze bijvoorbeeld hout en leer mee; en vanuit Zuid-Europa wijn en olie.
Ook specerijen uit Azië waren populair. Deze werden in de middeleeuwen via handelsroutes over land naar de middellandse zee gebracht en daar verkocht. Nederlandse kooplieden wilden echter de populaire specerijen zelf per schip uit Zuidoost-Azië halen. De tocht per schip was echter lang en gevaarlijk (bijv. door stormen en piraterij). Leg uit dat kooplieden daarom in kleine handelsverenigingen (compagnieën) gingen samenwerken. Door samen te werken, konden de risico’s worden gedeeld.

Welk product werd niet in Nederland gemaakt?
A
Stoffen
B
Wijn
C
Boter
D
Kaas

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar komt thee vandaan?
A
Nederland
B
Amerika
C
Afrika
D
Azië

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk product komt uit Zuid-Europa?
A
Olijfolie
B
Peper
C
Boter
D
Kaas

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk product komt uit Amerika?
A
Specerijen
B
Zijde
C
Suiker
D
Leer

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland
Noord-Europa
Zuid-Europa
Azië
Amerika

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Bespreek a.d.h.v. de kaart welke producten waar te vinden zijn. Vertel dat Nederland al voor 1600 een echt handelsland was. Nederlandse handelaren voeren naar Noord- en Zuid-Europa. Vanuit ons land namen zij in schepen melk, boter en stoffen mee om te verkopen in andere Europese landen; vanuit Noord-Europa namen ze bijvoorbeeld hout en leer mee; en vanuit Zuid-Europa wijn en olie.
Ook specerijen uit Azië waren populair. Deze werden in de middeleeuwen via handelsroutes over land naar de middellandse zee gebracht en daar verkocht. Nederlandse kooplieden wilden echter de populaire specerijen zelf per schip uit Zuidoost-Azië halen. De tocht per schip was echter lang en gevaarlijk (bijv. door stormen en piraterij). Leg uit dat kooplieden daarom in kleine handelsverenigingen (compagnieën) gingen samenwerken. Door samen te werken, konden de risico’s worden gedeeld.

Amsterdam werd in de 17e eeuw het handelscentrum van de wereld



Hierdoor werd de 17e eeuw een Gouden Eeuw voor Nederland

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handel in Europa
In Nederland was er veel kaas, boter en stoffen. Nederlanders voeren naar Noord-Europa om te handelen in graan, hout en leer. Hout en leer verkochten de Nederlanders in Zuid-Europa en kochten wijn en olijfolie. Deze producten verkochten ze dan weer in Nederland.
handel
Het kopen en verkopen van producten.

Slide 20 - Tekstslide

Bespreek a.d.h.v. de kaart welke producten waar te vinden zijn. Vertel dat Nederland al voor 1600 een echt handelsland was. Nederlandse handelaren voeren naar Noord- en Zuid-Europa. Vanuit ons land namen zij in schepen melk, boter en stoffen mee om te verkopen in andere Europese landen; vanuit Noord-Europa namen ze bijvoorbeeld hout en leer mee; en vanuit Zuid-Europa wijn en olie.

Welke producten werden in Nederland gemaakt?
A
Boter, kaas en leer
B
Boter, wijn en hout.
C
Boter, kaas en stoffen.
D
Boter, leer en olijfolie.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke producten werden in Noord-Europa gekocht door Nederlandse handelaren?
A
Graan, hout en leer.
B
Graan, boter en wijn.
C
Graan, hout en olijfolie.
D
Graan, stoffen en leer.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke producten werden in Zuid-Europa door de Nederlandse handelaren gekocht?
A
Boter en kaas.
B
Hout en leer.
C
Stoffen en graan.
D
Wijn en olijfolie.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Specerijen
Rijke mensen hadden veel geld over voor specerijen:
  1. Om smaak te geven aan het eten
  2. Als medicijn
specerijen
Dit zijn planten die een smaak en geur geven aan eten. Zoals: kaneel, peper, rozemarijn, safraan, anijs, paprika, cardemom, mosterd, vanille, gember, korriander, knoflook, rode pepers, venkel, oregano en nog veel meer. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke specerijen staan er thuis in de kast? 
Voorbeelden van specerijen.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stapelmarkt

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Amsterdamse stapelmarkt

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies



De Gouden Eeuw in Nederland



1.1 Gouden Handel

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

...Je kan verklaren waarom de VOC en de WIC werden opgericht
...Je kan uitleggen waarom handelaren in de zeventiende eeuw gingen samenwerken in compagnieën
...Je kan verklaren hoe Nederland rijk en machtig werd in de zeventiende eeuw



Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland voor 1600
West-Nederland was erg nat en niet geschikt voor landbouw.
  • Het gevolg was dat boeren daar alleen aan veeteelt deden.
  • Het gevolg was dat er niet genoeg graan was om de bevolking te voeden.
  • Dus gingen ze naar Noord-Europa voor graan.
gevolg
Iets dat gebeurd door iets anders.

Slide 33 - Tekstslide

Bespreek a.d.h.v. de kaart dat het westen van Nederland te nat was om graan te verbouwen. Door de groeiende bevolking was er een tekort aan graan, aangezien boeren in het westen vooral aan veeteelt deden. 
Wat is veeteelt?
A
Het houden van dieren.
B
Het verbouwen van graan.
C
Het houden van mensen op plantages.
D
Het verbouwen van mais.

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de zin aan:
Een gevolg is...
A
iets wat er gebeurd door iets anders.
B
iets dat gebeurd is.
C
iets dat nog moet gebeuren.
D
iets dat in het nieuws komt.

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom was er te weinig graan in Nederland?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stapelmarkt

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Gouden Eeuw voor de Republiek
In de Republiek was veel werk en werd veel handel gedreven:
  • Noord-Europa (Hout, graan)
  • Zuid-Europa (Wijn, olijfolie)
  • Azië (Specerijen zoals peper en nootmuskaat) in Azië
  • Amerika (Cacao, tabak) in Amerika

Al deze handelsproducten werden opgeslagen en verkocht in Amsterdam op de stapelmarkt
Door deze rijkdom en welvaart noemen we de 17e eeuw de Gouden Eeuw

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen lezen

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom het voordeliger was om samen naar Azië te reizen dan alleen

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

VOC en de WIC
De Republiek besloot compagnieën op te richten

1602: oprichting van de VOC --> handel met Azië 
  • specerijen (zoals peper en nootmuskaat)

1621: oprichting van de WIC --> handel met Amerika
  • cacao, tabak, slaven

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van deze les...

...Je kan verklaren waarom de VOC en de WIC werden opgericht
...Je kan uitleggen waarom handelaren in de zeventiende eeuw gingen samenwerken in compagnieën
...Je kan verklaren hoe Nederland rijk en machtig werd in de zeventiende eeuw

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
  • tijd van regenten en vorsten
  • regent
  • vorst
  • handel
  • specerijen
  • gevolg

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jaartallen uit deze les

  • tijd van regenten en vorsten
    (1600-1700)
  • Voor 1600: Nederlandse handel in Europa

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 51 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stapelmarkt

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was de oorzaak dat boeren in West-Nederland vooral aan veeteelt deden?
A
Boeren wisten niet hoe ze graan moesten verbouwen.
B
De landbouwgrond was te nat voor landbouw.
C
De landbouwgrond was te droog voor landbouw.
D
Boeren wisten niet hoe ze dieren moesten houden.

Slide 54 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies