Effectief communiceren vraagt van jou als beroepskracht MZ dat je:
Je eigen manier van communiceren kent, je eigen communicatiestijl (her)kent
uitgaat van de communicatievermogens van de mensen met wie je werkt
je kunt en wilt inleven in de ander
helder verbaal communiceert
je verbale en non-verbale communicatie met elkaar in overeenstemming laat zijn
Slide 3 - Tekstslide
Wat valt je op in de communicatie van Johnny de Mol naar de mensen met een beperking in het volgende programma?
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Effectieve communicatie Wat is dat volgens jou?
Slide 6 - Woordweb
Effectieve communicatie
Effectief betekent: doeltreffend.
De communicatie waarbij de boodschap overkomt bij de ontvanger zoals de zender bedoelt.
Maar, effectief is óók zorg voor het relatieaspect.
Slide 7 - Tekstslide
Effectieve communicatie
"We spreken van effectieve communicatie als de ontvanger actief betrokken is bij de informatieoverdracht en als de boodschap overkomt zoals de zender bedoelt".
Slide 8 - Tekstslide
Valkuil:
Vaak ben je als zender vooral bezig met jezelf, met het onder woorden brengen van wat je denkt, vindt of wilt. Je let dan weinig op hoe je boodschap overkomt op de ander.
Wie van jullie vergeet de naam van de ander als je jezelf voorstelt? Waardoor komt dat denk je?
Slide 9 - Tekstslide
Wie van jullie vergeet wel eens de naam van de anders al je jezelf voorstelt?
Slide 10 - Poll
Tip:
Herhaal de naam van je gesprekspartner tenminste 3 keer in de eerste paar minuten van het gesprek.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
1. Je eigen communicatiestijl herkennen
Slide 13 - Tekstslide
2. Uitgaan van communicatievermogens van de doelgroep
Mensen die verbaal minder sterk zijn, zijn vaak erg gevoelig voor non-verbale signalen
Sommige cliënten pakken emoties erg langzaam op en hebben juist moeite zich te verplaatsen in de ander
Voor sommige cliënten is aanraking en nabijheid bedreigend vanwege nare ervaringen in het verleden
Er zijn ook cliënten die erg van knuffelen en nabijheid houden, maar het is niet altijd goed om daar onbeperkt aandacht aan te geven
Slide 14 - Tekstslide
3. Kunnen en willen inleven in de ander
Empathisch communiceren wil zeggen dat je op een begripvolle manier communiceert, waarbij je jezelf en de ander in zijn waarde laat. Je geeft dus geen oordeel of kritiek.
Niet: "Wat doet die cliënt raar"
Wel: "Waarom begrijp ik het gedrag van deze cliënt niet?"
Slide 15 - Tekstslide
4. Verbaal helder communiceren
Helder versus 'troebel' communiceren.
Als je troebel communiceert ben je niet duidelijk in wat je écht wilt. Je bent niet concreet, maar vaag in wat je zegt.
Enkele voorbeelden:
Slide 16 - Tekstslide
Troebele communicatie
"Ik word doodmoe van dat gezeur van je"
"Meestal begin jij met ruzie maken"
"Zullen we het centraal houden?" (in groepsgesprek)
Heldere communicatie
"Ik zou hier graag in alle rust met je over willen praten"
"Ik voel me niet fijn, als je zo fel reageert"
"Ik zou graag willen dat je me uit laat praten"
Slide 17 - Tekstslide
5. Verbale en non-verbale communicatie op elkaar afstemmen
De non-verbale communicatie ondersteunt de verbale communicatie
De non-verbale communicatie geeft weer hoe je tegenover de ander staat
De non-verbale communicatie vervangt het spreken
De non-verbale communicatie spreekt de verbale communicatie tegen
Misstanden in de communicatie zijn bijna altijd het gevolg van tegenstrijdige communicatie (non-verbaal versus verbaal).
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Oefenen
Verhaal doorvertellen
Oefenen met effectief communiceren
Slide 20 - Tekstslide
Doel
Je kunt je kennis van communicatie koppelen aan de praktijk praktijksituatie: