Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 3.3 (2): Moleculaire stoffen + begin 3.4
3.3 Moleculaire stoffen (2)
1 / 36
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
36 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
3.3 Moleculaire stoffen (2)
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt
structuurformules
opstellen
Je kunt in eigen woorden uitleggen wat
covalentie
is
Je kunt in eigen woorden uitleggen wat een
atoomrooster
is
Je kunt in eigen woorden uitleggen wat " de mol" is
Je kan rekenen met molaire massa
Slide 2 - Tekstslide
Vorige les les
Moleculaire stoffen
Vanderwaalsbinding (molecuulbinding)
Atoombinding (covalente binding)
Slide 3 - Tekstslide
Vanderwaalsbinding
Dit is de aantrekkingskracht tussen moleculen.
Hoe groter het molecuul, hoe sterker de vanderwaalsbinding.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Atomen streven naar een edelgasconfiguratie
2 of 8 elektronen in de buitenste schil
hiervoor kunnen atomen elektronen delen
dit vormt een atoombinding
Slide 6 - Tekstslide
timer
1:00
Slide 7 - Tekstslide
Valentie en Covalentie
Valentie electronen: de electronen in de buitenste schil
Covalentie: hoeveel electronen het atoom nog nodig heeft om de buitenste schil te vullen = het aantal bindingen dat het atoom aangaat
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Wat is de covalentie van zuurstof?
timer
0:30
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de covalentie van koolstof?
timer
0:30
A
1
B
3
C
2
D
4
Slide 11 - Quizvraag
Ezelsbruggetje Covalentie
H covalentie 1
O covalentie 2
N covalentie 3
C covalentie 4
Slide 12 - Tekstslide
Structuurformules
Slide 13 - Tekstslide
Voorbeeld: waterstof
H heeft 1 valentie-elektron, wil er 1 bij.
Covalentie = 1
Molecuulformule
= H
2
Structuurformule
= H-H
H + H
H
2
Slide 14 - Tekstslide
Zuurstof
Zuurstof wil graag 2 electronen
Covalentie = 2
Molecuulformule
O
2
Structuurformule
O=O
O + O
O
2
Slide 15 - Tekstslide
structuurformule tekenen
- bepaal hoeveel bindingen ieder atoom aangaat
- verbind de atoomsoorten met streepjes (1 streepje = e-paar)
- dubbele of zelfs 3-dubbele bindingen zijn mogelijk
- controleer of alle atomen hun bindingen compleet hebben
Slide 16 - Tekstslide
Maak oefening 20:
- in je schrift
- laat het straks zien voor je camera
timer
4:00
Slide 17 - Tekstslide
Atoomroosters
Slide 18 - Tekstslide
Leerdoelencheck
Je kunt
structuurformules
opstellen
Je kunt in eigen woorden uitleggen wat
covalentie
is
Je kunt in eigen woorden uitleggen wat een
atoomrooster
is
Slide 19 - Tekstslide
Leg in eigen woorden uit wat covalentie is
timer
1:00
Slide 20 - Open vraag
Leg in eigen woorden uit wat een atoomrooster is
timer
1:00
Slide 21 - Open vraag
Atoommassa en molecuulmassa
Slide 22 - Tekstslide
Atoommassa's
Atoommassa's van ieder atoom kun je aflezen in
het Periodiek systeem.
Zo is de massa van element P = 30,974 u.
Slide 23 - Tekstslide
Atoommassa
De massa van een waterstofatoom is 1,67x10
-27
kg
Niet zo handig...
Daarom is de
atomaire massa-eenheid
bedacht, dat is de
u.
1 u
= 1,66x10^-27 kg.
Slide 24 - Tekstslide
Molecuulmassa's
Hier tel je de atoommassa's bij elkaar op van alle atomen in één molecuul .
Voorbeelden:
De molecuulmassa van NaCl = 1 x 22,990 + 1 x 35,45 =
58,44 u
De molecuulmassa van Al
2
O
3
= 26,98 x 2 + 3 x 16,00 =
101,96 u
Slide 25 - Tekstslide
Begrippen van hoeveelheid
Duo
Een paar
Kwartet
Dozijn
Gros
Slide 26 - Tekstslide
Begrippen van hoeveelheid
Duo
Een paar
Kwartet
Dozijn
Gros
MOL !
Een dozijn eieren, kippen, olifanten of wat dan ook, het is altijd een
vaste hoeveelheid
.
Slide 27 - Tekstslide
Begrippen van hoeveelheid
De
mol
is een
vaste hoeveelheid
.
1 mol = 6,02*10
23
(moleculen)
Dus 1 mol water bestaat uit evenveel deeltjes als 1 mol goud!
Slide 28 - Tekstslide
Hoeveel mol waterstof zit er in 1 mol water?
timer
1:00
A
6,02*10^23
B
2
C
1
D
1,66*10^27
Slide 29 - Quizvraag
Molaire massa M
De massa van 1 molecuul in u = Alle massagetallen bij elkaar opgeteld.
Molecuulmassa H
2
O = ( 2 x H + 1 x O ) =
( 2x1,005 + 1x16,005) =
18,015 u
M
= De massa van 1 mol moleculen in gram
Molaire massa H
2
O = 18,00 g/mol
Slide 30 - Tekstslide
Molaire massa (formule)
M = Molaire massa ( gram/mol )
m = massa ( gram )
n = aantal mol ( mol )
M
=
n
m
Slide 31 - Tekstslide
Dus..
Slide 32 - Tekstslide
Reken Voorbeeld
Bereken de massa van 5,640 mol water.
(M
H
2
O
) = 18,015 g/mol
Antwoord:
M = 18,015 g/mol, n = 5,640 mol, m = ?
m = 101, 6 gram
M
=
n
m
m
=
M
⋅
n
m
=
1
8
,
0
1
5
⋅
5
,
6
4
0
Slide 33 - Tekstslide
Hoeveel gram (m) komt overeen met 5,3 mol NaCl? (M=58,44 g/mol)
A
0,09 g
B
11,03 g
C
309,7 g
Slide 34 - Quizvraag
Hoeveel gram (m) komt overeen met 0,442 mol CO2? (M=44,01 g/mol)
A
19,49 g
B
0,01 g
C
99,57 g
Slide 35 - Quizvraag
Huiswerk opgaven
Via Showbie
Oefeningen blz 107 en 108: t/m oefening 25
Lees 3.4
Maak blz.113: oefening 32, 35, 37
Slide 36 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les 3.3 (2): Moleculaire stoffen + begin 3.4
Februari 2023
- Les met
27 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
§3.4 - Atoommassa en molecuulmassa
Maart 2021
- Les met
16 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
§3.4 - Atoommassa en molecuulmassa
November 2023
- Les met
12 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
MOL -deel 1-
Mei 2020
- Les met
14 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
§3.3 - Atoommassa en molecuulmassa
Januari 2023
- Les met
17 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
MOL -deel 1-
Maart 2023
- Les met
20 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
THEMA 20: Hoe het aantal atomen of moleculen berekenen?
Oktober 2023
- Les met
24 slides
Chemie
Secundair onderwijs
§3.4 Atoommassa en molecuulmassa (3)
Februari 2022
- Les met
18 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3