H5.4

• Nask / Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

H5.4

Je hebt een rekenmachine, papier en een pen nodig om deel te nemen aan deze quiz. 

je moet aantekeningen maken 

Stijn rijdt met een constante snelheid van 15 m/s. Bereken de afstand die Stijn heeft afgelegd. na 0 s;

1. 0 m
2. 0 km
3. 15 m
4. 1 m

Mays rijdt met een constante snelheid van 15 m/s. Bereken de afstand die Mays heeft afgelegd. na 3 s

1. 15 km
2. 30 km
3. 30 m
4. 3 m

wat zie jij hier?

1. afstand, tijd diagram
2. tijd,afstand diagram
3. snelheid, tijd diagram
4. snelheid, afstand diagram

wat zie jij hier?

1. afstand, tijd diagram
2. tijd,afstand diagram
3. snelheid, tijd diagram
4. snelheid, afstand diagram

op welk deel het voorwerp stand still

1. deel 1
2. deel 2
3. deel 4
4. deel 7

op welk deel het voorwerp beweegt met 4 m/s snelheid

1. 1
2. 5
3. 2
4. 8

op welk deel het voorwerp vertraagt

1. 1
2. 5
3. 2
4. 8

bij een eenparige beweging hoort een:

1. constante snelheid
2. versnelde snelheid
3. vertraagde snelheid
4. alle antwoorden zijn onjuist

Bij welk type beweging horen
de meetgegevens in de tabel?

1. eenparige beweging
2. versnelde beweging
3. vertraagde beweging
4. niet-eenparige beweging

Bij welk type beweging hoort
de grafiek ?

1. eenparige beweging
2. versnelde beweging
3. vertraagde beweging
4. niet-eenparige beweging

Bij welk type beweging horen
de meetgegevens in de tabel?

1. eenparige beweging
2. versnelde beweging
3. vertraagde beweging
4. alle antwoorden zijn onjuist

Bij welk type beweging horen
de meetgegevens in de tabel?

1. eenparige beweging
2. versnelde beweging
3. vertraagde beweging
4. alle antwoorden zijn juist

Bij welk type beweging hoort
de grafiek?

1. eenparige beweging
2. versnelde beweging
3. vertraagde beweging
4. alle antwoorden zijn juist

Bij welk type beweging hoort
de grafiek?

1. eenparige beweging
2. versnelde beweging
3. vertraagde beweging
4. alle antwoorden zijn juist

bij een versnelde beweging hoort een:

1. constante snelheid
2. versnelde snelheid
3. vertraagde snelheid
4. alle antwoorden zijn onjuist

bij een versnelde beweging hoort een:

1. eenparige beweging
2. versnelde beweging
3. vertraagde beweging
4. niet-eenparige beweging

In 2014 legt schaatsster Ireen Wüst en ronde van 400 meter af in een tijd van 32 seconden.

wat zijn de gegevens?

1. a = 400 m; t = 32 s
2. s = 400 m; t = 32 s
3. s = 32 s; v = 400 m
4. v = 32 s; s = 400 m

In 2014 legt schaatsster Ireen Wüst en ronde van 400 meter af in een tijd van 32 seconden. Bereken de gemiddelde snelheid van de schaatsster in m/s.

wat is gevraagd?

1. v gem in m/s
2. s in m
3. t in s
4. a in s

In 2014 legt schaatsster Ireen Wüst en ronde van 400 meter af in een tijd van 32 seconden. Bereken de gemiddelde snelheid van de schaatsster in m/s.

wat is de formule van snelheid?

1. t/s
2. s x t
3. s/t
4. a x t

In 2014 legt schaatsster Ireen Wüst en ronde van 400 meter af in een tijd van 32 seconden. Bereken de gemiddelde snelheid van de schaatsster in m/s.

1. 12,5 s/m
2. 12,5 m/s
3. 12,5 m x s
4. 12800 m x s

Linn rijdt een flinke afstand op haar racefiets. Na drieënhalf uur fietsen kijkt ze op haar fietscomputer. Ze ziet dat haar gemiddelde snelheid 28 km/h is.
Welke afstand heeft Linn in drieënhalf uur afgelegd?

1. 8 m
2. 98 m
3. 8 km
4. 98 km