H6 taalverzorging - aan elkaar of los

Taalverzorging
Aan elkaar of los?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Taalverzorging
Aan elkaar of los?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Deze woorden schrijf je aan elkaar
  • Werkwoorden die beginnen met woordjes als: op, over, na     Bijvoorbeeld: ophalen, nakijken, terugsturen
  • Woorden die samen één begrip vormen.                     Bijvoorbeeld: scheurkalender, wegwerpverpakking,   tweekamerflat

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Aan elkaar of los?
A
speur hond
B
speurhond

Slide 8 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
bruine bonen soep
B
bruine bonensoep
C
bruinebonensoep

Slide 9 - Quizvraag

Aan elkaar of los?


A
Coronavirus
B
Corona virus

Slide 10 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
Soepautomaat
B
soep automaat

Slide 11 - Quizvraag

aan elkaar of los?
A
daar om heen
B
daaromheen
C
daarom heen
D
daar omheen

Slide 12 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
tussen door
B
tussendoor

Slide 13 - Quizvraag

Aan elkaar of los?

A
Babybed
B
Baby bed

Slide 14 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
barbecue vlees
B
barbecuevlees

Slide 15 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
tuin fakkels
B
tuinfakkels

Slide 16 - Quizvraag

Hoe schrijf je?:
neer zetten
A
aan elkaar
B
los

Slide 17 - Quizvraag

Los of aan elkaar?
A
Wil jij dat afval weggooien?
B
Wil jij dat afval weg gooien?

Slide 18 - Quizvraag

Los of aan elkaar?
A
Weet jij wanneer de zomer tijd ingaat?
B
Weet jij wanneer de zomertijd ingaat?

Slide 19 - Quizvraag