PV P2 W2

hoofdstuk 4
zorg bij de uitscheiding
1
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Persoonlijke VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

hoofdstuk 4
zorg bij de uitscheiding
1

Slide 1 - Tekstslide

4.1
uitscheiding
Uitscheiding bestaat uit...
  • urine (nieren)
  • feces (darmen)
  • zweet (huid)
  • spuug (luchtpijp)
  • braaksel (maag)

Het wordt beïnvloed door...

Slide 2 - Tekstslide

4.1
uitscheiding
1 voeding

Slide 3 - Tekstslide

4.1
uitscheiding
1 voeding
2 beweging

Slide 4 - Tekstslide

4.1
uitscheiding
1 voeding
2 beweging
3 leeftijd (zindelijkheid)

Slide 5 - Tekstslide

4.1
uitscheiding
1 voeding
2 beweging
3 leeftijd (zindelijkheid)
4 lichamelijke gesteldheid
5 mentale gesteldheid

Slide 6 - Tekstslide

4.1
uitscheiding
1 voeding
2 beweging
3 leeftijd (zindelijkheid)
4 lichamelijke gesteldheid
5 mentale gesteldheid
6 omgeving

Slide 7 - Tekstslide

4.1.1
urine
Urine is een vloeistof die door de nieren worden uitgescheiden...
  • de nier filtert afvalstoffen uit het bloed
  • in urine zitten afvalstoffen (5%) en water (95%)
  • je kan urine op de volgende kenmerken observeren...

Slide 8 - Tekstslide

4.1.1
urine
Kleur
  • kleurloos (waterige urine)
  • lichtgeel (gezond)
  • rozerood (bloed in de urine)
  • donkergeel (vochttekort)
  • groen (door voeding - zeldzaam)
  • bruin (leverfalen of eiwitten)
  • troebel of vlokken (infectie)

Slide 9 - Tekstslide

4.1.1
urine
Geur
  • geurloos (gezond)
  • sterk ruikend (infectie)
  • aceton (suikerziekte)
  • ammoniak (eiwitten)

Slide 10 - Tekstslide

4.1.1
urine
Helderheid
  • helder (gezond)
  • troebel (infectie)

Slide 11 - Tekstslide

4.1.1
urine
Hoeveelheid
  • 1500 - 2000 ml (gezonde hoeveelheid per etmaal)
  • aandrang bij 200 ml

Slide 12 - Tekstslide

4.1.1
urine
Pijn
  • het doen plassen (mictie) doet normaal geen pijn
  • branderig gevoel (infectie)
  • krampen (nierstenen)

Slide 13 - Tekstslide

4.1.1
urine
De input kan bestaan uit vocht...
  • drinken
  • eten
  • sondevoeding
  • infuus

Slide 14 - Tekstslide

4.1.1
urine
De output kan bestaan uit vocht...
  • uitplassen

Slide 15 - Tekstslide

4.1.1
urine
De vochtbalans is positief als de cliënt...
  • minder heeft geplast (output) dan gedronken (input) heeft
  • doordat hij vocht vasthoudt (oedeem, kortademigheid, hart-/longfalen)
  • doordat hij mictieproblemen heeft (nierfalen, -stenen)
inputoutput=vochtbalans

Slide 16 - Tekstslide

4.1.1
urine
De vochtbalans is negatief als de cliënt...
  • meer heeft geplast (output) dan gedronken (input) heeft
  • doordat hij vocht verliest (nierfalen, suikerziekte)
  • doordat hij te weinig drinkt (uitdroging)
inputoutput=vochtbalans

Slide 17 - Tekstslide

4.1.2
ontlasting
Ontlasting (feces) is het onverteerbare product vanuit de voeding, dat het lichaam verlaat via de endeldarm (defeceren).
Het bestaat uit...
  • onverteerbare resten, darmcellen
  • galkleurstof
  • bacteriën
  • water en slijm

Slide 18 - Tekstslide

4.1.2
ontlasting
Peristaltiek is de knijpbeweging van de spieren in de darmen. Zo wordt ontlasting naar buiten gedrukt.

Je kan ontlasting op de volgende kenmerken observeren...

Slide 19 - Tekstslide

4.1.2
ontlasting
1 Kleur
lichtbruin (normaal)
  • zwart glimmend (oud bloed in maag of darmen)
  • rood (bloedverlies endeldarm, aambei)
  • zacht rood (rode biet gegeten)
  • zwart mat (ijzer medicatie)
  • grijswit (lever- of galfalen)

Slide 20 - Tekstslide

4.1.2
ontlasting
2 Geur
is individueel bepaald (normaal)
  • sterke geur (veel bacteriën)

Slide 21 - Tekstslide

4.1.2
ontlasting
3 Vastheid
  • vast, zacht en worstvormig (normaal, 3 t/m 5)
  • 1 en 2 wijzen op verstopping (obstipatie) of vochttekort
  • 6 en 7 wijzen op een darminfectie (diarree)


Slide 22 - Tekstslide

4.1.2
ontlasting
4 Samenstelling (Consistentie)
  • water, slijm, afvalproducten (normaal)
  • vet (leverfalen)
  • bloed (bloeding)
  • wormen (infectie)
  • ingeslikte voorwerpen

Slide 23 - Tekstslide

4.1.2
ontlasting
5 Frequentie
Verschilt per individu...
  • gemiddeld 1x per dag tot 2x per week (normaal)
  • hangt af van voeding, beweging of ziekte

Slide 24 - Tekstslide

4.1.2
ontlasting
6 Hoeveelheid
Ongeveer 200 g (normaal)

Slide 25 - Tekstslide

4.1.3
transpireren
Zweten (transpireren) is vocht (en warmte) uitscheiden via de zweetklieren van de huid. Hierdoor koelt het lichaam af.

Aandachtspunten...
  • was regelmatig de huid
  • verschoon kleding, beddengoed
  • letten op vocht intake

Slide 26 - Tekstslide

4.1.3
braken
Bij braken (emesis) gaat maaginhoud via de mond (of neus) naar buiten. Het braakcentrum (in het brein) activeert deze reflex beweging.

Aandachtspunten...
  • vóór braken vaak misselijk
  • let op vocht intake
  • let op verslikken

Slide 27 - Tekstslide

4.1.3
braken
Observeren van...
1 Kleur
  • groen (met gal)
  • zwart (oud bloed met maagsap)
  • rood (bloeding)
  • bruin (darminhoud, fecaal braken)

Slide 28 - Tekstslide

4.1.3
braken
Observeren van...
2 Geur (ruikt zuur)
3 Hoeveelheid (van 10 tot 1000 ml)
4 Samenstelling (slijmerig, met voedselresten, schuimend)
5 Wijze van braken (golvend of projectielbraken)

Slide 29 - Tekstslide

4.2 verstoringen in de uitscheiding
Oorzaken van verstoringen zijn...
  • immobiliteit (niet bewegen)
  • teveel of te weinig input van voedsel
  • stofwisselingsproblemen
  • infectie of overprikkeling
  • ziekte

Slide 30 - Tekstslide

4.2.1
urine en urineren
1 urineweginfectie
Een bacterie in de blaas of nierbekken, met klachten...
  • loze aandrang
  • vaak en kleine beetjes plassen
  • pijn (branden) tijdens plassen
  • soms bloed bij de urine

Slide 31 - Tekstslide

4.2.1
urine en urineren
Aandachtspunten...
  • stimuleer drinken
  • let op koorts
  • goede persoonlijke hygiëne
  • evt. pijnstilling aanbieden

Slide 32 - Tekstslide

4.2.1
hematurie
Hematurie betekent bloederige urine, belangrijkste oorzaken zijn...
  • nierstenen (die de wand beschadigen)
  • infectie (blaasontsteking)
  • menstruatie
  • rode biet gegeten

Slide 33 - Tekstslide

4.2.1
afwijkende hoeveelheid
De hoeveelheid urine is afwijkend bij...
  • polyurie ( > 2 liter/etmaal)
  • oligurie ( < 400 ml/etmaal)
  • anurie ( 0 ml/etmaal)

Slide 34 - Tekstslide

4.2.2
diarree
Diarree is waterdunne ontlasting. Vaak is de oorzaak een infectie.

Aandachtspunten...
  • let op vocht intake
  • denk om de persoonlijke hygiëne

Slide 35 - Tekstslide

4.2.2
obstipatie
Obstipatie is een verstopping waarbij ontlasting in de darmen blijft zitten. Dat kan gebeuren bij < 3x/week defeceren.

Aandachtspunten...
  • let op vocht intake
  • denk om de vezelrijke voeding
  • denk aan genoeg beweging

Slide 36 - Tekstslide

4.2.2
melaena
Melaena is zwartgekleurde ontlasting, met bloed vermengd. Dit bloed komt van maag of dunne darm.

Aandachtspunten...
  • let op vocht intake (ivm bloedverlies)
  • arts waarschuwen
  • denk aan kleding hygiëne

Slide 37 - Tekstslide

4.2.3
uitscheiding bevorderen
Maatregelen om de uitscheiding te bevorderen zijn de cliënt te stimuleren om...
  • voldoende te drinken
  • vezelrijk en gevarieerd te eten
  • voldoende te bewegen
  • regelmatig naar de wc te gaan

Slide 38 - Tekstslide

4.2.3
uitscheiding bevorderen
Maar denk ook aan...
  • voldoende privacy
  • een schoon toilet
  • geef de cliënt de tijd
  • een goede zithouding op de wc (bij ontlasten de squat-houding)

Slide 39 - Tekstslide

opdrachten 1 t/m 13 maken en zelf nakijken

Slide 40 - Tekstslide