6.5 Voortplanting bij dieren

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 6.5
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 6.5
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van biologie en open deze op blz.  176.



Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel 
Aan het einde van de les:
- kun je uitleggen dat bij bevruchting elk van de ouders de helft van de chromosomen levert. 
- kun je voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting.

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz 178 + 179.
Lars 

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Angelo, Daan, Philip, Vince & Justin

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Jules

Slide 4 - Tekstslide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Tekstslide

Vrouwtjes vissen zetten eitjes af. Vervolgens bevrucht een mannetjes vis deze eitjes.
Wat voor een soort voortplanting is dit?
A
ongeslachtelijke voortplanting
B
geslachtelijke voortplanting
C
ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplanting

Slide 6 - Quizvraag


Hoe heet de mannelijke geslachtscel bij dieren?


A
chromosoom
B
eicel
C
stuifmeelkorrel
D
zaadcel

Slide 7 - Quizvraag

Bij veel insecten vindt inwendige bevruchting plaats.
Wat voor een soort voortplanting is dit?
A
ongeslachtelijke voortplanting
B
geslachtelijke voortplanting
C
ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplanting

Slide 8 - Quizvraag

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed, dan ga je zelfstandig aan de slag. Je maakt opdracht 1 t/m 4 op blz 178 en 179.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting
Bij geslachtelijke voortplanting versmelt de kern van een mannelijke geslachtscel met de kern van een vrouwelijke geslachtscel. 

Bij zaadplanten zijn dat de kern van een stuifmeelkorrel en de kern van een eicel.

Slide 10 - Tekstslide

Elke celkern bevat chromosomen.

  • Chromosomen zijn lange, dunne ‘draden’. 
  • Chromosomen bevatten de informatie voor de erfelijke eigenschappen.

Slide 11 - Tekstslide

De helft van de chromosomen in de bevruchte eicel komt van de moederplant en de helft van de vaderplant. 

Bij geslachtelijke voortplanting hebben de nakomelingen niet precies dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouders.

Slide 12 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting bij dieren
Bij alle dieren vindt geslachtelijke voortplanting plaats. 
   - De mannelijke geslachtscel = zaadcel. 
   - De vrouwelijke geslachtscel = eicel (net als bij planten). 

Uit een bevruchte eicel kan een nieuw dier groeien. De nakomelingen hebben dan niet precies dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouders 

Slide 13 - Tekstslide

Bevruchting:
  • Uitwendige bevruchting
  • Inwendige bevruchting

Slide 14 - Tekstslide

Uitwendige bevruchting
Bij dieren die hun eieren in het water leggen, kan de bevruchting in het water plaatsvinden (buiten het lichaam). 

Bevruchting buiten het lichaam noem je 
uitwendige bevruchting.

Slide 15 - Tekstslide

Uitwendige bevruchting bij kikkers
Bij kikkers zit het mannetje tijdens de paring boven op het vrouwtje.

 Het mannetje geeft zaadcellen af nét op het moment dat het vrouwtje eicellen afzet. De bevruchting vindt plaats in het water. 

Slide 16 - Tekstslide

Inwendige bevruchting
Bij insecten (en zoogdieren en vogels) vindt de bevruchting meestal plaats in het lichaam van het vrouwtje. Dit noem je 
inwendige bevruchting

Na de bevruchting zet het vrouwelijke insect eitjes af. In de eitjes ontwikkelen zich larven.

Slide 17 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Angelo, Daan, Philip, Vince & Justin jullie maken zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz 178 + 179.

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Jules of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 1.

Slide 18 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz. 178 en 179



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna maak je de inzichtsvragen op blz. 179 en 180
timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- kun je uitleggen dat bij bevruchting elk van de ouders de helft van de chromosomen levert?
- kun je voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting?

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk: 
Donderdag 23 mei
6.5 opdracht 1 t/m 4

Toetsen: 
-
-

Slide 21 - Tekstslide