Je kunt uitleggen wat een versnelde, een eenparige en een vertraagde beweging zijn.
Je kunt de snelheid op elk moment van de beweging berekenen bij een eenparige beweging.
Je kunt aan de vorm van de grafiek een versnelde, een eenparige en een vertraagde beweging herkennen.
Slide 3 - Tekstslide
2K - 5.3 Versneld, eenparig,vertraagd
Begrippen
Versnelde beweging
Eenparige beweging
Vertraagde beweging
Slide 4 - Tekstslide
2K - 5.3 Versneld, eenparig,vertraagd
Een optrekkende scooter
In figuur is te zien hoe een scooter optrekt.
De tekenaar heeft de scooter vijf keer getekend: bij het begin van de beweging en na 1, 2, 3 en 4 seconden. Op de meetlat onder de tekening kun je aflezen hoe groot de afgelegde afstand is.
Slide 5 - Tekstslide
2K - 5.3 Versneld, eenparig,vertraagd
De versnelde beweging
De tussenruimtes in de tekening worden steeds groter. Dat betekent dat de scooter steeds sneller beweegt: in dezelfde tijd (een seconde) legt hij een steeds grotere afstand af. Zo’n beweging waarvan de snelheid steeds groter wordt, noem je een versnelde beweging.
Slide 6 - Tekstslide
2K - 5.3 Versneld, eenparig,vertraagd
Slide 7 - Tekstslide
2K - 5.3 Versneld, eenparig,vertraagd
Een wandelaar
In figuur zie je een wandelaar die rustig doorloopt. De wandelaar is zes keer getekend, na 0, 1, 2, 3, 4 en 5 seconden.
Slide 8 - Tekstslide
2K - 5.3 Versneld, eenparig,vertraagd
De eenparige beweging
In deze tekening zijn de tussenruimtes steeds even groot. hij legt steeds dezelfde afstand af in dezelfde tijd. Zo’n beweging waarvan de snelheid niet verandert, heet een eenparige beweging.
Bij een eenparige beweging is de snelheid constant. Dat betekent dat de snelheid steeds even groot is.
Slide 9 - Tekstslide
2K - 5.3 Versneld, eenparig,vertraagd
Slide 10 - Tekstslide
2K - 5.3 Versneld, eenparig,vertraagd
Slide 11 - Tekstslide
2K - 5.3 Versneld, eenparig,vertraagd
Een afremmende fietser
In figuur getekend hoe een fietser afremt voor een verkeerslicht. Je ziet waar de fietser is na 0, 1, 2, 3 en 4 seconden.