20/1/22 2H5 ONLINE LES

2H chap 3
Présents/absents
doel: jij kent de aanwijzend vnw in het Frans, en jij kan ze gebruiken en jij kan ook de phrases clés+woorden uitspreken.
-aanwijzend vnw quiz
-on écoute et on répète: Vocabulaire + phrases clés 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2H chap 3
Présents/absents
doel: jij kent de aanwijzend vnw in het Frans, en jij kan ze gebruiken en jij kan ook de phrases clés+woorden uitspreken.
-aanwijzend vnw quiz
-on écoute et on répète: Vocabulaire + phrases clés 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het rijtje met alleen aanwijzende vnw in het Nederlands?
A
mijn, jouw, zijn, haar, hun
B
deze, die, daar, hier
C
deze, die, dit, dat
D
de, het.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het rijtje met alleen aanwijzende vnw in het Frans?
A
ces/cette/ce/cet
B
ma,mon,mes
C
son, sa, ses
D
le, la, l', les

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul het juiste aanwijzend vnw in:
Quel âge a....fille?
A
ce
B
cette
C
cet
D
ces

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul het juiste aanwijzend vnw in:
______ parents sont toujours là-bas.
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul het juiste aanwijzend vnw in:
_______ hôtel est super !
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul het juiste aanwijzende vnw in:
Tu as vu ... homme?
A
cet
B
cette
C
ce
D
ces

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vertaal je het aanwijzend vnw?
deze kaartjes // ..... billets
A
ces billets
B
cette billets
C
cet billets
D
ce billets

Slide 11 - Quizvraag

1) kijk naar het zsnw 
2) mannelijk / vrouwelijk / meervoud ?
3) meervoud = ces
Vul het goede aanwijzend vnw in:

J'ai regardé _______ émission (v) à la télé
A
ces
B
cette
C
cet
D
ce

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Traduis !

'deze meneer'
A
cette monsieur
B
cet monsieur
C
ces monsieur
D
ce monsieur

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het rijtje met alle aanwijzend vnw (frans)?
A
ce, cet, ces
B
ce, cet, cette, ces
C
mon, ma, mon, mes
D
son, sa, ses

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choisis! het juiste aanwijzend vnw.
........... tomates sont bonnes.

A
ces
B
cet
C
cette
D
ce

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef het juiste aanwijzend vnw.
Je ne regarde pas .......... éléphant.
A
cet
B
ce
C
cette
D
ces

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Prends ton cahier d'activités
chapitre 3 - vocabulaire ABE à la page 128
On écoute et on répète (let op de uitsprak)
le maillot de bain=le short de bain
finir=terminer
impossible

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies