Mens en Milieu 5H

Context 'Laatste stap wortelknol
vorming is opgehelderd'  Examen 2011 tijdvak II

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Context 'Laatste stap wortelknol
vorming is opgehelderd'  Examen 2011 tijdvak II

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

26 Waardoor is het voor de klaverplant nadelig om te veel wortelknolbacteriën
binnen te laten?

Slide 3 - Open vraag

27 Leg uit waardoor de stikstofbalans door het bedrijven van akkerbouw
verstoord raakt.

Slide 4 - Open vraag

27 Leg uit welke rol de vlinderbloemigen spelen in de stikstofbalans

Slide 5 - Open vraag

27 en leg uit hoe door het onderploegen van vlinderbloemigen de stikstofbalans
weer hersteld wordt.

Slide 6 - Open vraag

Context 'De Biobag' Examen 2016 tijdvak I

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

32 Waarom worden in de biobag anaerobe en geen aerobe bacterien gebruikt?

Slide 9 - Open vraag

33 Geef een ecologisch belang voor het behoud van het oerwoud

Slide 10 - Open vraag

34 Waarom ontstaat er in de biobag ammonium en geen nitriet of nitraat?

Slide 11 - Open vraag

35 Welk van de volgende producten moet aan een biobag worden toegevoegd als er verhoudingsgewijs teveel stikstof aanwezig is
hint: welk product bevat vooral koolhydraten
A
kadavers
B
slachtafval
C
stro
D
urine

Slide 12 - Quizvraag

37 Noteer een andere reden waarom het gebruik van de biobag duurzaam is

Slide 13 - Open vraag

Geef een omschrijving van het versterkt broeikaseffect. (broeikaseffect =, + oorzaak versterkt)

Slide 14 - Open vraag

Eindexamen 2017 tijdvak I
Eutrofiering- stikstofkringloop

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

37 Verklaar waardoor het water na
enige tijd troebeler wordt als de
concentratie mineralen toeneemt.

Slide 18 - Open vraag

38 Leg uit waardoor troebel water de groei van zeegras remt

Slide 19 - Open vraag

39 Waarom neemt door eutrofiëring de biodiversiteit in een ecosysteem af. Geef twee redenen.
voor meer info lees vraag 39 in het examen!

Slide 20 - Open vraag

De CO2 boerderij

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Vul het correcte woord in voor de nummers 1 t/m 5

Slide 23 - Tekstslide

2 Het product dat bij nummer 3 moet worden weergegeven, hoe zal dit in de koe worden vastgelegd (in welke vorm)?

Slide 24 - Open vraag

3 Noem minstens drie argumenten die aangeven dat deze boerderij een duurzaam systeem is.

Slide 25 - Open vraag

4 Welke bacteriën zullen ammoniak (afkomstig uit de stallen) kunnen omzetten in een bruikbaar product in deze kringloop. Welk product zat dit voornamelijk zijn?

Slide 26 - Open vraag

5 Welke organismen zijn betrokken bij vergisting? Hoe wordt dit proces ook wel genoemd?

Slide 27 - Open vraag

vraag 44 (4V) voor de productie van biobrandstof is het gebruik van restafval duurzamer dan het gebruik van olie uit gekweekte planten. Leg uit

Slide 28 - Open vraag

47 (4V) Sinds het cambrium is een groot deel van het CO2 uit de lucht verdwenen. Waar is de koolstof gebleven?

Slide 29 - Open vraag

49 (4V) Leg uit hoe de ecologische hoofdstructuur meehelpt om de biodiversiteit in Nederland te vergroten

Slide 30 - Open vraag

Noem een ecologisch en evolutionair nadeel van versnippering.

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Link

1- groei vd rifbollen neemt af omdat:

Slide 33 - Open vraag

vraag 2 wat is de nitraatconcentratie?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 34 - Quizvraag

3- waarom neemt door een toename van organische stoffen de groei van algen toe?

Slide 35 - Open vraag

4 - noem de consumenten van de 1e orde

Slide 36 - Open vraag

5- welke uitspraak is juist?
A
geen
B
alleen 1
C
alleen 2
D
beide

Slide 37 - Quizvraag

21- waarom is consumpti van bananen uit de VS niet duurzaam?

Slide 38 - Open vraag

22- hoe ontstaat een resistente populatie?

Slide 39 - Open vraag