Ondersteunen bij de toiletgang




Ondersteunen bij de uitscheiding
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les




Ondersteunen bij de uitscheiding

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel:
Je kunt uitleggen hoe je ondersteuning biedt bij uitscheiding.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel 1 Wat is uitscheiding?

Uitscheiding betekent het verwijderen van afvalstoffen uit het lichaam. Het gaat dan om afvalstoffen als urine, ontlasting, braaksel, sputum, menstruatiebloed en transpiratie. Sommige cliënten hebben jouw hulp nodig bij de uitscheiding.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulp bieden bij de toiletgang
Soms help je een cliënt alleen met lopen naar het toilet of bij het overstappen van een rolstoel naar de wc. Maak afspraken, zoals hoe de cliënt hulp vraagt of wanneer je terugkomt. Laat de cliënt zoveel mogelijk zelf doen. Als er een risico is op vallen, blijf je erbij. Respecteer de privacy van de cliënt door bijvoorbeeld een handdoek over de schoot te leggen. Leg rustig uit wat je gaat doen en stel de cliënt gerust als hij zich ongemakkelijk voelt.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulp bij schoonmaken
Bij sommige cliënten help je bij het schoonmaken van de billen en het intieme gebied

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je op letten bij het schoonmaken?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten schoonmaken
-Praat duidelijk met de cliënt, vraag toestemming en overleg wat hij zelf kan doen. 
-Gebruik de juiste materialen en veeg van voor naar achter om besmetting te voorkomen. 
-Draag handschoenen en was je handen voor en na de verzorging.
- Let op huidproblemen en meld deze. 
-Zorg na de toiletgang voor schone kleding, was de handen van de cliënt en maak de omgeving hygiënisch.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanpassingen en hulpmiddelen
Aanpassingen voor rolstoelgebruikers en ouderen
In toiletruimtes is voldoende ruimte belangrijk, vooral voor rolstoelgebruikers. Verhoogde toiletten of toiletverhogers maken het zitten en opstaan makkelijker, wat handig is voor zowel ouderen als rolstoelgebruikers.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulpmiddelen voor extra steun en hygiëne
Toiletbeugels en wandbeugels bieden extra stabiliteit bij het gebruik van het toilet. Toiletten met een bidet-functie verbeteren de hygiëne en zelfstandigheid. Ze spoelen en drogen automatisch en kunnen op verschillende manieren bediend worden, afhankelijk van de cliënt.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulp bij urineren of ontlasten op bed
Soms kan een cliënt niet uit bed komen om naar het toilet te gaan. Dan help je hem op bed. Hiervoor zijn verschillende hulpmiddelen beschikbaar, afhankelijk van de behoeften en mogelijkheden van de cliënt.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke hulpmiddelen kun je gebruiken om een cliënt te ondersteunen bij het urineren of ontlasten op bed?

Slide 11 - Open vraag

-Urinaal voor mannen
- Urineschuitje of urinaal voor vrouwen
- Ondersteek
- Postoel



Hulpmiddel/ Urinaal voor mannen
Een urinaal is een speciaal gevormde fles waarin een man makkelijk kan plassen. Je kunt het urinaal aan het bed hangen, zodat de cliënt het zelf kan pakken en gebruiken.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urineschuitje of urinaal voor vrouwen

Een urineschuitje
 of een vrouwenurinaal
 is makkelijk te plaatsen, te legen en schoon te maken.




Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulpmiddel- Ondersteek

Een ondersteek of po is een hulpmiddel dat je gebruikt voor cliënten die op bed liggen, vooral als ze ook ontlasting kwijt moeten.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulpmiddel- Postoel

Een postoel is een stoel met een gat en een po eronder, handig als het toilet moeilijk bereikbaar is. Het wordt gebruikt als het toilet te klein of ver weg is. De cliënt kan makkelijk overstappen, net als bij een rolstoeltransfer.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulp bieden bij incontinentie
Incontinentie is het ongewild verliezen van urine of ontlasting, wat kan komen door lichamelijke of geestelijke oorzaken. Het kan bij alle leeftijden voorkomen en leidt vaak tot schaamte en sociale isolatie.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Incontinentie materiaal

Incontinentiemateriaal vangt urine en ontlasting op, houdt de huid droog. Het is beschikbaar in verschillende soorten en maten. Regelmatig verschonen en goede huidverzorging, zoals wassen en het gebruik van beschermende crème, zijn belangrijk om huidirritatie, drukplekken en infecties te voorkomen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urineopvang systeem

Een urineopvangsysteem, zoals een condoomkatheter of blaaskatheter wordt gebruikt om urine op te vangen en via een slang naar een opvangzak af te voeren. Dit is handig bij huidproblemen veroorzaakt door urine.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Condoomkatheter
Een condoomkatheter is een rubberen hoesje dat over de penis wordt geschoven. Het heeft een opening aan de onderzijde om een katheterslang aan te sluiten, die de urine naar een opvangzak leidt die aan het been van de cliënt wordt bevestigd.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blaaskatheter
Een blaaskatheter is een dunne, flexibele rubberen slang die in de blaas wordt ingebracht. Aan het uiteinde zit een ballonnetje dat voorkomt dat de katheter uit de blaas glijdt. Als helpende help je bij het legen en vervangen van de urineopvangzak en controleer je op lekkage, irritatie of andere problemen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel 2 Hulp bieden bij overige lichaamseigen stoffen
Als helpende kom je regelmatig in aanraking met lichaamseigen stoffen van cliënten, zoals braaksel, sputum, menstruatiebloed en transpiratie.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichaamseigen stof- Braaksel
Braaksel is voedsel dat vanuit de maag via de mond naar buiten komt. Braken kan veroorzaakt worden door voedselvergiftiging, griep of stress. Het gebeurt vaak plotseling, waardoor je niet altijd voorbereid kunt zijn. Als een cliënt braakt, is het belangrijk om collega's te informeren.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichaamseigen stof- Sputum
Sputum is slijm uit de luchtwegen dat wordt opgehoest. Het kan door verschillende longziektes worden veroorzaakt.
Informeer collega's als een cliënt sputum heeft opgehoest.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichaamseigen stof- menstruatiebloed

Vrouwen tussen de 13 en 50 jaar hebben een menstruatiecyclus, waarin het lichaam zich voorbereidt op zwangerschap. Als er geen bevruchting is, begint de menstruatie met bloedverlies. Cliënten kunnen maandverband, tampons, ondergoed of een menstruatiecup gebruiken en pijnstillers helpen bij menstruatiepijn.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichaamseigen stof-Transpiratie
Transpiratie is het zweet dat het lichaam verlaat om de temperatuur te reguleren. Het kan toenemen door warmte, inspanning, koorts, nervositeit of medicatie. Help de cliënt met luchtige kleding, regelmatig wassen, deodorant en voldoende vochtinname.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een van de belangrijkste dingen om te doen wanneer je een cliënt helpt bij de toiletgang?
A
De cliënt snel helpen zonder overleg
B
Afspraken maken over wanneer je terugkomt
C
De deur altijd dicht doen
D
De cliënt niet vragen wat hij zelf kan doen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de beste manier om huidirritatie te voorkomen bij een cliënt die incontinentiemateriaal draagt?
A
Het incontinentiemateriaal elke dag verschonen
B
Het incontinentiemateriaal regelmatig verschonen, de huid reinigen en insmeren met een beschermende crème
C
Alleen de huid inspecteren zonder schoonmaken
D
Het incontinentiemateriaal om de twee dagen verschonen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk type materiaal wordt gebruikt om urine en ontlasting op te vangen bij een cliënt met incontinentie?
A
Kleding
B
Incontinentiemateriaal
C
Ziekenhuisbed
D
Handdoeken

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een van de hulpmiddelen die kunnen helpen bij de transfer van een cliënt naar het toilet?
A
Een toiletbeugel
B
Een kussen
C
Een stoelverhoger
D
Een rolstoel zonder wielen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor wordt een condoomkatheter gebruikt?
A
Om de temperatuur van de cliënt te meten
B
Om urine op te vangen bij mannen
C
Om het bloeddruk te verlagen
D
Om voedsel te leveren

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je doen om te helpen bij overmatige transpiratie van een cliënt?
A
De cliënt in dikke kleding stoppen
B
De cliënt aanmoedigen om regelmatig te wassen
C
De cliënt laten transpireren zonder hulp
D
De cliënt geen deodorant laten gebruiken

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies