Betekenis en spelling van woorden

Betekenis en spelling van woorden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Betekenis en spelling van woorden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen leerlingen de betekenis van woorden begrijpen en deze correct spellen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de betekenis en spelling van woorden?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Woorden leren
Leerlingen leren de betekenis van woorden zoals 'certainly', 'available', 'mistake', 'might', 'perhaps', 'agree', 'company', 'possible', 'improve' en 'offer'.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden schrijven
Leerlingen oefenen met het correct schrijven van de woorden uit de vorige dia.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe woorden
Leerlingen leren nieuwe woorden zoals 'accident', 'break', 'chef', 'drawers', 'fog', 'noisy', 'petrol station', 'platforms', 'screen' en 'share'.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling oefenen
Leerlingen oefenen met het spellen van de nieuwe woorden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden in context
Leerlingen leren hoe ze de woorden in zinnen kunnen gebruiken.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenquiz
Leerlingen doen een quiz om hun kennis van de betekenis en spelling van de woorden te testen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Leerlingen herhalen de betekenis van de woorden en controleren hun spelling.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.