3.2: Fundament Kiesstelsel

Wat weet je over hoe Nederland wordt bestuurd?
1 / 24
volgende
Slide 1: Open vraag
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je over hoe Nederland wordt bestuurd?

Slide 1 - Open vraag

5

Slide 2 - Video

00:18
Dus.. welke drie bestuurniveaus kent Nederland nou?

Slide 3 - Open vraag

00:38
Wat is de rol van de wethouders?
A
nemen beslissingen voor de gemeente
B
voeren genomen besluiten uit
C
leiden bijeenkomsten in de rol van voorzitter

Slide 4 - Quizvraag

01:25
Zit er boven het landelijke bestuursniveau nog een besturingslaag denk je? Zo ja, welke?

Slide 5 - Open vraag

00:38
Wat is de rol van de burgemeester?
A
neemt beslissingen voor de gemeente
B
voert genomen besluiten uit
C
leidt bijeenkomsten in de rol van voorzitter

Slide 6 - Quizvraag

00:38
Wat is de rol van de gemeenteraad?
A
neemt beslissingen voor de gemeente
B
voert genomen besluiten uit
C
leidt bijeenkomsten in de rol van voorzitter

Slide 7 - Quizvraag

Het kiesstelsel
In Nederland hebben we dus drie bestuursniveaus: 
-gemeentelijk (355 gemeentes)
-provinciaal (12 provinciën)
-landelijk 

Daarboven staat nog het Europese bestuur. 
 Ook hebben we nog 21 waterschappen.

Slide 8 - Tekstslide

Bestuurslagen
Elke bestuurslaag heeft invloed op jouw dagelijks leven, maar andersom heb jij natuurlijk ook invloed, door te gaan stemmen.

Opdracht 1: Maak in Word de onderstaande tabel na. Zoek op internet op welke ministeries er zijn, wie de verantwoordelijke minister daarvan is, welke staatssecretaris daarbij hoort, en wat de belangrijkste onderwerpen zijn van elk ministerie.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

De provincie
1b. Beschrijf in eigen woorden voor welke zaken de provinciale overheid verantwoordelijk is.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

De gemeente
1b. Beschrijf in eigen woorden voor welke zaken de gemeentelijke overheid verantwoordelijk is

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Verkiezingen
Opdracht 2.

In het filmpje zag je de verschillende kleuren van de stoelen/zetels. Hoe kun je op zo’n stoel terechtkomen?

Slide 16 - Tekstslide

Politieke partijen
Opdracht 3.

Wat zijn de belangrijkste politieke partijen die in het filmpje genoemd worden?

Slide 17 - Tekstslide

Personen op de kieslijst
Opdracht 4.

Hoe wordt de persoon die bovenaan de kieslijst staat genoemd, hoe worden de overige personen op de lijst genoemd?

Slide 18 - Tekstslide

Stemmen, op wie dan?
Opdracht 5.

Hoe kun je bepalen op wie je gaat stemmen?

Hoe ga jij dat doen?

Slide 19 - Tekstslide

Formatie 1
Opdracht 6.

Wat gebeurt er direct na de verkiezingen?

Slide 20 - Tekstslide

Formatie 2
Opdracht 7.

Hoe kan er een regering gevormd worden?

Wat is het woord voor het samenwerkingsverband van de partijen die in de regering zitten?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Formatie 3
Opdracht 8.

Beschrijf in het Engels in 150 woorden hoe de formatie plaatsvindt in Nederland.

Slide 23 - Tekstslide

Aan welke vorm van Thema les geef jij de voorkeur?

Klassikaal (zoals de les over Democratie vorige week)
Individueel (zoals deze les)

Leg ook uit waarom.

Slide 24 - Open vraag