Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
spelling blok 5 opdr 1 en 2 (rvl)
spelling blok 5
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
spelling blok 5
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Na deze les:
- heb je de spellingsregels t.t., v.t. en v.d.w nog eens herhaald.
- heb je de regels voor het spellen van bijvoeglijke naamwoorden nog eens herhaald.
Slide 2 - Tekstslide
Spelling t.t.
- ik-vorm of jij/je erachter: ik-vorm Ik vind
- jij, hij, zij, het: ik-vorm + t Jij vindt
- wij: hele werkwoord Wij vinden
Slide 3 - Tekstslide
Spelling v.t.
Enkelvoud: ik-vorm + te/de
Meervoud: ik-vorm + ten/den
Gebruik 't ex-fokschaap, 't ex-kofschip en ga uit van de
stam!
Slide 4 - Tekstslide
spelling voltooid deelwoord
Eindigt het voltooid deelwoord op een -t of -d? Gebruik de verlengproef om de laatste letter te vinden:
Mijn ouders hebben gefiets... Je hoort gefiet
s
te
> je schrijft gefiets
t
.
Ze hebben ook gewandel... Je hoort gewandel
de
> je schrijft gewandel
d.
Slide 5 - Tekstslide
Zo schrijf je het voltooid deelwoord
Als je niet goed kunt horen of het -d of -t moet zijn, gebruik je
't ex-kofschip
.
Slide 6 - Tekstslide
't x-kofschip
‘
T X-K
O
FSCH
I
P
Laatste letter van de stam:
Wel in ‘t x-kofschip:
ik-vorm + te(n)
Niet in ‘t x-kofschip:
ik-vorm + de(n)
'
T
X
-
K
O
FSCH
I
P
gebruik je bij
klankvaste werkwoorden
in de
verleden tijd.
Slide 7 - Tekstslide
Noteer de pv in de verleden tijd.
Thomas ... (lachen) als een boer die kiespijn heeft.
Slide 8 - Open vraag
Noteer de pv in de verleden tijd.
De schilder .... (branden) het houtwerk eerst af.
Slide 9 - Open vraag
Noteer de pv in de verleden tijd.
Het vliegtuig ... (landen) precies op tijd.
Slide 10 - Open vraag
Noteer de pv in de tegenwoordige tijd.
De brandweer ... (blussen) de brand heel snel
Slide 11 - Open vraag
Noteer de pv in de tegenwoordige tijd.
Ik ... (vinden) een tientje op straat.
Slide 12 - Open vraag
Noteer de pv in de tegenwoordige tijd.
... (branden) je tong niet aan die hete kaassoufflé!
Slide 13 - Open vraag
Geef de juiste spelling van het voltooide deelwoord:
Er zijn geen ernstige ongelukken ... (gebeuren)
Slide 14 - Open vraag
Geef de juiste spelling van het voltooide deelwoord:
Mijn vader heeft mijn nieuwe fiets ... (betalen)
Slide 15 - Open vraag
Geef de juiste spelling van het voltooide deelwoord:
De kleermaker heeft het gat in mijn broek keurig ... (maken)
Slide 16 - Open vraag
Hoe schrijf je een bijvoeglijk naamwoord?
Je plakt een
-e
achter het woord:
mooi
-
mooi
e
Soms verandert het woord niet
Dat is huis is prachtig - het prachtige huis > als er een znw achter het bnw staat, gebruik je de lange vorm.
Korte vorm gebruik je bij de 'een-vorm' van een 'het-woord'
het
mooi
e
meisje ->
een
mooi meisje
het
heerlijk
e
gerecht ->
een
heerlijk gerecht
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Slide 17 - Tekstslide
Regels voor de lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord:
Je plakt een
-e
achter het woord: mooi -> mooi
e
Verdubbel de laatste letter en zet een
-e
erachter:
knap > knap
pe
Haal een a, e, o of u weg en zet een -e erachter: groot -> gr
o
t
e
Verander de f in een v of de s in een z en zet een -e erachter:
lief -> lie
ve
, boos
-> bo
ze
Combinatie van letter weghalen en veranderen:
gaaf -> g
ave
, weerloos -> weerl
oze
Gebruik een trema als dat nodig is voor de uitspraak: officieel -> offici
ële
Slide 18 - Tekstslide
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden eindigen vaak met
-en
een ijzer
en
staaf
een goud
en
ring
Maar let op met moderne stoffen! Zij krijgen geen extra -e of -en
een plastic stoel
een aluminium frame
een nylon kous
Spelling - bijvoeglijk naamwoord
Slide 19 - Tekstslide
Vul het juiste bijvoeglijke naamwoord in:
Het haar is geverfd - het ... haar.
Slide 20 - Open vraag
Vul het juiste bijvoeglijk naamwoord in.
een ... (marsepein) varken
Slide 21 - Open vraag
Vul het juiste bijvoeglijk naamwoord in.
een ... (zilver) armband
Slide 22 - Open vraag
Maak het juiste bijvoeglijk naamwoord:
(breken) het ..... kopje
Slide 23 - Open vraag
Maak het juiste bijvoeglijk naamwoord:
(bekladden) het ..... lokaal
Slide 24 - Open vraag
Maak het juiste bijvoeglijk naamwoord:
(verwoesten) de ..... storm
Slide 25 - Open vraag
Maak het juiste bijvoeglijk naamwoord:
(houten) de ..... tafel
Slide 26 - Open vraag
Huiswerk
Maak opdracht 1 en 2
blz 190
Slide 27 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
groep 7 werkwoordcito oefenen
Maart 2023
- Les met
35 slides
nederlands
Primary Education
groep 8 werkwoord spelling cito
Oktober 2024
- Les met
44 slides
nederlands
Primary Education
2 kgt 4.8 Spelling les 1
Mei 2022
- Les met
41 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
herhaling en oefening spelling vt en vdw (RvL)
Oktober 2023
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Werkwoordspelling hfd 1
Oktober 2022
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1-4
Werkwoordspelling
Januari 2023
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
herhaling en oefening spelling tt en vt
Februari 2024
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
werkwoorden
December 2021
- Les met
41 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4