Les 22 vraagwoorden

Welkom terug!
kent iedereen elkaar?
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom terug!
kent iedereen elkaar?

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken

Slide 2 - Tekstslide

Periode 1: Thema 4 - Pompeii
Vertaaltoets in week 40
PWW:                                     
  • cultuurstof thema 4
  • teksten les 24 en 27

Slide 3 - Tekstslide

Even opfrissen: naamvallen

Slide 4 - Tekstslide

Even opfrissen: naamvallen
1. Nominativus
2. Genitivus
3. Dativus
4. Accusativus
5. Ablativus

Slide 5 - Tekstslide

Even opfrissen: vertalen

Slide 6 - Tekstslide

Boeken dicht!
Schrijf op een los blaadje:
  • Je naam
  • De verbuigingsgroep (dus 1, 2 of 3) én de volledige verbuiding van rex en femina.
  • Lever je blaadje in voor je de klas verlaat!

Slide 7 - Tekstslide

Binnen = beginnen        (in stilte!)
Schrijf op het vel:

1. Je naam
2. Het rijtje van 'donum' (verb. groep 2)
3. Het rijtje van 'rex' (verb. groep 3)

Klaar? Ga verder met de vertaling van tekst 22 (r. 14-18 en r. 28-34).

Slide 8 - Tekstslide

Pompeii: een verborgen schat

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Pompeii: een verborgen schat
Tot 3e uur werken aan weektaak. Daarna: hoera, nieuwe grammatica!

Slide 11 - Tekstslide

Weektaak wk 35
vertalen: tekst 22 Pictura: r 14-18 en r 28-34. Tekst 24 Triclinium tm r 11

leren                                                                         maken
quis/quid en qui/quae/quod                        
betrekkelijke bijzin (4.7)                                  mandatum XIV, zinnen 3, 4 en 7
tb p. 78-81                                                             opdracht 1 én 2 of 3
woordjes les 22
woordjes les 1




Slide 12 - Tekstslide

Vraagwoorden (vaste vorm)
verwacht antw
voorbeeld
vertaling
-ne
neutraal
venisne?
kom je?
nonne
ja
nonne venis?
je komt toch wel?
num
nee
num venis?
je komt toch niet?
utrum - an
neutraal (tweeledig)
utrum venis an non venis?
kom je of kom je niet?

Slide 13 - Tekstslide

Vragend bijwoord (vaste vorm)
betekenis
voorbeeld
vertaling
ubi
waar
ubi es?
waar ben je?
unde
waarvandaan
unde venis?
waar kom je vandaan?
quando
wanneer
quando venis?
wanneer kom je?
quomodo
hoe
quomodo vivis?
hoe leef je?
meer voorbeelden in hb, p 125

Slide 14 - Tekstslide

Vragend voornaamwoord (verbuigen    )
betekenis
voorbeeld
vertaling
quis (m/v)
wie
quis es?
wie ben je?
quid (o)
wat
quid vides?
wat zie je?
qui/quae/quod
welk(e)
quae femina vocat?
welke vrouw roept?

Slide 15 - Tekstslide

m/v
quis
cuius
cui
quem
quo

qui
quorum
quibus
quos
quibus

o
quid
cuius
cui
quid
quo

quae
quorum
quibus
quae
quibus

nom
gen
dat
acc
abl

nom
gen
dat
acc
abl
vertaling
wat?
waarvan?
waarvoor?*
wat?
waarmee?**

*ook: waaraan
** waarin, waardoor
vertaling
wie?
van wie?
voor wie?*
wie?
met wie?

*ook: aan wie
WIE
WAT

Slide 16 - Tekstslide

mann.
qui
cuius
cui
quem
quo

qui
quorum
quibus
quos
quibus

onz.
quod
cuius
cui
quod
quo

quae
quorum
quibus
quae
quibus
voorbeeld
quae rosa?
cuius rosae?
cui rosae?
quam rosam?
cum qua rosa?

nom
gen
dat
acc
abl

nom
gen
dat
acc
abl
vr.
quae
cuius
cui
quam
qua

quae
quarum
quibus
quas
quibus

vertaling
welke roos?
van welke roos?
voor welke roos?*
welke roos?
met welke roos?

*ook: 
'aan welke roos'
WELK(E)

Slide 17 - Tekstslide

m/v
quis
cuius
cui
quem
quo

qui
quorum
quibus
quos
quibus


nom
gen
dat
acc
abl

nom
gen
dat
acc
abl
o
quid
cuius
cui
quid
quo

quae
quorum
quibus
quae
quibus

WIE
WAT
mann.
qui
cuius
cui
quem
quo

qui
quorum
quibus
quos
quibus

vr.
quae
cuius
cui
quam
qua

quae
quarum
quibus
quas
quibus

onz.
quod
cuius
cui
quod
quo

quae
quorum
quibus
quae
quibus
WELKE

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Verwerken:
Mandatum XIV (zinnen 3, 4 en 7) én in tekst 24

Slide 34 - Tekstslide

Weektaak wk 35
vertalen: tekst 22 Pictura: r 14-18 en r 28-34. Tekst 24 Triclinium tm r 11

leren                                                                         maken
quis/quid en qui/quae/quod                        
betrekkelijke bijzin (4.7)                                  mandatum XIV, zinnen 3, 4 en 7
tb p. 78-81                                                             opdracht 1 én 2 of 3
woordjes les 22
woordjes les 1




Slide 35 - Tekstslide