Spreken 2.2 Overtuigende presentaties (Melissa)

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

 Spreken: Overtuigende presentaties

-Terugblikken Spreken 1.2

-Verder met Spreken 2.2

-Nabespreken 

Bij een presentatie

1. kijk ik niemand aan.
2. praat ik zacht.
3. sta ik stevig op mijn benen.
4. steek ik mijn handen in mijn broekzakken.

Spreken 1.2: Aantrekkelijk presenteren

Wat weten jullie nog?

Als ik moet presenteren denk ik NIET na over:

1. De opbouw
2. Wie mijn publiek is
3. Het doel van mijn presentatie
4. Of mijn kleren nog in de mode zijn

Als ik presenteer....

1. Lees ik alles op van mijn blaadje
2. Zorg ik voor een pakkende opening
3. Kijk ik nooit iemand aan
4. Houd ik géén vaste volgorde aan

Wat hoort bij een goede presentatie?

1. Interessant onderwerp
2. Rechtop staan
3. Zacht en snel praten
4. Een digitale presentatie

Wat is juiste non-verbale communicatie?

1. Publiek aankijken
2. Gebogen staan
3. Monotoon praten
4. Met rug naar publiek

Bij een digitale presentatie.....

1. Lees ik voor wat er op het scherm staat
2. Gebruik ik zoveel mogelijk afbeeldingen
3. Gebruik ik een duidelijk lettertype
4. Gebruik ik heel veel tekst

Doel van deze les:

Je overtuigt het publiek tijdens een presentatie

Spreken 2.2: 

Overtuigende presentaties

Hoe kun je het publiek overtuigen?

Je wilt dat ze iets gaan doen, of iets niet doen. 

Waar denk jij aan bij:
een overtuigende presentatie?

De opbouw van een overtuigende presentatie:

Inleiding:

Middenstuk:

Slot:

Welk slot is het meest overtuigend en waardoor komt dat?

Wat is een standpunt?

Een standpunt is een....

1. argument
2. mening
3. tegenwerping
4. ontkrachting

Wat zijn argumenten?

Argumenten zijn ...

1. Belangrijke woorden in een tekst die een verband aangeven
2. De mening van de schrijver
3. Redenen waarom je iets wel of niet doet/vindt
4. Voorbeelden die gegeven worden in de tekst

Aan de slag:

->Wat: opdrachten Spreken 1.1 - 1.2 en 2.2

->Hoe: op de computer

->Hulp: buur en docent

->Uitkomst: nakijken op de computer

->Klaar? Verder met keuze-onderdeel

Nabespreken en huiswerk

-Opdrachten Spreken 1.1 - 1.2 en 2.2 afmaken

tot de volgende les