Jan wordt door zijn vrienden opgehaald.
Ww deel: wordt opgehaald. Onderwerp: Jan
Het onderwerp 'doet' iets dus er is een werkwoordelijk gezegde
Jan wordt verliefd op zijn buurmeisje.
Ww deel: wordt. Onderwerp: Jan
Het onderwerp 'is' iets, er is een toestand (verliefdheid) dus dan schrijf je:
Naamwoordelijk gezegde: wordt [verliefd] Dus het ww-deel en nw-deel