Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment A:
ijzer bij zoutzuur
Zal er een reactie optreden?
Bedenk wat de juiste notatie van de aanwezige deeltjes is!
Slide 3 - Tekstslide
Experiment A: ijzer bij zoutzuur
Zal er een reactie optreden en waarop is je voorspelling gebaseerd?
A
Ja, want de oxidator zoutzuur staat boven de reductor ijzer in Binas 48.
B
Ja, want de oxidator ijzer staat boven de reductor zoutzuur in Binas 48.
C
Nee, want de oxidator zoutzuur staat boven de reductor ijzer in Binas 48.
D
Nee, want de oxidator ijzer staat boven de reductor zoutzuur in Binas 48.
Slide 4 - Quizvraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment A:
ijzer bij zoutzuur
Ja! De vaste stof ijzer verdwijnt en er ontstaan gasbelletjes.
Oxidator H+ boven reductor Fe in Binas 48.
Slide 5 - Tekstslide
Geef: - de halfreactie van de reductor (Binas 48) - de halfreactie van de oxidator (Binas 48) - de totaalvergelijking van deze redoxreactie
Slide 6 - Open vraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment B:
ijzer bij koper(II)sulfaat-oplossing
Zal er een reactie optreden?
Bedenk wat de juiste notatie van de aanwezige deeltjes is!
Slide 7 - Tekstslide
Experiment B: ijzer bij koper(II)sulfaatoplossing
Zal er een reactie optreden en waarop is je voorspelling gebaseerd?
A
Ja, want de oxidator sulfaation staat boven de reductor ijzer in Binas 48.
B
Ja, want de oxidator H+ ion staat boven de reductor ijzer in Binas 48.
C
Ja, want de oxidator koper(II)ion staat boven de reductor ijzer in Binas 48.
D
Nee, want koper(II)sulfaat is geen oxidator
Slide 8 - Quizvraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment B:
ijzer bij koper(II)sulfaat-oplossing
Ja! De vaste stof ijzer verdwijnt en de oplossing verandert van kleur (zie Binas 65B).
Sterkste oxidator reageert.
SO42- is geen oxidator ▶5
Slide 9 - Tekstslide
Geef: - de halfreactie van de reductor (Binas 48) - de halfreactie van de oxidator (Binas 48) - de totaalvergelijking van deze redoxreactie
Slide 10 - Open vraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment C:
koper bij ijzer(II)sulfaat-oplossing
Zal er een reactie optreden?
Bedenk wat de juiste notatie van de aanwezige deeltjes is!
Slide 11 - Tekstslide
Experiment C: koper bij ijzer(II)sulfaatoplossing
Zal er een reactie optreden en waarop is je voorspelling gebaseerd?
A
Ja, want de oxidator koper(II)ion staat boven de reductor ijzer in Binas 48.
B
Ja, want de oxidator Fe3+ ion staat boven de reductor koper in Binas 48.
C
Ja, want de reductor Fe2+ ion staat boven de reductor koper in Binas 48.
D
Nee, want de oxidator Fe2+ ion staat onder de reductor koper in Binas 48.
Slide 12 - Quizvraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment C:
koper bij ijzer(II)sulfaat-oplossing
Nee! Geen enkele verandering wordt waargenomen. De oxidator Fe2+ is te zwak.
Fe2+ kan oxidator en reductor zijn.
Slide 13 - Tekstslide
Wanneer je ijzer in een koper(II)sulfaatoplossing doet, treedt een reactie op. Wanneer je koper in een ijzer(II)sulfaatoplossing doet, treedt geen reactie op. Welke conclusie is onjuist?
A
koper is edeler (= minder reactief) dan ijzer
B
koper(II)ionen zijn een sterkere oxidator dan ijzer(II)ionen
C
ijzer is een sterkere reductor dan koper
D
koper is een sterkere reductor dan ijzer
Slide 14 - Quizvraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment D:
zink bij lood(II)nitraat-oplossing
Zal er een reactie optreden?
Bedenk wat de juiste notatie van de aanwezige deeltjes is!
Slide 15 - Tekstslide
Experiment D: zink bij lood(II)nitraatoplossing
Zal er een reactie optreden en waarop is je voorspelling gebaseerd?
A
Ja, want de oxidator lood(II)ion staat boven de reductor zink in Binas 48.
B
Ja, want de oxidator nitraation staat boven de reductor zink in Binas 48.
C
Nee, want lood en zink zijn allebei reductoren
D
Nee, want nitraationen zijn alleen oxidator in aanwezigheid van H+ ionen (salpeterzuuroplossing)
Slide 16 - Quizvraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment D:
zink bij lood(II)nitraat-oplossing
Wat neem je waar? Helaas is een reactie niet altijd duidelijk waarneembaar...
Op papier is NO3- + H2O een sterkere reductor dan Pb2+
Slide 17 - Tekstslide
Op papier is er een oxidator aanwezig die sterk genoeg is, dus de reactie moet verlopen. Er ontstaat geen wit neerslag (hydroxidezout), dus we gaan uit van lood(II)ion als oxidator. Geef de totaalvergelijking van deze redoxreactie.
Slide 18 - Open vraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment E:
lood bij zinksulfaat-oplossing
Zal er een reactie optreden?
Bedenk wat de juiste notatie van de aanwezige deeltjes is!
Slide 19 - Tekstslide
Experiment E: lood bij zinksulfaatoplossing
Zal er een reactie optreden en waarop is je voorspelling gebaseerd?
A
Ja, want de oxidator sulfaation staat boven de reductor lood in Binas 48.
B
Ja, want de oxidator lood(II)ion staat boven de reductor zink in Binas 48.
C
Nee, want de oxidator zinkion staat onder de reductor lood
D
Nee, er is geen oxidator aanwezig (sulfaationen zijn alleen oxidator in warm geconcentreerd zwavelzuur)
Slide 20 - Quizvraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment E:
lood bij zinksulfaat-oplossing
Nee! Geen enkele verandering wordt waargenomen. De oxidator Zn2+ is te zwak.
SO42- is geen oxidator ▶5
Slide 21 - Tekstslide
Wanneer je zink in een lood(II)nitraatoplossing doet, treedt een reactie op. Wanneer je lood in een zinksulfaatoplossing doet, treedt geen reactie op. Welke conclusie is juist?
A
zink is edeler (= minder reactief) dan lood
B
zink is een sterkere reductor dan lood
C
lood is een sterkere reductor dan zink
D
zinkionen zijn een sterkere oxidator dan lood(II)ionen
Slide 22 - Quizvraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment F:
koper bij zilvernitraat-oplossing
Zal er een reactie optreden?
Bedenk wat de juiste notatie van de aanwezige deeltjes is!
Slide 23 - Tekstslide
Experiment F: koper bij zilvernitraatoplossing
Zal er een reactie optreden en waarop is je voorspelling gebaseerd?
A
Ja, want de oxidator nitraation staat boven de reductor koper in Binas 48.
B
Ja, want de oxidator zilverion staat boven de reductor koper in Binas 48.
C
Nee, want de oxidator nitraation staat onder de reductor koper in Binas 48.
D
Nee, want zilvernitraat is geen oxidator.
Slide 24 - Quizvraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment F:
koper bij zilvernitraat-oplossing
Ja! De vaste stof ijzer verdwijnt en de oplossing verandert van kleur (zie Binas 65B).
Sterkste oxidator reageert.
Hier dus: Ag+.
Slide 25 - Tekstslide
Geef: - de halfreactie van de reductor (Binas 48) - de halfreactie van de oxidator (Binas 48) - de totaalvergelijking van deze redoxreactie
Slide 26 - Open vraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment G:
zink bij koper(II)sulfaat-oplossing
Zal er een reactie optreden?
Bedenk wat de juiste notatie van de aanwezige deeltjes is!
Slide 27 - Tekstslide
Experiment G: zink bij koper(II)sulfaatoplossing
Zal er een reactie optreden en waarop is je voorspelling gebaseerd?
A
Ja, want de oxidator koper(II)ion staat boven de reductor zink in Binas 48.
B
Ja, want de oxidator koper(I)ion staat boven de reductor zink in Binas 48.
C
Ja, want de oxidator sulfaation staat boven de reductor zink in Binas 48.
D
Nee, want de oxidator zinkion staat onder de reductor koper in Binas 48.
Slide 28 - Quizvraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment G:
zink bij koper(II)sulfaat-oplossing
Ja! De vaste stof ijzer verdwijnt en de oplossing verandert van kleur (zie Binas 65B).
Sterkste oxidator reageert.
Hier dus: Ag+.
SO42- is geen oxidator ▶5
Slide 29 - Tekstslide
Geef: - de halfreactie van de reductor (Binas 48) - de halfreactie van de oxidator (Binas 48) - de totaalvergelijking van deze redoxreactie
Slide 30 - Open vraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment H:
koper bij zinksulfaat-oplossing
Zal er een reactie optreden?
Bedenk wat de juiste notatie van de aanwezige deeltjes is!
Slide 31 - Tekstslide
Experiment H: koper bij zinksulfaatoplossing
Zal er een reactie optreden en waarop is je voorspelling gebaseerd?
A
Ja, want de oxidator koper(II)ion staat boven de reductor zink in Binas 48.
B
Ja, want de oxidator koper(I)ion staat boven de reductor zink in Binas 48.
C
Ja, want de oxidator sulfaation staat boven de reductor zink in Binas 48.
D
Nee, want de oxidator zinkion staat onder de reductor koper in Binas 48.
Slide 32 - Quizvraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment H:
koper bij zinksulfaat-oplossing
Nee! Geen enkele verandering wordt waargenomen. De oxidator Zn2+ is te zwak.
Sterkste oxidator reageert.
Hier dus: Ag+.
SO42- is geen oxidator ▶5
Slide 33 - Tekstslide
Wanneer je zink in een koper(II)sulfaatoplossing doet, treedt een reactie op. Wanneer je koper in een zinksulfaatoplossing doet, treedt geen reactie op. Welke conclusie is onjuist?
A
koper is een sterkere reductor dan zink
B
koper(II)ionen zijn een sterkere oxidator dan zinkionen
C
zink is een sterkere reductor dan koper
D
koper is edeler (= minder reactief) dan zink
Slide 34 - Quizvraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment I:
zink bij ijzer(II)sulfaat-oplossing
Zal er een reactie optreden?
Bedenk wat de juiste notatie van de aanwezige deeltjes is!
Slide 35 - Tekstslide
Experiment I: zink bij ijzer(II)sulfaatoplossing
Zal er een reactie optreden en waarop is je voorspelling gebaseerd?
A
Ja, want de oxidator ijzer(III)ion staat boven de reductor zink in Binas 48.
B
Ja, want de oxidator ijzer(II)ion staat boven de reductor zink in Binas 48.
C
Ja, want de oxidator sulfaation staat boven de reductor zink in Binas 48.
D
Nee, want ijzer(II)ion is net als zink een reductor
Slide 36 - Quizvraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment I:
zink bij ijzer(II)sulfaat-oplossing
Ja! De vaste stof ijzer verdwijnt en de oplossing verandert van kleur (zie Binas 65B).
Sterkste oxidator reageert.
Hier dus: Ag+.
SO42- is geen oxidator ▶5
Slide 37 - Tekstslide
Geef: - de halfreactie van de reductor (Binas 48) - de halfreactie van de oxidator (Binas 48) - de totaalvergelijking van deze redoxreactie
Slide 38 - Open vraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment J:
zink bij zoutzuur
Zal er een reactie optreden?
Bedenk wat de juiste notatie van de aanwezige deeltjes is!
Slide 39 - Tekstslide
Experiment J: zink bij zoutzuur
Zal er een reactie optreden en waarop is je voorspelling gebaseerd?
A
Ja, want de oxidator zoutzuur staat boven de reductor zink in Binas 48.
B
Ja, want de oxidator zink staat boven de reductor zoutzuur in Binas 48.
C
Nee, want de oxidator zoutzuur staat boven de reductor zink in Binas 48.
D
Nee, want de oxidator zink staat boven de reductor zoutzuur in Binas 48.
Slide 40 - Quizvraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment J:
zink bij zoutzuur
Ja! De vaste stof zink verdwijnt en er ontstaan gasbelletjes.
Oxidator H+ boven reductor Zn in Binas 48.
Slide 41 - Tekstslide
Geef: - de halfreactie van de reductor (Binas 48) - de halfreactie van de oxidator (Binas 48) - de totaalvergelijking van deze redoxreactie
Slide 42 - Open vraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment K:
koper bij zoutzuur
Zal er een reactie optreden?
Bedenk wat de juiste notatie van de aanwezige deeltjes is!
Slide 43 - Tekstslide
Experiment K: koper bij zoutzuur
Zal er een reactie optreden en waarop is je voorspelling gebaseerd?
A
Ja, want de oxidator zoutzuur staat boven de reductor koper in Binas 48.
B
Ja, want de oxidator koper staat boven de reductor zoutzuur in Binas 48.
C
Nee, want de oxidator zoutzuur staat onder de reductor koper in Binas 48.
D
Nee, want de oxidator koper staat boven de reductor zoutzuur in Binas 48.
Slide 44 - Quizvraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment K:
koper bij zoutzuur
Nee! Geen enkele verandering wordt waargenomen. De oxidator H+ is te zwak.
Slide 45 - Tekstslide
Je hebt gezien dat sommige metalen wel reageren met zoutzuur (onder vorming van waterstofgas) en andere metalen niet reageren met zoutzuur. Welke van onderstaande metalen reageert niet met zoutzuur?
A
lood
B
chroom
C
kwik
D
calcium
Slide 46 - Quizvraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment L:
koper bij ijzer(III)sulfaat-oplossing
Zal er een reactie optreden?
Bedenk wat de juiste notatie van de aanwezige deeltjes is!
Slide 47 - Tekstslide
Experiment L: koper bij ijzer(III)sulfaatoplossing
Zal er een reactie optreden en waarop is je voorspelling gebaseerd?
A
Ja, want de oxidator koper(II)ion staat boven de reductor ijzer in Binas 48.
B
Ja, want de oxidator Fe3+ ion staat boven de reductor koper in Binas 48.
C
Nee, want de oxidator Fe2+ ion staat onder de reductor koper in Binas 48.
D
Nee, want de oxidator sulfaation staat onder de reductor koper in Binas 48.
Slide 48 - Quizvraag
Demopracticum 4:
Metalen en metaalionen
Je docent voegt in de volgende experimenten steeds een metaal bij een oplossing met metaalionen of zoutzuur.
Jij doet steeds eerst een voorspelling.
Daarna stel je, indien in werkelijkheid een reactie optreedt, de reactievergelijking van de redoxreactie op. Maak gebruik van halfreacties in Binas 48.
Experiment L:
koper bij ijzer(III)sulfaat-oplossing
Ja! De vaste stof koper verdwijnt en de oplossing verandert van kleur (zie Binas 65B).
Fe3+ en Fe2+ ionen geven verschillende kleur
Slide 49 - Tekstslide
Geef: - de halfreactie van de reductor (Binas 48) - de halfreactie van de oxidator (Binas 48) - de totaalvergelijking van deze redoxreactie
Slide 50 - Open vraag
Rangschik de (geconjugeerde) reductoren van demopracticum 4 naar reductorsterkte.
Waarnemingen:
- ijzer en zink reageren wel met zoutzuur, koper niet;
- zink reageert met ijzer(II)sulfaatoplossing;
- koper reageert met zilvernitraatoplossing;
- zink reageert wel met lood(II)nitraatoplossing, maar lood niet met zinksulfaatoplossing;