Lesson 13-9-2024

Reading Time
timer
10:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Reading Time
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Checking the Homework
Exercise 6 on page 6.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Checking the Homework
Exercise 7 on page 6.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Checking the Homework
Exercise 1 from 0.3 on page 124.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammar
Possessive Adjectives

Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Possessive adjectives
I
my
you
your
he
his
she
her
it
its
we
our
you
your
they
their

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I
You
He
She
It
We
They
Our
Her
Its
My
Their
His
Your

Slide 7 - Sleepvraag

Connect the subject pronouns to the possessive adjectives
Possessive adjectives:
Do you like ... school?
A
my
B
their
C
your
D
its

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Possessive adjectives:
She rides ... bike often.
A
his
B
her
C
their
D
our

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Possessive adjectives:
They live with ... parents in Amsterdam.
A
its
B
their
C
our
D
your

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grammar
Posessive 's

Bezittelijke 's

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. 's
- singular (enkelvoud)
- names 
- plural (meervoud) without    s
- expression indicating time
The dog's tail is short.
That is Thomas's bike.
This is the children's favorite book.

Today's newspaper.
2. (apostrof)
- plural ending in s                    (meervoud)
The giraffes' neck.
Possessive: 's / ' 
Rule:
Example:

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke zin wordt een 'possessive 's' gebruikt?
A
My parents live in a large house.
B
He's my best friend.
C
Mary's dog can run very fast.
D
Thomas works as a bus driver.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

This is the ________ (boy – bike)
timer
0:30
A
boy’s bike
B
boy’ bike
C
bike of the boy

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

This is ________ (Peter – book).
A
Peter’s
B
Peter’
C
the book of Peter

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

The ________ (children – room) is upstairs.
A
children’s room
B
children’ room
C
room of the children

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste possessive? ('s, ', of)

________ (Charles – CD player) is new.
A
Charles’s CD player
B
Charles’ CD player
C
The CD player of Charles

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Start 0.4


Do exercises 1-6 on page 7 of your SB.
Do exercise 1 from 0.4 on page 125 of your SB 

Do exercises 1-5 on page 13 (Unit 3) of your VIU

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies