Unidad 2 compañeros (2)

Wat betekent 'ser' in het Nederlands?
1 / 11
volgende
Slide 1: Open vraag
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat betekent 'ser' in het Nederlands?

Slide 1 - Open vraag

Wat zijn de vervoegingen van het werkwoord 'ser'?

Slide 2 - Woordweb

Sleep de vormen van ser naar de juiste plek.
nosotros
yo
él, ella, ud.
vosotros
ellos, ellas, uds.
eres
somos
es
soy
son
sois

Slide 3 - Sleepvraag

Sleep het antwoord naar de juiste plek!
3.  Vosotros...........españoles.
1. María.........una chica muy inteligente.
2. Yo y Carlos................amigos.
5. Tú...........muy guapo.
4. Nélida y Marta.................alumnas.
6. Yo.....profesor de español.
soy
eres
son
sois
somos
es

Slide 4 - Sleepvraag

Wat betekent 'el apellido'?
A
straat
B
achternaam
C
leeftijd
D
woonplaats

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent 'el segundo curso'?
A
de 1e klas
B
de 2e klas
C
de 3e klas
D
de 4e klas

Slide 6 - Quizvraag

... ordenadores son grandes.
A: Esta B: Estas C: Este D: Estos
A
Esta
B
Estas
C
Este
D
Estos

Slide 7 - Quizvraag

Mi padre quiere leer .......... periódico
A
este
B
esta
C
estos
D
estas

Slide 8 - Quizvraag

.......... restaurantes son muy buenos
A
este
B
esta
C
estos
D
estas

Slide 9 - Quizvraag

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord.
... bicicleta es de Carlos.
A: Esta B: Estas C: Este D: Estos
A
Esta
B
Estas
C
Este
D
Estos

Slide 10 - Quizvraag

............. día es muy especial.
A
esta
B
este
C
estos
D
estas

Slide 11 - Quizvraag