In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Examentraining 4
* 17de eeuw
* 18de eeuw
* 19de eeuw
Slide 1 - Tekstslide
Klassieke oudheid
Renaissance
Barok
Slide 2 - Sleepvraag
Welke kenmerken passen bij de Barok?
A
extreem realisme,
clair-obscur, diagonalen
B
vluchtige weergave,
emotie, primaire kleuren
C
geometrische vormen,
gebruik van aardse kleuren
D
uiting van emotie, abstract, verheffing van de geest
Slide 3 - Quizvraag
Examentraining 4
Tekst
Slide 4 - Tekstslide
Deze kerk is
A
Symmetrisch
B
Asymmetrisch
Slide 5 - Quizvraag
Deze gevel van de kerk maakt een
A
Levendige, dynamische indruk
B
Doodse, statische indruk
Slide 6 - Quizvraag
Clair-obscur
Kruisiging van Petrus, Caravaggio
Kruisiging van Petrus
15e eeuw
Slide 7 - Tekstslide
Wat voor verschillen in vormgeving zie je als je deze twee werken vergelijkt?
Slide 8 - Open vraag
Clair-obscur
Kruisiging van Petrus, Caravaggio
Peter Paul Rubens,
De Kruisafneming
Slide 9 - Tekstslide
Welke overeenkomsten in vormgeving zie je tussen Caravaggio en Rubens?
Slide 10 - Open vraag
Welke bewering is waar?
A
Tijdens de Barok grepen kunstenaars terug naar de klassieke vormgeving.
B
De kunstenaars in de Barok houden zich aan de strakke regels van de Renaissance (bijvoorbeeld de perfectie verhoudingen)
Slide 11 - Quizvraag
Waar is de naam 'Barok' van afgeleid?
A
Het Portugees 'rokko bar', dat zoiets als rokkenjager betekent, vanwege het vele naakt in de schilderkunst.
B
Het is vernoemd naar de leidende kunstenaar achter deze stroming: de beeldhouwer Francesco Barokko
C
Oorspronkelijk was het een spottende benaming die verwees naar het Spaanse woord 'barocco', dat grillige parel betekent.
Slide 12 - Quizvraag
De kunst in de Barok kun je het best omschrijven als:
A
Simpel
B
Overdadig
C
Profaan
Slide 13 - Quizvraag
Typerend voor de Barok is het streven naar samensmelting van de architectuur, beeldhouwkunst en schilderkunst. Hoe bereikten ze dit?
Slide 14 - Open vraag
De Nederlanders bleken -samen met de Engelsen- wat te nuchter voor deze bombastische stroming. Hier kiezen de architecten voor een sobere variant. Hoe heet deze?
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
De compositievorm die je hier ziet is typerend voor de Barok. Welke compositievorm overheerst?
A
Horizontaal
B
Diagonaal
C
Verticaal
D
Centraal
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het effect van die diagonale compositie?
Slide 18 - Open vraag
Ook het overdadige donker/licht-contrast is kenmerkend voor de Barok. Wat is hier de officiële term voor in de beeldende kunst?
Slide 19 - Open vraag
Realisme
Rococo
Slide 20 - Sleepvraag
Sleep de schilderij naar de kunstperiode
Renaissance
Romanticism
Rococo
Middle Ages
Slide 21 - Sleepvraag
Noem aan de hand van afbeelding drie kenmerken van de rococo- interieurkunst.
Slide 22 - Open vraag
Waarom was de rococo vooral geliefd bij de aristocratie?
Slide 23 - Open vraag
Welke kunststroming is dit?
A
impressionisme
B
expressionisme
Slide 24 - Quizvraag
Wat hoort NIET bij het impressionisme?
A
Alledaagse voorstellingen
B
Indruk van een bepaald moment
C
Losse penseeltoets
D
Nadruk op emoties
Slide 25 - Quizvraag
Impressionisme
Expressionisme
Typerende aspecten zijn de gerichtheid op de beleving van het moment ('impressie').
De kunstenaar probeert zijn gevoelens of ervaringen uit te drukken.
Slide 26 - Sleepvraag
Impressionisme
Realisme
Expressionisme
Kubisme
Slide 27 - Sleepvraag
Tot welke kunststroom behoort de kunstenaar Salvador Dali?