van Barok tot Postimpressionisme

De Barok 1600-1720 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Barok 1600-1720 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Barok is verbonden aan de contrareformatie.
Wat is de contrareformatie?
A
Revolutie in de kunst
B
Reactie van de kerk tegen hervormingen
C
Katholieke kerk tegenover protestante kerk
D
Protestantse kunst

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het sterke licht donker effect uit de Barok?
A
Chiaroscuro
B
clair-obscur
C
camera obscura
D
antwoord staat er niet bij

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Clair-obscur
Bij clair-obscur overdrijven schilders het contrast tussen licht en donker. Daarmee wordt een dramatisch effect bereikt. Caravaggio was de eerste schilder die het vaak toepaste. Clair-obscur ontstond in de 16e eeuw in Italië.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

rococo 
1720-1750  

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neoclassicisme
1760- 1840  


Algemene Kenmerken
  • Reactie op barok en rococo 
  • Rationeel
  • Geinspireerd op de Klassieken

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neoclassicisme architectuur
Architectuur Kenmerken:
  • Klassieken zuilenordes
  • tempelfacade en koepels
  • eenvoudige grondvormen: kubus, cilinder halve cirkel
  • gladde wanden, weinig versiering
  • monumentale architectuur (uitdrukking van macht)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pantheon Parijs 
1755-1792 
Pantheon Rome 
79 v. Chr. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Canova - Poaline Borghese als Venus, 1807
Wat is klassiek?
A
gemaakt van marmer
B
klassieke houding
C
(half)naakt
D
levensecht

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

19e eeuw - Grondige veranderingen
  • 19e eeuw- industrialisatie/ revoluties 
  • Paard → tram /trein
  • Zeilschip → Stoomschip
  • handwerk → fabriekswerk
  • industrialisatie 
  • franse revolutie  - burger aan de macht 


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de Romantiek - 1800-1840
  • reactie op de Verlichting met de nadruk op verstand en uniformiteit
  • accent op gevoelens, tradities en (helden-)verhalen
  • afkerig van bedorven, rationele denken
  • nadruk op onbedorven plattelandsleven >
  • aandacht voor het volk 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Caspar david Friedrich
Nietige mens t.o. Imponerende natuur
persoonlijke emoties 
dynamiek 
thema's:
natuur, het fantastische, dromen en het exotische

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het realisme - 1840-1880 
Nadruk op alledaagse leven
Ineens worden 'alledaagse' dingen afgebeeld, 
van de 'normale'mens 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

vanaf 7:26
Welke uitspraak is NIET waar?
A
Het realisme verbeeldt de harde werkelijkheid van de arbeiders en lagere klasse
B
Het realisme brak met de tradities en regels van de schilderkunst
C
Het realisme is alleen van toepassing op de schilderkunst
D
De Industriële Revolutie zorgde in de 19e eeuw voor grote sociale veranderingen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het impressionisme - 1870-1905
fotografie als hulpmiddel 
impressie van een bepaald moment 
gebruik zuivere kleuren 
En plein air schilderen 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impressionisme
- Tweede helft 19e eeuw.
- Thema's uit dagelijks leven, i.p.v. geïdealiseerde zaken.
- Overbrengen van een ervaring: impressie van het moment.
- Schetsachtig, lichte kleuren.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symbolisme
Betekenis staat centraal. 
Gebruik van heldere kleurvlakken en decoratieve lijnen.
Paul Gauguin 

Invloed op expressionisme en art nouveau.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Post-impressionisme
1884 - 1905

Op zoek naar nieuwe uitbeeldingsvormen zoals het pointillisme

Invloed op expressionisme & latere moderisme.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we de schilderstijl van Vincent van Gogh?
A
pointillisme
B
post-impressionisme
C
surrealisme
D
dadaïsme

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies