SOVA, les 2. niveau 4

SOVA, les 3. niveau 4
Module 1 Communicatie in de zorg: Ethische dilemma's

Module 2: Communiceren met het sociale netwerk 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

SOVA, les 3. niveau 4
Module 1 Communicatie in de zorg: Ethische dilemma's

Module 2: Communiceren met het sociale netwerk 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ethisch dilemma?

= Als de normen en de waarden van betrokken personen met elkaar botsen. 

Gevoel: Kiezen tussen twee kwaden.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Een ethisch dilemma heeft de volgende kenmerken:

Er spelen meerdere belangen:
  • Deze belangen zijn meestal van verschillende mensen.
  • Gaat om kwesties die draaien om goed en kwaad, wat moreel juist is en wat niet.
  • Voor jezelf afwegen wat meest juist of het belangrijkst is.
  • Je staat in een tweestrijd: welke keuze je ook maakt, er kleven altijd bezwaren aan.




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hebben jullie zelf al voor een ethisch dilemma gestaan? Beschrijf kort

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Beroepscode, beroepsethiek en wetgeving

Beroepscode
= In lastige situaties kun je terugvallen op beroepscode. 
           Beschrijving van normen en waarden van beroepsgroep. 

Richtlijn in hoe je in complexe situaties moet handelen.  

Opdracht
Zoek op internet of in je boek/online:
Welke vier punten kom je tegen in de beroepscode?



Slide 5 - Tekstslide


In de beroepscode kom je de volgende vier punten tegen:
  • Algemene punten m.b.t de beroepsuitoefening;
  • Verpleegkundige in relatie tot de zorgvrager;
  • Verpleegkundige in relatie tot (in)formele samenwerkingspartners;
  • De verpleegkundige in relatie tot de samenleving.
Beroepsethiek

=Geheel van waarden die samenhangen met je beroep of de uitoefening ervan. 

Opdracht
Zoek op internet of in je boek/online:
Je hebt vier beroepsethische uitgangspunten van waaruit je moet handelen.. Welke zijn dit?





Slide 6 - Tekstslide


Als verpleegkundige heb je vier beroepsethische uitgangspunten van waaruit je moet handelen:
  • Autonomie: De wens van de zorgvrager zoveel mogelijk respecteren.
  • Zorgvragers geen schade toebrengen.
  • Zoveel mogelijk het welzijn van de zorgvrager bevorderen en hun leven beschermen.
  • Elke zorgvrager gelijkwaardig behandelen.
Omgaan met eigen grenzen

Regelmatig te maken met moeilijke situaties. Situaties die ook jou raken. 
bv. overlijden zorgvrager, agressief gedrag, verdriet van mantelzorgers en familie. 
           Van jou wordt een professionele houding gevraagd, jij moet handelen en zorgvragers kijken naar jou voor ondersteuning. 

MAAR: 
Jij bent ook maar een mens bent, met eigen gevoelens en gedachten. 
In zorg erg belangrijk dat je gevoelens uit 
en je eigen grenzen goed aangeeft. 

Maak tijd voor je eigen emoties, maak ze bespreekbaar.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij lastige situatie(s) meegemaakt waarin je je eigen grenzen of gevoelens/emoties hebt besproken/aangegeven? Vertel over de situatie en hoe je dit aangepakt hebt.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Omgaan met eigen emoties

  • Sta bewust stil bij wat je voeltAccepteer dat je boos, verdrietig of rot voelt.
  • Neem afstand van situatie als dat kan.  
  • Nemen emoties de overhand? Loop even weg en stop met de communicatie.
  • Bespreek je gevoelens met een collega of de leidinggevende, blijf er niet mee rondlopen. Vertel gebeurtenis (gedachten, gevoelens). Geef ook aan als je er last van hebt.



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

33 manieren om tijd voor jezelf te nemen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intervisiebesprekingen

Zorgorganisaties organiseren voor medewerkers time-out besprekingen of intervisiebesprekingen om moeilijke situaties te bespreken. 

=Kleine teambijeenkomsten: Gaan vaak over situaties waar iedereen binnen team mee te maken heeft.
Vaak gedaan bij langdurige zorgsituatie met hoge complexiteit. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hebben jullie ook intervisie binnen jullie team? Hoe ervaren jullie dit?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Module 2: 
Communiceren met het sociale netwerk van de patiënt. 



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Je krijgt te maken met mensen in de directe, sociale omgeving van zv, die personen zijn vaak ook betrokken bij zorg. 

Jij als verpleegkundige moet met deze mensen uit de directe en sociale omgeving kunnen praten en overleggen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naasten begeleiden

In zorgverlening vaak te maken krijgen met 'naaste' -> staan dichtbij zorgvrager en heeft (sterke) band met zorgvrager.

Mantelzorger: Naaste van de zv die hulp biedt in het dagelijks leven, bv partner, kind of buur.

Naastbetrokkene:  Maakt deel uit van 'systeem' en is direct betrokken bij het welzijn. Heeft geen taken in de zorg.

Contactpersoon: Onderhoudt contacten namens  zv. Neemt vaak zakelijke aspecten voor zijn of haar rekening. bv. kopen van nieuwe kleding

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

            Combineren van werk met ziek familielid geeft organisatorische problemen. 

Bv. Wie is contactpersoon voor de familie, wie zorgt voor was, wie doet boodschappen, wie gaat wanneer op bezoek ..??

Naast de veranderingen en organisatorische problemen kunnen er ook problemen ontstaan in de emotionele of relationele sfeer. 

Het is een uitdaging om zorgvrager te zijn, 
maar ook om naaste (mantelzorger) van 
 zorgvrager te zijn!!


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mantelzorgers kunnen overbelast raken!

Zorg dat je aandacht hebt voor de emoties van de mantelzorger bij het verzorgen van een naaste. Blijf je altijd inleven in de mantelzorger.

Communiceren op momenten dat er problemen zijn is lastiger dan informele praatjes!
       De communicatie is dan gericht op 
het oplossen van problemen.



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is het contact met mantelzorgers bij jullie op het werk? (frequentie, inhoud gesprekken)

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tips voor mantelzorgers. 

10 gouden tips
  • Neem tijd voor jezelf:  Mantelzorger= confronterend en vermoeiend zijn. 
  • Wees open en praat met je omgeving over de situatie.
  • Eigen contact met familie en vrienden onderhouden: Probeer evt. andere familieleden en vrienden te betrekken in zorg voor naaste. 
  • Durf hulp te vragen: Van professionals en van familie of vrienden. 
  • Lach veel met elkaar:  Een lach verlicht ook gevoelens van verdriet en onmacht.
  • Kijk naar datgene wat nog wél kan: Het is beter je te richten op wat je naaste nog wél kan en maak daar gebruik van. 
  • Zingen voor je plezier: Maak muziek! Zing wat je voelt en wat je ziet. 
  • Geef complimenten aan elkaar/ spreek waardering uit










Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies