Onderscheid eerst de hoofd- en bijzin.
Daarna ga je kijken naar de bijzin. Geeft de bijzin meer informatie over tijd, reden, oorzaak, gevolg of waarde? Dan is het een BWB!
In de toets krijg je de vraag of iets een LV of een BWB zin is. Je moet dus zorgen dat je het verschil tussen die twee soorten bijzinnen kent!
Leer de voegwoorden en de woordgroepen waarmee je een bijzin kan vervangen!