Sprookjes les 2

Goedemorgen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
sprookje afmaken
elkaar feedback geven

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ga je te werk
Opdracht: Herschrijf een sprookje
In de les ga je een bekend sprookje in een nieuw en modern jasje steken. Misschien gaat Roodkapje wel op de scooter naar oma, rijden ze rond in een dikke Mercedes in plaats van een koets of plaatst de prins van Assepoester een foto op Instagram van het glazen muiltje op zoek naar de eigenaresse.
Je mag het sprookje dus herschrijven zoals jij dat wilt als het maar modern wordt en in het hier en nu. Je kunt bijvoorbeeld namen en personages veranderen (De grote boze wolf is die enge conciërge en de goede toverfee wordt die aardige docent!)
Kortom: Wees creatief!



Slide 3 - Tekstslide

Hoe ga je te werk
  •  ca. 400 woorden
  •  Verzin een goede alternatieve titel
  •  Je herschrijft een bekend sprookje en maakt er een modern verhaal van, het oorspronkelijke verhaal moet nog wel herkenbaar zijn!
  •  Een sprookje heeft altijd een wijze les die je kunt leren. Wat kunnen we van jouw sprookje leren?
  • Let op spelling: hoofdletters én leestekens.
  •  Zorg dat jouw verhaal eruit springt! Denk aan illustraties etc.
  •  Zorg voor een mooie indeling in alinea’s.
  •  Laatste tip: Ook moderne sprookjes beginnen met…. ”Er was eens…”


Slide 4 - Tekstslide

Opdracht:
Het is de bedoeling dat je het sprookje gaat veranderen, zodat het een sprookje van nu wordt, een modern sprookje.

Bijvoorbeeld: dat Hans en Grietje niet verdwalen in het bos maar in de stad. En ze komen geen huisje van snoep tegen maar bijvoorbeeld een kermis.

Slide 5 - Tekstslide

Stappenplan

Slide 6 - Tekstslide

Stap 1
  • Kies een sprookje dat je wilt veranderen. 
  • Zoek uit wat het moraal (de wijze les) is.
  • Neem het bestaande sprookje en ga dat veranderen. Schrijf de dingen op die je wilt veranderen. Zoals het snoephuisje uit Hans en Grietje of de appel van Sneeuwwitje.


Slide 7 - Tekstslide

Stap 2
  • Verzin nog niets nieuws, kies wel minimaal 10 dingen die je gaat veranderen.
  • Bedenk nieuwe woorden voor de dingen die je gaat veranderen, zoals een nieuwe auto (Ferrari) in plaats van een paard.
  • Denk na over spullen die ze vroeger nog niet hadden of die je nooit in sprookjes leest. Denk bijvoorbeeld aan: auto's, treinen; robots, ruimteschepen, computers, telefoons, speelgoed en beroepen. 

Slide 8 - Tekstslide

Stap 3
Ga het sprookje herschrijven.
  • Je sprookje heeft minimaal 500 woorden.
  • In jouw sprookje zit een wijze les
  • Het sprookje begint met: Er was eens... en eindigt met: ...en ze leefden nog lang en gelukkig
  • Er is een goede en een slechte hoofdpersoon
  • Er zijn tenminste 10 dingen veranderd

Slide 9 - Tekstslide

Stap 4
Als je sprookje klaar is, ga je kijken of er geen fouten meer instaan. Heb je hoofdletters en punten gebruikt? Zijn de woorden goed geschreven? Zijn de zinnen begrijpelijk? Zijn de zinnen kort?

Wanneer je dit gedaan hebt, mag je kiezen uit twee dingen:
  • Je print je verhaal uit en maakt er een mooie tekening bij
  • Je gaat op internet plaatjes zoeken, voegt ze bij je verhaal en print het uit.

Slide 10 - Tekstslide

Spelling
spelling periode 1 > hoofdletters en interpunctie


Slide 11 - Tekstslide

feedbackformulier
Je gebruikt lettergrootte 12 en gebruikt 400/450 woorden.
Het is in je sprookje duidelijk welke personages er een rol in spelen.
We kunnen herleiden welk sprookje jij herschreven hebt
Je verhaal verloopt chronologisch (op volgorde van tijd)
Inleiding, middenstuk en slot zijn duidelijk herkenbaar in je sprookje, waarbij je in het slot duidelijk een (sprookjesachtig) einde bedenkt.
Welke wijze levensles kunnen wij uit jouw sprookje halen?
Je hebt sprookjesachtige details toegevoegd in je verhaal.
Je begint elke zin met een hoofdletter en eindigt de zin met een punt/vraagteken/uitroepteken.
Lay-out Je gebruikt bijpassende plaatjes/tekeningen.

Slide 12 - Tekstslide

Spelling
Schrijf je sprookje verder en let op de punten uit het feedbackformulier.
Tip> Lees het zachtjes hardop voor en luister goed naar hoe je zinnen lopen. 
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Ik weet welke punten ik kan verbeteren
Ja
Nee

Slide 14 - Poll

Ik ben blij met het resultaat van mijn sprookje
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Feedback
Je leest het sprookje van je buur en vult het feedbackformulier zo volledig mogelijk in.
Het feedbackformulier staat in teams.

Slide 16 - Tekstslide