Les 5 schoolkind

Schoolkind





Ontwikkelingspsychologie
Les 5 / periode 2 / leerjaar 1
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Schoolkind





Ontwikkelingspsychologie
Les 5 / periode 2 / leerjaar 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning

  • Terugblik vorige les
  • Theorie schoolkind
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Je kunt samenvatten hoe het schoolkind op cognitief gebied ontwikkelt.

Je kunt samenvatten hoe het schoolkind op lichamelijk gebied ontwikkelt.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genderidentiteit valt onder de emotionele ontwikkeling?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Conformisme houdt in dat de kleuter zich aanpast aan de omgeving en niet wil opvallen?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leeftijd van de kleuter:
A
3-6 jaar
B
6-12 jaar
C
5-10 jaar
D
4-6 jaar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kleuter is niet graag taakgericht bezig. Deze uitspraak is?
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kleuter is een stuk minder egocentrisch dan een peuter. Dit zie je terug in zijn spel. Deze uitspraak is
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schoolkind
  • 6 tot 12 jaar
  •  rijp klassikaal onderwijs 
  • Groei 3; wat leer je daar?

Slide 10 - Tekstslide

Leren en schrijven kenmerkt groep 3
Lichamelijke 
ontwikkeling
  • Ontwikkeld vrij rustig
  • Meisjes groeien op latere leeftijd sneller dan jongens 
  • Meisjes groeien doorgaans op latere leeftijd sneller en zullen zij ook vroeger volwassen worden. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Steeds nauwkeuriger
  • Sterker 
  • Sterke drang tot bewegen
  • Groeien gemiddeld 6 cm per jaar

  • Behendiger
  • Leniger
  • Beter evenwichtsgevoel
  • Meisje kunnen een groeispurt maken

Motorische ontwikkeling

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Cognitieve ontwikkeling
Taakgericht;  kan bevorderd worden door grotere taken in kleinere te verdelen, zodat taken overzichtelijk zijn voor de leerling. Is prestatiegericht bezig!

Gericht op lezen en schrijven

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cognitieve ontwikkeling
Realistisch denken: Een kind kan onderscheid maken tussen fictie en fantasie. Bijvoorbeeld: Sinterklaas bestaat niet, maar het is een Nederlands feest.
Logisch denken: Een kind kan de juiste verbanden leggen door oorzaak en gevolg te onderscheiden. Bijvoorbeeld: Als ik mijn vinger niet opsteek en begin te praten kan ik op mijn kop krijgen.
Abstract denken: Een kind denkt na over onduidelijke zaken die niet direct waarneembaar zijn Ook het denken vanuit theorieën – dus wat het kind is verteld – valt onder deze categorie. Dit komt vaak voor als een kind een verhaal hoort van zijn ouder klasgenoten waar hij niet direct een betekenis bij heeft. Bijvoorbeeld: wat gebeurt er na de dood? Abstract denken zou bij sommige kinderen tot angsten kunnen leiden, net zoals het magisch denken bij peuters en kleuters.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak en gevolg...
Check het filmpje, wat denk je? Zal Senne het geheim vertellen?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Cognitieve ontwikkeling
  • Het schoolkind praat duidelijk en heeft een grote woordenschat.
  • Tijdens deze ontwikkelingen kunnen zich door stoornissen of problemen in ( delen van ) de ontwikkeling openbaren.
  • Gedragsproblemen, leerproblemen, emotionele problemen- nog niet ontdekte- fysieke problemen uiten zich vaak in gedrag- en of leerproblemen.
  • Bij 2 tot 5% van de schoolgaande kinderen is er sprake van aandachtsstoornissen.
  • Bij jongens komen deze aandachtsstoornissen gemiddeld vijf keer zoveel voor als bij meisjes.
  • Een hele bekende vorm van aandachtsstoornissen is ADHD.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Hebben jullie nog vragen? 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies