4-2 werken met coördinaten

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom

- Zet je telefoon op stil en doe hem in de telefoontas

- oortjes uit

- kauwgom in de prullenbak

- Pak je boek, je schrift en je laptop op tafel

Les 4.2 en 4.3

4.2 Werken met coördinaten                

4.3 Globale grafieken

Leerdoelen

Op het einde van deze les:

- Kan je een assenstelsel tekenen

- Kan je punten in een assenstelsel zetten

- Kan je gegevens uit een globale grafiek aflezen

- Kan je het verband aflezen bij een grafiek

- weet je wat de stijgende, dalende en constante delen van een grafiek zijn

Vandaag

- Wat heb je vorige les geleerd?

- Huiswerk nakijken

- Uitleg assenstelsel tekenen

- Aan de slag

- Uitleg globale grafieken

- Aan de slag

- Huiswerk

Wat zijn de coördinaten van
het blauwe coördinaat?

1. (45,2)
2. (2,45)
3. (3,5)
4. (4,55)

Wat zijn de
coördinaten van F?

1. F(6,5, 5)
2. F(6,5; 5)
3. F(5, 6,5)
4. F(5; 6,5)

Wat zijn de coördinaten van
het oranje coördinaat?

1. (55,4)
2. (2,45)
3. (3,5)
4. (4,55)

Wat zijn de coördinaten van
het grijze coördinaat?

1. (6,65)
2. (5,65)
3. (65,5)
4. (4,55)

Wat is de coördinaat van de Oorsprong?

1. O(0,0)
2. Die heeft geen coördinaten
3. O(6,6)
4. O(1,1)

Wat is belangrijk bij coördinaten?

1. punten schrijf je met een hoofdletter
2. eerst de gang in, dan de trap op
3. haakjes om de coördinaten
4. A, B en C

Huiswerk nakijken

Opdrachten 3-4-5-6

Assenstelsel tekenen

1. Teken een verticale en een horizontale as langs de roosterlijnen.
2. Schrijf de O en de getallen op de lijnen bij de assen
3. Teken de punten erin 

Tekenen met potlood, schrijven met pen!

Opdracht 11

We maken samen een start hiermee. 

Aan de slag

Maak de opdrachten 9-10-11-12

Globale grafiek

Een grafiek waar geen getallen bij de assen staan.

Aan het verband kun je zien waar de grafiek over gaat.

Er zijn stukken zijn die stijgend, dalend of constant zijn.

Hoeveel stijgende stukken zie je in de grafiek?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoe vaak daalt de grafiek?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoe vaak is de grafiek constant?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

1. Grafiek 2 hoort bij een fietstocht naar school. Je stopt onderweg even.
2. Grafiek 2 hoort bij een fietstocht naar school. Onderweg stop je niet.

Aan de slag

Maak van les 4.2: opdrachten 9-10-11-12

Maak van les 4.3: opdrachten 17-18

Leerdoel behaald?