3.6 + 3.7 Geslachtelijk en ongeslachtelijke voortplanting en mutaties

Welkom allemaal
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Wat weten we nog?
Leerdoelen
Uitleg
Opdrachten
Check leerdoelen
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling Genenparen
Homozygoot = 2 genen van het zelfde genenpaar 
Hetrozygoot = 2 verschillende genen

Genotype = welke erfelijke kenmerken krijgt je mee
Fenotype = hoe zie je eruit

Dominante genen = bepaald het fenotype, is het sterkste
Recessieve genen = aanwezig in het genotype maar bepaald alleen als het homozygoot is hoe je eruit ziet

Slide 3 - Tekstslide

Dominant of recessief
Het gen wat bij een heterozygoot genotype tot uiting komt is dominant
Dominant gen = Bruin haar
Recessief gen = Blond haar

Slide 4 - Tekstslide

Kruisingtabel
  • Kruisingstabel = visuele manier om weer te geven hoe allelen overerven

  • F1 is heterozygoot => twee verschillende allelen A en a
  • Je kunt de overervingskansen uitzetten in een kruisingstabel

Slide 5 - Tekstslide

Dominant en ressesief
Bij een heterozygoot gen wordt het dominante gen zichtbaar in het fenotype:

Slide 6 - Tekstslide

Variatie in genotypen

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt beschrijven hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat.

Je kunt omschrijven wat een mutatie is en je kunt omschrijven hoe kanker ontstaat.

Slide 8 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting
2 willekeurige  geslachtscellen
= steeds andere genotypen

kunstmatige selectie
= gunstige erfelijke eigenschappen

veredeling 
= doorkweken beste exemplaar

Slide 9 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting

Landbouwgewassen
= ongeslachtelijke voortplanting

  • stekken
  • knollen
  • weefselkweek 

Slide 10 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting

  • altijd hetzelfde genotype
  • niet altijd hetzelfde   fenotype
  • afhankelijk van   milieuomstandigheden

Slide 11 - Tekstslide

3.7 Mutatie

Slide 12 - Tekstslide

Mutatie
Voordien
Nadien

Slide 13 - Tekstslide

mutatie in lichaamscel 





 mutatie in geslachtscel

Slide 14 - Tekstslide

mutatie in lichaamscel / mutatie in geslachtscel

Slide 15 - Tekstslide

Uiting in fenotype= mutant

Slide 16 - Tekstslide

Mutagene invloeden
Verhogen de frequentie van mutaties

- schadelijke stoffen, bijvoorbeeld tabaksrook of asbest
- straling, bijvoorbeeld UV, radioactieve straling of Röntgen

Slide 17 - Tekstslide

Kanker = mutatie op mutatie
- kankercellen leven langer
- kankercellen gaan niet dood na verloop van tijd
- kwaadaardig: groeien in gezond weefsel, dit kan daardoor zijn funtie niet meer uitvoeren

Slide 18 - Tekstslide

Goedaardig

Slide 19 - Tekstslide

Kwaadaardig

Slide 20 - Tekstslide

uitzaaiingen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Vragen?

Slide 23 - Tekstslide

Maken van de opdrachten
Th. 3.6 Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting

Opdracht 48 tm 53 in het boek
Opdracht 57 tm 62


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video